Inhoudsopgave
Advertenties
De gebruiker identificeren
[Gebruikersbeheer]
"Verificatie" duidt op het identificeren van de gebrui-
ker van de machine, bijvoorbeeld aan de hand van
de PIN-code die aan elke gebruiker is toegewezen.
Gebruikersidentificatie voorziet in het beheer van
individuele gebruikers en zorgt voor betere beveili-
ging.
U moet de volgende items instellen om de verifica-
tiefunctie in te schakelen:
• [Herkend door]
• [Beheerniveau]
• [Gebrkr aanmaken]
BBij levering van de machine is de verifica-
tiefunctie standaard uitgeschakeld. Dit
houdt het volgende in:
CIedere gebruiker kan de machine
gebruiken.
CIedere gebruiker kan [Admin.] wijzigen.
■ Verificatiefunctie
De verificatiefunctie is in principe onderverdeeld in
"Machineverificatie" en "ID-afdruk".
Machineverificatie
Alvorens de machine in gebruik te nemen, moet de
verificatieprocedure worden uitgevoerd (door de PIN-
code op te geven, het USB-flash-geheugen te plaat-
sen of de IC-kaart boven de lezer te houden).
Door het uitvoeren van de verificatieprocedure kan het
gebruik van de machine worden beperkt tot de geregi-
streerde gebruikers.
Bovendien kan hiermee het gebruik van [Admin.] tot
de beheerder worden beperkt.
De verificatieprocedure zorgt ervoor dat de volgende
functies worden ingeschakeld:
• [Mijn dir. toegang]
(A
89)
• [MijnTeller] voor [ I Info]
(A
• [ID-teller-rapport.]
(A
91)
• [ID-afdruk] in de scanmodus
• [ID-afdrukopdr.] voor [Opslaggeheugen] of [USB-
Takenlijst]
(A
63)
1
1
De beheerder heeft toegang tot de verificatiegegevens
van alle gebruikers.
133)
(A
101)
Hoofdstuk 7 De bedieningsinstellingen opgeven
ID-afdruk
Als een gebruiker [Afdrukken met id] instelt voor het
printerstuurprogramma, moet de verificatieprocedure
worden verricht (door de PIN-code op te geven, het
USB-flash-geheugen te plaatsen of de IC-kaart boven
de lezer te houden) voordat bewerkingen op de origi-
neeldata in de machine worden uitgevoerd. Het uit-
voeren van de verificatieprocedure kan de toegang tot
de origineeldata beperken tot degene die [Afdrukken
met id] heeft ingesteld.
2
(A
34 "Afdrukken vanaf de computer")
(A
39 "De opgeslagen origineeldata afdrukken")
2
De beheerder heeft toegang tot de verificatiegegevens
van alle gebruikers.
[Herkend door]
Kies een van de volgende methoden voor het identifi-
ceren van de gebruiker.
• PIN-code
• USB-flash-geh.
• IC-kaart (wanneer de optionele IC-kaartlezer is geïn-
stalleerd)
BVergeet niet eerst de bovenstaande
instelling op te geven. Als u [Herkend
door] wijzigt, worden alle instellingen
voor gebruikersidentificatie gewist,
inclusief de instellingen voor [Gebrkr
aanmaken].
1
Raak [Gebruikersbeheer] aan in
het scherm [Admin.].
2
Raak [Herkend door] aan.
117
7
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
