VERWARMING - VENTILATIE
1a 1b
9
8
7
6
3.04
met handbediende airconditioning
(vervolg)
Bedieningsknoppen
1a-1b - Ontwasemen functie "hel-
der bicht".
2 - Klimaatregeling.
3 - Knop voor de verdeling van de
2
lucht.
4 - Knop voor de verdeling van de
lucht.
3
5 - Regelen van de temperatuur.
6 - Controlelampje.
7 - Regelen van de ventilateursnel-
4
heid.
8
Knop voor de verdeling van de
lucht.
9 - Afsluiten van de buitenlucht
5
(luchtkringloop).
5 - Regelen van de tempera-
tuur.
Om de temperatuur te verhogen
draait u de knop naar rechts en naar
de andere kant om de temperatuur
te verlagen.
Deze knop regelt de temperatuur
aan de bestuurderskant en de passa-
gierskant (lampje 6 brandt) of alleen
aan de bestuurderskant (lampje 6
uit) als de temperatuurregeling aan
passagierskant is ingeschakeld.
U kunt de temperatuurregeling aan
passagierskant uitschakelen door
ongeveer twee secondes op één van
-
de verdeeltoetsen 3 - 4 of 8 te druk-
ken.
Bovendien wordt het bedienings-
paneel aan passagierskant automa-
tisch uitgeschakeld als toets 1 is ge-
selecteerd.