VOOR DE VEILIGHEID VAN DE KINDEREN
Het
gebruik
van
middelen voor baby's en kinderen is
aan
wettelijke
bepalingen
bonden.
In Europa moeten kinderen jonger
dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 m
vervoerd worden in een goed-
gekeurd
bevestigingsmiddel
past bij het gewicht en de lengte van
het kind.
Voor het juiste gebruik van deze
voorzieningen is de bestuurder van
de auto verantwoordelijk.
U moet weten dat een botsing
met 50 km/u overeenkomt met
een val van 10 meter hoogte.
Anders
gezegd:
vastmaken van een kind is het-
zelfde als het laten spelen op een
balkon zonder balustrade op de
derde verdieping!
(1) Houd u altijd aan de wettelijke voor-
schriften van het land waar u reist.
Deze kunnen anders zijn dan de
hierboven genoemde bepalingen.
1.22
bevestigings-
ge-
(1)
dat
Bij een frontale botsing bij 50 km/u,
verandert een kind van 30 kg in een
projectiel van een ton: u kunt het
onmogelijk meer vasthouden, zelfs
als u in de gordel vastzit.
Het is ook gevaarlijk een kind dat
het
niet
op schoot zit vast te maken. Maak
nooit twee personen vast met een
gordel.
Baby's en kinderen mogen
niet vervoerd worden op de
schoot van de inzittenden
van de auto.
Door het verscherpen van de eisen
die aan kinderzitjes worden gesteld
zijn moderne kinderzitjes veiliger
dan oude modellen.
Kies daarom uitsluitend een kin-
derzitje dat ten minste voldoet aan
de Europese norm ECE 44R03.
Deze herkent u aan het oranje etiket
met de letter E gevolgd door het
nummer van het land en het jaar
waarin het is goedgekeurd.
De norm verdeelt de kinderzitjes
in 4 categorieën:
- minder dan 10 kg
(0 - 9 maanden)
- minder dan 13 kg
(0 - 24 maanden)
- van 9 tot 18 kg (9 - 48 maanden)
- van 15 tot 36 kg (4 - 12 jaar)