116
Hoofdstuk 7 De bedieningsinstellingen opgeven
Verbinding maken met het net-
werk [Netw.inst. (IPv4)]
[Netw.inst. (IPv6)]
Als u de machine met een netwerk wilt verbinden,
geeft u instellingen zoals het IP-adres op al naar
gelang de verbindingsomgeving.
Verbinding maken met het IPv4-net-
werk
Stel dit item in wanneer u een Internet Protocol versie
4-adres aan de machine toewijst.
1
Raak [Netw.inst. (IPv4)] aan in het
scherm [Admin.].
2
Kies een instelmethode.
Raak [Handmatige invoer] of [DHCP aanwen-
den] aan al naar gelang de verbindingsomge-
ving.
3
Voer een waarde in.
U kunt een waarde invoeren in het actieve
invoerveld.
U kunt de focus op een van de volgende
manieren naar een ander invoerveld verplaat-
sen:
• Door op de toets [U] te drukken
• Door het invoerveld direct aan te raken
BWanneer u op de toets [C] drukt,
wordt het actieve invoerveld op "0"
ingesteld.
4
Raak de toets [OK] aan.
Het scherm [Admin.] wordt weergegeven.
Verbinding maken met het IPv6-net-
werk
Stel dit item in wanneer u een Internet Protocol versie
6-adres aan de machine toewijst.
1
Raak [Netw.inst. (IPv6)] aan in het
scherm [Admin.].
2
Kies een instelmethode.
Raak [Handmatig], [Stateless] of [Stateful] aan
al naar gelang de verbindingsomgeving.
3
Voer een waarde in.
• [Voorvoegsel]:
Dit kunt u invoeren met de numerieke toet-
sen.
• Andere items:
Wanneer u een knop aanraakt, wordt het
scherm [Toetsenbord] weergegeven. Voer
waarden in aan de hand van de volgende
stappen.
1 Raak de knoppen op het scherm aan.
Voor het invoeren van cijfers kunt u ook de
numerieke toetsen gebruiken.
2 Wanneer u de knop [OK] aanraakt, wordt
het scherm [Netw.inst. (IPv6)] weergege-
ven.
4
Raak de toets [OK] aan.
Het scherm [Admin.] wordt weergegeven.