• Deze machine herkent de volgende papierformaten
als standaardformaten.
Type: mm
A3h
297 mm × 420 mm
A4h
210 mm × 297 mm
A4W
297 mm × 210 mm
B4h
257 mm × 364 mm
B5h
182 mm × 257 mm
B5W
257 mm × 182 mm
Foolscap
215,9 mm × 330,2 mm
h
Type: inch
Ledgerh
11 inch × 17 inch
Legalh
8 1/2 inch × 14 inch
Letterh
8 1/2 inch × 11 inch
LetterW
11 inch × 8 1/2 inch
Statement
5 1/2 inch × 8 1/2 inch
h
• RISO kan het functioneren van papierinvoer en de
afdrukprestaties niet garanderen, als u papier
gebruikt dat buiten de specificaties voor deze
machine ligt.
BZelfs bij gebruik van papier dat qua for-
maat en gewicht voldoet aan de specifi-
caties van de machine, kan het
gebeuren dat het papier niet correct
wordt doorgevoerd, afhankelijk van de
papiersoort en de omgevings- en
opslagomstandigheden. Raadpleeg uw
dealer of een erkend reparateur voor
meer informatie.
■ Papierstoringen en papierinvoerfouten
voorkomen
• Plaats het papier zodanig dat de vezelrichting over-
eenkomt met de richting waarin het papier wordt
ingevoerd.
Als de vezelrichting loodrecht op de papierinvoer-
richting staat, neemt de veerkracht van het papier af
en kan een papierstoring optreden.
GOED
Vezel-
richting
U kunt de vezelrichting controleren door het papier
te scheuren.
De richting waarin het papier recht scheurt, is de
vezelrichting.
Papier scheurt recht als u het evenwijdig met
de vezelrichting scheurt.
Papier scheurt niet recht als u het haaks op
de vezelrichting scheurt.
• Bij gebruik van slecht gesneden of ruw papier (bij-
voorbeeld tekenpapier) dient u de vellen vóór
gebruik te scheiden.
• Afhankelijk van de gebruikte papiersoort kan tijdens
het gebruik van de machine papierstof ontstaan.
Maak de ruimte regelmatig schoon en ventileer
goed.
• Als u dik papier (bijvoorbeeld tekenpapier) of papier
met een glad oppervlak gebruikt, dient u de instel-
hendel voor papierinvoer of de papierordenknop
voor de papierontvangstlade in te stellen.
(A
28 "Voorbereidingen voor afdrukken")
• Gebruik plat papier. Als u krullend papier moet
gebruiken, legt u het afdrukpapier zo dat de
gekrulde delen omhoog wijzen.
• Als de marge aan de bovenkant van de afdruk (de
zijde die het eerst wordt uitgevoerd) te klein is of als
de bovenkant van de afdruk een afbeelding bevat
waarvoor veel inkt wordt gebruikt, kan het papier
aan de afdruktrommel blijven plakken. Verlaag in dat
geval de afdrukpositie zodat de bovenmarge breder
wordt of draai het origineel zodanig dat de boven-
kant de onderkant wordt. Maak vervolgens opnieuw
een master.
FOUT
Vezel-
richting
15