VOORSTOELEN
(vervolg)
1
Toegang tot de achterbank
Trek de hendel 1 naar u toe en laat
de stoel naar voren kantelen.
De
stoel
heeft
een
waardoor deze in de oorspron-
kelijke stand vergrendelt als hij
tegen de "geheugenstand" wordt te-
ruggeplaatst
Controleer of de stelrails
en de rugleuning goed
zijn vergrendeld.
1.10
Vanaf de achterste zitplaatsen ge-
bruikt u de handgreep 3 om de
voorstoel te laten kantelen.
geheugen
3
Stoelverwarming
(uitvoering Initiale)
Contact aan, druk op schakelaar 2,
het bijbehorende controlelampje op
het instrumentenpaneel licht op.
Een brandend controle-
lampje betekent niet dat
de stoelverwarming ac-
tief is. Het systeem wordt
thermostatisch geregeld en komt
alleen in werking als de tempe-
ratuur in de auto lager is dan
12 °C (met een tolerantie van + of
– 4°C).
2