Inhoudsopgave
Advertenties
44
Hoofdstuk 3 Functies voor het maken van masters
Functies voor het maken van
masters
Raadpleeg de opgegeven referentiepagina voor meer
informatie over en de instelprocedure voor elke func-
tie.
■ Functies voor beeldvorming
[Afbeelding]
(A
U kunt de verwerking instellen die geschikt is voor
het type origineel.
[Dot bewerken]
U kunt de verwerkingsmethode instellen om de gra-
datie van een foto weer te geven.
[Contrastinst]
(A
Van een wazige foto kunt u een scherpe afdruk
maken.
[Toonbocht]
(A
U kunt de toon van lichte en donkere delen aanpas-
sen in originelen zoals foto's.
[Contrast]
(A
48)
U kunt het contrast afstemmen op de papierkleur en
de tint van het origineel.
[Boekschaduw]
U kunt de schaduw van de rugmarge van boeken
wissen of verminderen.
[Inktbesparing]
U kunt de hoeveelheid gebruikte inkt verminderen.
[Snel Master maken]
U kunt de duur van de procedure voor het maken
van masters verkorten.
45)
(A
47)
47)
48)
(A
49)
(A
50)
(A
51)
■ Functies voor lay-out
[Afmetingen]
(A
51)
U kunt het origineel vergroten of verkleinen.
[Papierform]
(A
53)
U kunt een afwijkend papierformaat kiezen.
[Max. Scan]
(A
54)
U kunt een master maken met het maximaal afdruk-
bare gebied.
[Multi-Op Afdrukken]
U kunt kopieën van meerdere originelen op één vel
papier afdrukken.
[2 Op]
(A
58)
U kunt twee kopieën van een origineel naast elkaar
op één vel papier afdrukken.
[Marge boven aanp.]
(A
U kunt het bovenste gedeelte van het origineel
afsnijden.
[Bindmarge aanp.]
(A
U kunt de verticale afdrukpositie voor het maken
van masters bijstellen.
(A
54)
60)
60)
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
