ACCU: storing
(vervolg)
Aansluiting van een acculader
Maak bij stilstaande motor beide ac-
cukabels los, te beginnen met de ne-
gatieve kabel.
Maak de accukabels nooit los als de
motor draait. Houd u aan de voor-
schriften van de fabrikant van de
acculader.
Alleen een goed opgeladen en on-
derhouden accu heeft een lange le-
vensduur en voorkomt startproble-
men.
Houd de accu schoon en droog.
Laat de capaciteit van de accu regel-
matig controleren:
- Vooral als de auto veel korte
(stads-)ritten maakt.
5.28
- Het is normaal dat de capaciteit
bij lage temperatuur afneemt. Ge-
bruik in de winter niet meer
stroomverbruikers dan u nodig
hebt.
- Controleer regelmatig het peil van
de accuvloeistof.
De accu ontlaadt natuurlijk ook
door "permanente" stroomverbrui-
kers (klokje, radiogeheugen en ac-
cessoires met permanente voeding).
Sluit accessoires zoveel mogelijk +
na contact in plaats van + voor con-
tact aan. Laat anders een accu met
een grotere capaciteit monteren.
Raadpleeg hiervoor uw RENAULT-
dealer.
Als u de auto langere tijd, vooral in
de winter, niet gebruikt, maak dan
de accukabels los, of laat de accu re-
gelmatig bijladen. Daarna moet u
apparaten met een geheugen (radio,
boordcomputer, enz.) wel opnieuw
programmeren. Bewaar de accu op
een koele, droge vorstvrije plaats.
Voor
bepaalde
gelden
speciale
waarden bij het laden,
raadpleeg uw RENAULT-
dealer. De geringste vonk kan een
zware
explosie
veroorzaken.
Daarom mag u de accu alleen in
een goed geventileerde ruimte
opladen. Gevaar voor ernstige
verwondingen.
accu's
voor-