4 Gebied voor Directe Toegang
Het is handig om in dit gebied veelgebruikte func-
ties te registreren.
(A
89 "Veelgebruikte functies voor elke gebruiker
registreren [Mijn dir. toegang]")
(A
112 "Veelgebruikte functies registreren op het
tabblad [Basis] [Invoer DirectToeg.]")
5 Statusgebied
Hier ziet u de status van de machine.
Display
Beschrijving
Raak [ I ] aan om informatie zoals [Ver-
bruikshoeveelheid] weer te geven.
De kleur van het pictogram [ I ] geeft de
status van de machine aan.
(A
132 "De resterende hoeveelheid ver-
bruiksartikelen controleren")
:
Geeft de resterende hoeveelheid mas-
termateriaal in de machine aan.
(A
132 "De resterende hoeveelheid ver-
bruiksartikelen controleren")
:
Geeft de kleur en de resterende hoe-
veelheid inkt in de machine aan.
(A
132 "De resterende hoeveelheid ver-
bruiksartikelen controleren")
Geeft aan wat de status is van origineel-
data die van de computer zijn ontvan-
gen.
[Vrij]: in afwachting van gegevens.
[Data<-->]: er loopt een proces dat vóór
het afdrukken moet worden uitgevoerd.
[Pauze]: druk op de toets [START].
[Fout]: er is een communicatiefout opge-
treden.
[Geblokk.]: gegevens kunnen niet wor-
den ontvangen.
Wanneer u deze knop aanraakt, wordt
het scherm [Taaklijst] weergegeven.
(A
34 "Afdrukken vanaf de computer")
■ Voor een elektronisch origineel
1
4
2
5
3
Hoofdstuk 1 Informatie over de machine
1 Informatiegebied
Hier ziet u informatie over de origineeldata, zoals
de naam, grootte enzovoort.
2 Bewerkingen
[n/m]: huidige pagina/totaal aantal pagina's.
[Voorbeeld]: u kunt een [Voorbeeld]
huidige pagina bekijken.
[Oversl.pag]: u kunt beginnen met het maken van
een master van de volgende pagina zonder een
master van de huidige pagina te maken.
[Wis alles]: stopt de verwerking van de huidige ori-
gineeldata.
3 [Papier]
Controleer of het ingestelde papierformaat over-
eenkomt met de grootte van de origineeldata. Bij
gebruik van een afwijkend papierformaat dient u
een geregistreerd papierformaat te kiezen.
(A
53 "Speciale papierformaten gebruiken
[Papierform]")
4 [Auto.verwerk]
U kunt kiezen of u onderbrekingen in de afdruk-
procedure wilt inlassen.
(A
34 "Afdrukken vanaf de computer")
5 [Oplagenscheiding]
Dit wordt weergegeven als de optionele taakschei-
ding is geïnstalleerd.
Basisscherm voor afdrukken
In dit scherm kunt u functies voor de afdrukprocedure
instellen.
Bij gebruik van een papieren origineel worden niet
dezelfde items weergegeven als bij gebruik van een
elektronisch origineel.
■ Voor een papieren origineel
1
2
1 [Hoge Snelheid]
Schakelt de instelling [Hoge Snelheid] in/uit.
(A
68 "De afdruksnelheid aanpassen [SPEED]")
2 [Afdrukpositie]
Geeft aan met welke waarde de afdrukpositie in
de horizontale richting wordt bijgesteld.
(A
70 "De afdrukpositie aanpassen [PRINT POSI-
TION]")
23
(A
61) van de
1