48
Hoofdstuk 3 Functies voor het maken van masters
De gradatie van foto's aanpassen
[Toonbocht]
U kunt de toon van de lichte en donkere delen in
een foto stapsgewijs aanpassen.
B[Toonbocht] kan alleen worden gekozen
als een andere instelling dan [Lijn] is opge-
geven voor [Afbeelding]
1
Raak [Toonbocht] op het tabblad
[Functies] aan.
2
Raak de knop voor de gewenste
instelling aan.
■ [Lichten]
U kunt instellen hoe lichte delen in de foto wor-
den weergegeven.
Instelling
[+1]
[0]
[-1]
■ [Schaduwe]
U kunt instellen hoe donkere delen in de foto
worden weergegeven.
Instelling
[+1]
[0]
[-1]
3
Raak [OK] aan.
(A
45).
Beschrijving
Verkleint het bereik dat in lichte
kleuren wordt weergegeven.
Standaardverwerking toepassen.
Vergroot het bereik dat in lichte
kleuren wordt weergegeven.
Sommige fijne nuances in het
lichte bereik worden hierdoor
mogelijk onzichtbaar.
Beschrijving
Vergroot het bereik dat in don-
kere kleuren wordt weergegeven.
Sommige fijne nuances in het
donkere bereik worden hierdoor
mogelijk onscherp.
Standaardverwerking toepassen.
Verkleint het bereik dat in don-
kere kleuren wordt weergegeven.
Het contrast van het origineel
aanpassen [Contrast]
U kunt het contrast afstemmen op factoren zoals de
papierkleur en de tint van het origineel.
BU kunt de standaardinstelling wijzigen bij
[Scancontrast]
BDe instelling van [Contrast] kan niet wor-
den gewijzigd als [Inktbesparing]
ingeschakeld is.
1
Raak [Contrast] op het tabblad
[Basis] aan.
2
Raak de knop voor de gewenste
instelling aan.
■ [Auto]
U kunt deze knop alleen kiezen als [Lijn] is
gekozen bij [Afbeelding]
Als u [Auto] kiest, wordt het contrast optimaal
afgestemd op de papierkleur van het origineel.
■ [1] t/m [5]
Voor het instellen van de scan-dichtheid hebt u
de keuze uit vijf niveaus.
Kies [1] voor de laagste afdrukzwarting.
Kies [5] voor de hoogste afdrukzwarting.
3
Raak [OK] aan.
(A
108) onder [Admin.].
(A
50)
(A
45).