De snelheidsbegrenzer wordt tijdelijk
uitgeschakeld en de ingestelde snelheid
knippert.
Laat het voertuig langzamer rijden tot een
snelheid lager dan de ingestelde snelheid om de
begrenzer weer in te schakelen.
Bij een steile afdaling of bij het krachtig
intrappen van het gaspedaal kan de
snelheidsbegrenzer niet voorkomen dat de
ingestelde snelheid wordt overschreden.
Uitschakelen van de functie
► Zet de ring in de middelste stand (O) of zet
het contact af om het systeem te stoppen.
De laatst ingestelde snelheid blijft in het
geheugen opgeslagen.
Storing
De ingestelde snelheid wordt gewist en er
worden streepjes weergegeven.
Laat het systeem controleren door een
CITROËN-dealer of gekwalificeerde werkplaats.
Permanente
snelheidsbegrenzer
Als uw voertuig met deze functie is uitgerust,
kan de rijsnelheid van uw voertuig permanent
worden begrensd op 90 of 100 km/u.
Een sticker in het passagierscompartiment geeft
de maximumsnelheid aan.
De permanente snelheidsbegrenzer is geen
functie van het type snelheidsregelaar. Deze
functie kan tijdens een rit niet door de bestuurder
worden in- of uitgeschakeld.
De maximumsnelheid is ingesteld
volgens de voorschriften van het land
waar het voertuig is verkocht.
De bestuurder kan de maximumsnelheid niet
aanpassen.
Als u de maximumsnelheid wilt aanpassen,
neem contact op met een CITROËN-dealer.
Snelheidsregelaar -
specifieke adviezen
Gebruik voor uw veiligheid en die van uw
medeweggebruikers de
snelheidsregelaar uitsluitend als de
verkeerssituatie het mogelijk maakt om
gedurende een bepaalde tijd met een
constante snelheid en een veilige afstand tot
uw voorligger te blijven rijden.
Blijf waakzaam wanneer de
snelheidsregelaar is ingeschakeld. Wanneer
u op een van de toetsen voor het aanpassen
van de snelheid drukt, kan de snelheid van
uw auto plotseling veranderen.
Op een steile afdaling kan de
snelheidsregelaar niet voorkomen dat de
auto de ingestelde snelheid overschrijdt. Rem
waar nodig om de rijsnelheid te beperken.
Op een steile helling of bij het trekken van
een zware aanhanger kan het voorkomen dat
de ingestelde snelheid niet wordt gehaald of
vastgehouden.
Hoger dan de ingestelde snelheid
Druk het gaspedaal in om de ingestelde
snelheid tijdelijk te overschrijden (de
ingestelde snelheid knippert).
Laat het gaspedaal los om terug te keren
naar de ingestelde snelheid (wanneer
deze snelheid weer wordt bereikt, stopt de
weergave van de snelheid met knipperen).
Rijden
6
83