34
Hoofdstuk 2 Basishandelingen
Afdrukken vanaf de computer
U kunt de origineeldata die met een computer zijn
aangemaakt, op deze machine afdrukken.
BVoordat u gaat afdrukken, moet u het
printerstuurprogramma voor deze
machine op de computer installeren.
1
Zet de machine aan.
Druk de [X]-zijde van de stroomschakelaar in.
BAls een verificatiescherm
wordt weergegeven, volgt u de aan-
wijzingen op het scherm.
2
Controleer het papier.
(A
28 "De papierinvoerlade en het papier
gebruiksklaar maken")
3
Controleer de papierontvangstlade.
(A
29 "De papierontvangstlade gebruiksklaar
maken")
4
Geef de afdrukinstellingen op in
het dialoogvenster [Afdrukken] op
de computer.
Kies de naam van uw printer bij [Printer selec-
teren] en geef het aantal exemplaren op in het
veld [Aantal exemplaren].
■ Voorbeeld van het dialoogvenster
[Afdrukken]
5
(A
22)
6
7
BSchakel het selectievakje [Sorte-
ren] uit. Als dit selectievakje inge-
schakeld is, wordt het maken van
de master herhaald telkens wan-
neer één kopie wordt afgedrukt.
Geef de vereiste instellingen op in
het scherm [Printerinstelling]
Klik op [Voorkeuren]
in het dialoogvenster
1
[Afdrukken] en geef vervolgens de volgende
instellingen op.
1
De schermnaam en knopnaam kunnen variëren
afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.
■ Tabblad [Geavanc.]
[Auto Afdrukken]: vóór de procedure voor het
maken van een master en de afdrukprocedure
kunt u de bewerking tijdelijk onderbreken om
de testkopie te controleren, verschillende
instellingen op te geven, het papier te vervan-
gen of andere nodige taken te verrichten.
[Afdrukken met id]: deze instelling is handig
voor het afdrukken van uiterst vertrouwelijke
originelen.
■ Andere afdrukinstellingen
Raadpleeg de "Gebruikershandleiding voor het
RISO Printer Driver" (dvd-rom) voor meer infor-
matie.
Klik op [OK].
Het dialoogvenster [Afdrukken] wordt weerge-
geven.
Klik op [Afdrukken].
De origineeldata worden afgedrukt overeen-
komstig de instellingen van het printerstuurpro-
gramma.
2
De knopnaam kan variëren afhankelijk van de toe-
passing die u gebruikt.
1
.
2