Tijd besparen bij het maken van
masters [Snel Master maken]
U kunt de duur van de procedure voor het maken
van masters verkorten.
BWanneer masters worden gemaakt ter-
wijl [Snel Master maken] ingeschakeld
is, worden afbeeldingen afgedrukt met
600 dpi × 400 dpi.
BU kunt de standaardinstelling wijzigen bij
[Snel Master maken]
[Admin.].
BDeze functie is niet beschikbaar bij gebruik
van de volgende functies:
(A
C[Afmetingen]
C[Multi-Op Afdrukken]
C[2 Op]
(A
58)
C[Boekschaduw]
C[Bindmarge aanp.]
(A
C[Voorbeeld]
C[Opmaker]
C[Opslaggeheugen]
C[USB-Takenlijst]
(A
65)
C[Overlay]
1
Raak [Snel Master maken] op het
tabblad [Functies] aan.
Wanneer [Snel Master maken] ingeschakeld is,
verandert het pictogram in het meldingenge-
bied.
[Snel Master maken]
UIT
AAN
(A
108) onder
51)
(A
54)
(A
49)
(A
60)
61)
(A
63)
(A
63)
Pictogram
Hoofdstuk 3 Functies voor het maken van masters
Het origineel vergroten of verklei-
nen [Afmetingen]
U kunt een origineel zodanig scannen dat het wordt
vergroot of verkleind.
BGedeelten die buiten het gebied voor
masteraanmaak vallen, worden niet
afgedrukt.
(A
16 "Gebied voor masteraanmaak")
B U kunt de standaardinstelling wijzigen bij
[Reproductie-afmet.]
BU kunt het verkleiningspercentage voor
[Marge+] instellen bij [Marge-plus percent]
(A
109) onder [Admin.].
BDeze functie is niet beschikbaar wanneer
u de volgende functie gebruikt:
C[Snel Master maken]
Voor het instellen van de afmetingen hebt u de
keuze uit de volgende drie methoden:
• [Standaardverhoudingen]: u kunt de afmetingen
van het origineel instellen door eenvoudig een
vergrotingspercentage te kiezen.
• [Vrij]: u kunt het gewenste vergrotingspercentage
in horizontale en verticale richting instellen.
• [Zoom]: u kunt het gewenste vergrotingspercen-
tage instellen zonder het zoompercentage in verti-
cale en horizontale richting te wijzigen.
[Standaardverhoudingen]
1
Raak [Afmetingen] op het tabblad
[Basis] aan.
2
Raak het gewenste vergrotings-
percentage aan.
1
1 [Auto]: het origineel wordt automatisch ver-
groot of verkleind, al naar gelang het for-
maat van het papier in de papierinvoerlade.
Deze optie kan alleen worden gebruikt als
het origineel in de automatische document-
invoer is geplaatst en zowel het origineel als
het papier een standaardformaat heeft.
(A
108) onder [Admin.].
(A
51)
3
2
51
3