AUTOGORDELS VOORIN
Gebruik tijdens het rijden altijd de
autogordel. Houd u altijd aan de ter
plaatse geldende voorschriften.
Voordat u wegrijdt:
- stel eerst de stoel af in de voor u
ideale stand.
- stel daarna uw autogordel op de
hierna beschreven manier af voor
een optimale bescherming.
Een verkeerd afgestelde
autogordel kan bij een
ongeval
letsel
oorzaken.
Zwangere vrouwen moeten ook
hun gordel dragen. Let er in deze
situatie op dat de heupgordel
niet te veel op de onderbuik
drukt.
De juiste zithouding
• Ga goed diep in uw stoel zitten.
Dit is belangrijk voor een goede
ondersteuning van de onderkant
van de wervelkolom.
• Verschuif de stoel zodat u mak-
kelijk bij de pedalen kunt komen.
Plaats de stoel zo ver naar
achteren dat u het koppelings-
pedaal nog net geheel kunt in-
drukken. Stel de rugleuning zo af
dat u de armen moet strekken om
bij
de
bovenkant
stuurwiel te kunnen komen.
• Stel de hoofdsteun af.
De afstand tussen de hoofdsteun
en uw achterhoofd moet zo klein
mogelijk zijn.
• Stel de hoogte van het zitkussen
af.
ver-
Verstel het kussen om een zo goed
mogelijk zicht op het verkeer te
hebben.
• Stel de stand van het stuurwiel
af.
van
het
Afstellen van de autogordel
Ga goed tegen de rugleuning zitten.
De band van de schoudergordel 1
komt automatisch goed over de
borstkas te liggen.
De band van de heupgordel 2 moet
vlak over de heupen langs het
bekken lopen.
De autogordel moet zo direct mo-
gelijk tegen het lichaam gedragen
worden en niet over bijv. te dikke
kleding of over ertussen gestoken
voorwerpen.
1
2
1.11