STARTVERGRENDELING
Dit systeem zorgt ervoor dat de
motor alleen kan worden gestart
door de eigenaar/gebruiker die be-
schikt over de startcode-contact-
sleutel.
De werking van de startvergren-
deling
Enkele secondes nadat de contact-
sleutel
uit
het
contactslot
gehaald, wordt de auto auto-
matisch beveiligd en is starten on-
mogelijk.
Bij het aanzetten van het contact
gaat het lampje 1 gedurende enkele
secondes branden waarna het dooft.
De startcode is geaccepteerd en de
motor kan worden gestart.
Zolang de startcode van de contact-
sleutel niet door het systeem is
herkend,
blijft
het
knipperen en kan de motor niet
worden gestart.
1.06
is
Controle van de werking van
het systeem
Na het ontgrendelen van de por-
tieren met de afstandsbediening en
het aanzetten van het contact gaat
lampje
1
het lampje 1 gedurende enkele se-
condes branden waarna het dooft.
De motor kan worden gestart.
Indicatie van de beveiliging
Enkele secondes na het afzetten van
het contact begint het lampje 1 te
knipperen.
De auto wordt pas beveiligd als de
sleutel
gehaald.
1
uit
het
contactslot
is
Waarschuwingslampje storing
Als het lampje 1 na het aanzetten
van het contact blijft knipperen of
permanent blijft branden, wijst dit
op een storing in het systeem.
Tijdens het rijden, bij afremmen op
de motor of bij stationair draaien als
het vignet storing inspuitsysteem
afwisselend
verschijnt
bericht service
dan wijst dit op een storing in het
systeem.
- Indien de startcode-contactsleutel
weigert, moet u de reserve startco-
de-contactsleutel gebruiken die u
bij
de
auto
hebt
Wanneer deze reserve startcode-
contactsleutel niet voorhanden is,
moet u contact opnemen met een
RENAULT-dealer. Hij is de enige
die aan de startvergrendeling mag
werken.
Voer nooit zelf werk-
zaamheden uit aan het
systeem van de startver-
grendeling
(rekeneen-
heid, bedrading enz.). Dit kan ge-
vaarlijk zijn en mag alleen door
een RENAULT-dealer worden
gedaan.
met
het
gekregen.