Pagina 2
CITROËN CITROËN prefereert Een samenwerking die staat voor innovatie CITROËN en TOTAL, al 35 jaar partners, ontwikkelen in nauwe samenwerking motoren en smeermiddelen met de meest geavanceerde technieken. Specifieke motorolie De onderzoeksteams van CITROËN en TOTAL werken samen om u de beste technologische combinatie te kunnen bieden op het gebied van motoren en smeermiddelen.
Pagina 3
Dit instructieboekje is samengesteld op basis van de voor de auto leverbare uitrusting (zowel de standaard als de als extra leverbare uitrusting) en de technische specificaties die gelden voor de af fabriek geleverde auto. Het uitrustingsniveau van uw auto hangt af van de uitvoering, de gekozen extra’s en het verkoopland van uw auto.
Pagina 5
Wij danken u voor de aankoop van deze auto en feliciteren u met uw keus. Lees, alvorens u gaat rijden, dit boekje aandachtig door. Het bevat alle nodige informatie over het gebruik en de uitrusting van uw auto evenals belangrijke aanbevelingen. U wordt geadviseerd deze aanbevelingen nauwgezet op te volgen.
I N H O U D S O P G A V E Hoofdstuk I 4 - 23 Hoofdstuk II 24 - 44 Hoofdstuk III 45 - 62 KORTE HANDLEIDING RIJDEN LEVEN AAN BOORD Bestuurdersplaats ....4-5 Afstandsbediening ....24-25 Portieren ......
Pagina 7
I N H O U D S O P G A V E Hoofdstuk IV 63 - 76 Hoofdstuk V 77 - 88 ONDERHOUD PRAKTISCHE WENKEN TREFWOORDEN- REGISTER ...... 94 96 Openen van de motorkap ..63 Brandstof ........77 Dieselmotoren ......64 Vervangen van gloeilampen ....
B E S T U U R D E R S P L A A T S Zijventilatierooster 12 Passagiersairbag 22 Bedieningsorganen : (rechts en links) • Mistlampen • Mistachterlichten 13 Luidspreker (Tweeter) Bedieningsorganen : (rechts en links) 23 Versnellingshendel •...
I N S T R U M E N T E N P A N E E L Display Afhankelijk type instrumentenpaneel, geeft display verschillende informatie weer. Instrumentenpaneel basis: - Tijd, - Afgelegd aantal kilometers, - Actieradius, - Verbruik, - Gemiddelde snelheid, - Hoogte-instelling Brandstofmeter Koelvloeistoftemperatuurmeter.
Pagina 12
C O N T R O L E L A M P J E S Het branden van de waarschuwingslampjes kan vergezeld gaan van een melding en/of een geluidssignaal Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje SERVICE niet-gedragen koelvloeistoftemperatuur autogordel bestuurder Dit waarschuwingslampje Dit lampje brandt bij het blijft branden aanzetten van het contact...
Pagina 13
C O N T R O L E L A M P J E S Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje ASR-systeem storing frontairbag / gecodeerde startbeveiliging Het controlelampje gaat zijairbag Zie “Sleutels”. branden, combinatie lampje brandt met een geluidssignaal en Waarschuwingslampje het aanzetten van het contact een melding, bij een storing in het water in brandstoffilter gedurende enkele seconden.
C O N T R O L E L A M P J E S Parkeerlicht en dimlicht Storingsmeldingen Zie “Signalering”. Een storing in de auto wordt als volgt op het display weergegeven: - met de overeenkomstige waarschuwingslamp (indien van toepassing) - met de overeenkomstige melding van de storing - met het symbool “Werkplaats”...
Pagina 15
S I G N A L E R I N G Alarmverlichting Gelijktijdige bediening van alle Bediening van de verlichting richtingaanwijzers. Dimlicht / Grootlicht Richtingaanwijzers Gebruik deze verlichting Parkeerlicht Links, omlaag. uitsluitend indien sprake van gevaar, bij een noodstop of Rechts, omhoog.
S I G N A L E R I N G Automatische Follow-me-home-verlichting inschakeling van de Deze functie maakt het mogelijk koplampen de koplampen in te schakelen, Het parkeerlicht en het bijvoorbeeld bij het verlaten van een dimlicht worden automatisch parkeerplaats.
Pagina 17
S I G N A L E R I N G Auto’s uitgerust met Verstelling van de koplampen MISTLAMPEN EN Afhankelijk van de belading van MISTACHTERLICHTEN uw auto, wordt aanbevolen de Voor hoogte van de lichtbundels van de koplampen te corrigeren. Achter Door achtereenvolgens schake- laars 3 en 4 op het dashboard te...
R U I T E N W I S S E R S Interval wissen In stand B kunt u, door ring F te draaien, vier wissnelheden voor het interval wissen kiezen: - wissen met zeer lang interval - wissen met lang interval - wissen met normaal interval - wissen met kort interval Automatisch wissen (auto’s uitgerust met een regensensor)
Pagina 19
R U I T E N W I S S E R S Vervangen van een ruitenwisserblad opstap zich voorbumper bevindt, zorgt voor een goede bereikbaarheid van de ruitenwisserbladen. Voor vervangen ruitenwisserblad: - breng de arm omhoog. - maak het blad los uit de klem door de knop in te drukken en het blad naar de buitenzijde te trekken.
V O O R S T O E L E N ( B e s t u u r d e r ) Hoofdsteun Druk op de lip om de hoogte van de hoofdsteun te verstellen. Verwijderen: druk op de lippen en til de hoofdsteun op.
R U I T B E D I E N I N G Bestuurderszijde (tiptoetsbediening) Wanneer de schakelaar lang wordt ingedrukt, kan de ruit volledig worden geopend gesloten. Bij opnieuw indrukken wordt de beweging van de ruit gestopt. Wanneer de schakelaar kort wordt ingedrukt, wordt de ruit geopend of gesloten tot de schakelaar wordt losgelaten.
S P I E G E L S Binnenspiegel Buitenspiegels Elektrische bediening Met het palletje aan de onderzijde Er zijn twee gedeelten: Verdraai de schakelaar om de kan de spiegel in twee standen spiegel te selecteren. Bovenste spiegeldeel worden gezet: Spiegel bestuurderszijde: Onderste spiegeldeel Normale stand: het palletje is niet...
Pagina 24
V E N T I L A T I E H A N D B E D I E N D E A I R C O N D I T I O N I N G 2 - Interieurlucht Zet de binnenste schakelaar in de gewenste stand.
H A N D B E D I E N D E A I R C O N D I T I O N I N G Aanbevelingen voor een correct gebruik van het systeem: Bediening Schakelaar van... Schakelaar Schakelaar tem- Schakelaar Schakelaar luchttoevoer...
Pagina 26
S N E L H E I D S R E G E L A A R Dit hulpsysteem bij het rijden maakt het mogelijk te rijden met een snelheid naar keuze zonder bediening van het gaspedaal. Dit systeem is werkzaam boven circa 40 km/h in de hoogste versnellingen.
Pagina 27
S N E L H E I D S R E G E L A A R Tijdelijk overschrijden van de kruissnelheid Opnieuw inschakelen van de regelaar Met ingeschakelde regelaar is het altijd mogelijk, Breng de auto op de gewenste snelheid en bedien door het gaspedaal te bedienen, de kruissnelheid te schakelaar 2 “RES”.
A F S T A N D S B E D I E N I N G Centrale ontgrendeling Door toets 1 kort in te drukken wordt het interieur van uw auto ontgrendeld. De richtingaanwijzers knipperen twee keer. Door toets 3 in te drukken wordt de laadruimte ontgrendeld. Tijdens deze handeling licht diode F op.
Pagina 29
A F S T A N D S B E D I E N I N G Lege batterij van de afstandsbediening Als bij bediening van een van de toetsen van de afstandsbediening lampje F knippert, moet de batterij worden vervangen. Batterijtype: CR2032.
S L E U T E L S Elektronische startbeveiliging Door ELEKTRONISCHE STARTBEVEILIGING wordt brandstofsysteem van de motor vergrendeld. Het systeem wordt automatisch ingeschakeld zodra de contactsleutel wordt verwijderd uit het contactslot. Alle sleutels zijn voorzien van een elektronische startbeveiliging. Nadat het contact is aangezet vindt er communicatie plaats tussen de sleutel en de elektronische startbeveiliging.
C O D E K A A R T Bij doorverkoop van de auto is het absoluut noodzakelijk dat de CODE- kaart wordt overgedragen aan de nieuwe eigenaar. Laat de kaart nooit in de auto liggen. CODE-kaart Advies Bij aflevering van de auto wordt Voor alle wijzigingen met betrekking tot de sleutels (toevoegen, het kaart vertrouwelijke...
A N T I - I N B R A A K A L A R M Uitschakelen van het anti- inbraakalarm met de sleutel Ontgrendel de portieren met de sleutel en stap in de auto. Uw auto kan zijn uitgerust met een Het systeem bevat verder een ANTI-INBRAAKALARM.
Pagina 33
A N T I - I N B R A A K A L A R M Inschakelen van het anti-inbraakalarm Controleer eerst of alle opengaande delen correct zijn gesloten. U schakelt het anti-inbraakalarm in door toets A van de afstandsbediening in te drukken. Wanneer het anti-inbraakalarm is ingeschakeld, treedt bij elke inbraakpoging de sirene in werking, vergezeld van het branden van de richtingaanwijzers.
S T U U R S L O T - C O N T A C T - S T A R T M O T O R • STOP: Stuurslot Beweeg, voor het ontgrendelen van de stuurinrichting, het stuurwiel iets en draai tegelijkertijd de sleutel om zonder kracht te zetten.
Pagina 35
S T U U R S L O T - C O N T A C T - S T A R T M O T O R Stuurslot • STOP: na het verwijderen van de sleutel wordt het stuurslot bediend en de stuurinrichting vergrendeld; de vergrendeling kan plaatsvinden in diverse standen van het stuurwiel.
S T A R T E N Controleer of de neutraalstand is ingeschakeld Starten van de motor Draai de sleutel tot in de contactstand. Bedien vervolgens de startmotor tot de motor aanslaat. Zet, als de motor niet aanslaat, het contact uit en herhaal de startprocedure. Druk, bij temperaturen lager dan 0°C, het koppelingspedaal tijdens het starten in, om de startprocedure te vergemakkelijken.
Pagina 37
B O O R D C O M P U T E R Menu’s van de boordcomputer Regeling dashboardverlichting Door bediening toets Met het bedieningspaneel links “TRIP” op het uiteinde van de regelweerstand van het stuur kunt u de volgende ruitenwisserschakelaar, kunt u de werkzaam ingeschakelde...
B O O R D C O M P U T E R Met deze toets kan: • toegang worden verkregen tot de menu’s en submenu’s, • een keuze worden bevestigd, binnen een menu • een menu worden verlaten. • Door de toets lang in te drukken keert u terug naar het beginscherm. Met deze toets kan: •...
Pagina 39
B O O R D C O M P U T E R Beves- Gekozen Druk Gekozen Druk tigen en Kiezen… Functie... beëindi- menu… op... submenu… op… Verhogen Mode Mode Instelling klokje Verlagen Mode Stel uur in Mode Mode Kiezen van de Formaat Mode weergave van het...
Pagina 40
B O O R D C O M P U T E R Beves- Gekozen Druk Gekozen Druk tigen en Kiezen… Functie... menu… op... submenu… op… beëindi- Activeren/deactiveren Mode van de automatische In bewe- Autoclose Mode Mode vergrendelfunctie van ging de portieren (boven Mode 20 km/h)
Pagina 41
B O O R D C O M P U T E R Beves- Gekozen Druk Gekozen Druk tigen en Kiezen… Functie... menu… op... submenu… op… beëindi- Verhogen Mode Verhogen/verlagen Toets gel Mode van het geluidsniveau van de toetsen Verlagen Mode Weergave van de Service...
Pagina 42
O N D E R H O U D S I N T E R V A L I N D I C A T O R U wordt geïnformeerd over het moment waarop de eerstvolgende onderhoudsbeurt moet worden uitgevoerd overeenkomstig het onderhoudsboekje.
V E R S N E L L I N G S H E N D E L 5-versnellingsbak 6-versnellingsbak Achteruitversnelling Til kraagring A op voor het inschakelen van de achteruitversnelling. Schakel de achteruitversnelling pas in als de auto volledig stilstaat. De schakelbeweging moet rustig worden uitgevoerd om kraken van de achteruitversnelling te voorkomen.
S N E L H E I D S B E G R E N Z E R Tachograaf Zie het document dat bij uw auto is geleverd. Snelheidsbegrenzer Afhankelijk van de uitvoering of gemonteerde opties, kan de topsnelheid van uw auto zijn begrensd op 90 of 100 km/h. Deze topsnelheid mag niet worden gewijzigd.
Pagina 45
R E M M E N Handrem De handrem wordt bediend bij stilstaande auto door de hendel stevig aan te trekken, vooral op een helling. Schakel in alle gevallen als voorzorgsmaatregel de eerste versnelling in. Draai op steile hellingen de voorwielen naar het trottoir. Druk, voor het vrijzetten van de handrem, op het uiteinde van de hefboom terwijl u hem iets omhoog trekt;...
Pagina 46
R E M M E N ABS-systeem - antiblokkeersysteem Dit systeem verhoogt de veiligheid door blokkering van de wielen te voorkomen bij abrupt remmen of onder omstandigheden met verminderde wielgrip. Hierdoor blijft de auto beter onder controle. Alle elektrische componenten die essentieel zijn voor het ABS worden voor en tijdens het rijden op hun goede werking gecontroleerd door een elektronisch controlesysteem.
D Y N A M I S C H E S T A B I L I T E I T S R E G E L I N G Dynamische stabiliteitsregeling (ESP) en Antislipregeling (ASR) Deze systemen zijn verbonden met en aanvullend op het ABS-systeem. Bij afwijkingen tussen het door de auto gevolgde traject en het door de bestuurder gewenste traject, grijpt het ESP-systeem automatisch in op het remsysteem van één of meer wielen om de auto op het gewenste traject te...
P A R K E E R H U L P Parkeerhulp Tijdens het achteruitrijden wordt u door middel van een systeem met afstandssensoren in de achterbumper, door geluidssignaal geïnformeerd over aanwezigheid van een obstakel in de achter de auto gelegen detectiezone.
Pagina 49
P O R T I E R E N Automatische vergrendeling van de portieren Wanneer met de auto wordt gere- den kan het systeem automatisch de portieren vergrendelen, zodra een snelheid van circa 20 km/h wordt bereikt. Let op: als een portier wordt geopend wordt opnieuw...
P O R T I E R E N VOORPORTIEREN ZIJSCHUIFDEUR Werking van buitenaf Draai voor ontgrendelen Werking van binnenuit vergrendelen Trek voor openen Druk voor ontgrendelen bestuurdersportier sleutel handgreep eerst naar u toe en en openen de handgreep naar slot, gebruik vervolgens naar achteren.
Pagina 51
P O R T I E R E N ACHTERDEUREN Werking van buitenaf (rechter Werking van de andere deur Openen op 180° deur) Open eerst de rechter deur door de Druk op knop A terwijl de deur Trek voor het openen van het handgreep naar u toe te trekken.
Pagina 52
V E N T I L A T I E - A I R C O N D I T I O N I N G...
Pagina 53
V E N T I L A T I E - A I R C O N D I T I O N I N G Luchttoevoer Airconditioning Zorg ervoor luchtinlaatrooster Ongeacht het jaargetijde kan de airconditioning nuttig luchtinlaatkanaal onder de voorruit van de auto schoon worden gebruikt omdat de luchtvochtigheid en de wa- zijn (vrij van bladeren, sneeuw, etc..).
Pagina 54
H A N D B E D I E N D E A I R C O N D I T I O N I N G 1 - Instelling van de luchtverdeling Draai de buitenste ring in de gewenste stand. Luchtstroom recht van voren.
Pagina 55
H A N D B E D I E N D E A I R C O N D I T I O N I N G 3 - Regeling van de aanjagersnelheid De aanjager werkt uitsluitend bij draaiende motor. Voor aangename omstandigheden in de auto mag deze schakelaar niet in stand 0 blijven staan.
Pagina 56
P R O G R A M M E E R B A R E V E R W A R M I N G De programmeerbare verwarming werkt onafhankelijk van de motor. Met de motor afgezet, kan het interieur worden verwarmd, kunnen de ruiten worden ontdooid...
Pagina 57
P R O G R A M M E E R B A R E V E R W A R M I N G INSCHAKELEN VAN DE VERWARMING Direct gebruik Druk op toets 7. Controleer voordat de verwarming wordt aangezet of: Het scherm en controlelampje van - de schakelaar voor de temperatuurinstelling van de verwarming/ventilatie verwarmingscyclus 1 lichten op en...
Pagina 58
P R O G R A M M E E R B A R E V E R W A R M I N G Geprogrammeerde inschakeling Voordat een inschakeltijd wordt geprogrammeerd moet het klokje op tijd worden gezet. Tijdinstelling Weergave van de tijd Druk op toets 4;...
Pagina 59
P R O G R A M M E E R B A R E V E R W A R M I N G Programmeren van de Het vastleggen van uw instelling inschakeltijd wordt bevestigd doordat inschakeltijd display De inschakeltijd kan tussen 1 verdwijnt, evenals het nummer minuut en 24 uur van te voren van de voorkeuze (B) en de felle...
Pagina 60
P R O G R A M M E E R B A R E V E R W A R M I N G kunt gekozen Onderhoud tijd wijzigen of opheffen via de Laat extra verwarming bovenstaande procedure. minstens één keer per jaar, aan het begin van de winter, door een door CITROËN...
Pagina 61
A I R B A G S Uitschakeling van de passagiersairbag Als u een kinderstoeltje met de rugleuning in de rijrichting op de passagiersstoel voorin plaatst, moet u de airbag voor de passa- gier uitschakelen. Zie “Boord- computer, menu Passagiersair- bag, bladzijde 37”.
Pagina 62
K I N D E R B E V E S T I G I N G S M I D D E L E N De volgende tabel, die conform de Europese wetgeving is opgesteld (Richtlijn 2000/3), toont per zitplaats van de auto op welke manier er een kinderzitje kan worden geplaatst dat vastgezet kan worden met de autogordel en dat “universeel”...
Pagina 63
B I N N E N V E R L I C H T I N G Plafondlamp voor Verlichting “laadruimte” Deze bevindt zich in het midden Boven de deuren aan de achter- van het dak. en zijkant bevinden zich één of twee plafondlampen.
Pagina 64
C O M F O R T I N H E T P A S S A G I E R S C O M P A R T I M E N T Middelste opbergvak Handschoenenkastje onderzijde dashboard bevindt zich opbergvak.
Pagina 65
C O M F O R T I N H E T P A S S A G I E R S C O M P A R T I M E N T Zonneklep Middelste handgreep Aansteker Om verblinding tegen te gaan, Deze is bedoeld voor de passagier Druk de aansteker in en wacht kunt u de zonneklep naar beneden...
Pagina 66
C O M F O R T I N D E L A A D R U I M T E Sjorogen Steun voor verankeringsrail 12-volts accessoireaansluiting (180 W max) Om de bagage in de laadruimte U kunt aan beide zijden van beter te kunnen vastzetten, zijn auto verankeringsrail...
Pagina 67
O P E N E N V A N D E M O T O R K A P Licht de motorkap iets op, druk de Motorkapsteun: maak de steun Deze handeling mag alleen wor- den verricht bij stilstaande auto pal naar rechts en open vervolgens los uit de klem en kantel hem om geopend...
Pagina 68
M O T O R 2 . 2 H D I ( 1 0 0 p k e n 1 2 0 p k )
N I V E A U S Bijvullen van koelvloeistof koelvloeistof- niveau moet zich tussen de merkte- kens MINI en MAXI op het expansievat bevinden. Vul koelvloeistof bij. Als meer dan 1 liter moet worden bijgevuld, moet het koelcircuit door een door CITROËN erkend bedrijf worden gecontroleerd.
Pagina 71
N I V E A U S Remvloeistofreservoir Controleer regelmatig het niveau. vloeistofniveau moet zich tussen de merktekens mini en maxi op het reservoir bevinden. Als het controlelampje tijdens het rijden gaat branden, stop dan onmiddellijk en raadpleeg een door CITROËN erkend bedrijf. Ruitensproeiervloeistof vóór Remvloeistof Gebruik...
Pagina 72
B R A N D S T O F S Y S T E E M D I E S E L Aftappen van water uit het brandstoffilter Het water moet regelmatig worden afgetapt (bij elke olieverversing branden waarschuwingslampje). Draai de aftapplug onder het filter los om het water af te tappen.
Pagina 73
B L O K K E R I N G V A N D E B R A N D S T O F T O E V O E R Uw auto is voorzien van een veiligheidssysteem dat de elektrische voeding en de brandstoftoevoer kan onderbreken.
I N H O U D R E S E R V O I R S Ruitensproeiervloeistof Hoeveelheid motorolie Motortype (in liters) Motor 2.2 HDI 100 pk Motor 2.2 HDI 120 pk (1) Na olie aftappen en vervanging van het oliefilter...
A C C U Starten met een hulpaccu Als de accu ontladen is, kan een hulpaccu worden gebruikt of de accu van een andere auto. Plusaansluiting op de auto met accupech (onder de motorkap). Hulpaccu. Metalen deel van de auto met accupech. Controleer of de hulpaccu de juiste spanning heeft (12 volt).
Z E K E R I N G E N Zekeringkast Zekeringen onder het dashboard (bestuurderszijde) In de auto zijn drie zekeringkasten aangebracht; op het dashboard (bestuurderszijde), in de stijl aan Verwijder voor toegang tot de zekeringen de schroeven passagierszijde en onder de motorkap. en kantel de zekeringkast.
Pagina 77
Z E K E R I N G E N T A B E L Z e k e r i n g e n o n d e r h e t d a s h b o a r d Nummer Ampèrage Functies...
Pagina 78
Z E K E R I N G E N T A B E L Z e k e r i n g e n i n d e s t i j l a a n p a s s a g i e r s z i j d e Nummer Ampèrage Functies...
Pagina 79
Z E K E R I N G E N T A B E L Z e k e r i n g e n o n d e r d e m o t o r k a p Nummer Ampèrage Functies...
B R A N D S T O F BRANDSTOFSOORT Op de brandstoftankdop bevindt zich een sticker waarop de toegestane brandstofsoorten zijn vermeld. Trek de klep van de brandstoftank open bij de uitsparing. Tankdop met slot - Houd de dop tegen, - Draai de sleutel een derde slag rond, - Draai vervolgens de dop los.
Pagina 82
V E R V A N G E N V A N D E L A M P E N KOPLAMPUNIT VOOR - Open de motorkap. - Plaats voor toegang tot de lampen uw hand achter de koplampunit, zoals is aangegeven in de afbeelding. ...
Pagina 83
V E R V A N G E N V A N D E L A M P E N D. Richtingaanwijzers - Draai lamphouder kwartslag en trek hem los. - Vervang de defecte gloeilamp. Mistlampen Raadpleeg een door CITROËN erkend bedrijf.
Pagina 84
V E R V A N G E N V A N D E L A M P E N Achterlicht Verwijderen Kentekenplaatverlichting - Stel vast welke gloeilamp defect - Maak de transparante afdekking Remlicht / Parkeerlicht los met de schroevendraaier uit ...
Pagina 85
V E R V A N G E N V A N D E L A M P E N Remlicht Plafondlampen - Draai de twee schroeven los - Maak de plafondlamp met een (vanaf de buitenzijde van de schroevendraaier los en licht het auto).
Pagina 86
V E I L I G H E I D S A A N B E V E L I N G E N Trekhaak Wij adviseren u de montage van deze voorziening over te laten aan een door CITROËN erkend bedrijf, aangezien deze bekend is met de sleepcapaciteiten van de auto.
V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Gereedschap Toegang tot het reservewiel Het benodigde gereedschap is - Open de deur van de laadruimte 180 graden (zie “Opengaande delen”), opgeborgen in een vak onder de - verwijder de beschermdop aan de buitenzijde van het achterste deel van voorpassagiersstoel.
Pagina 88
V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Demonteren 1 - Parkeer de auto op een horizontale ondergrond. Zet de handrem vast. 2 - Zet het contact af en schakel de eerste versnelling in (op een neerwaartse helling of op een vlakke weg) of de achteruitversnelling (op een opwaartse helling).
Pagina 89
V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Monteren 1 - Breng het wiel correct aan op de naaf. 2 - Draai de bouten aan maar zet ze nog niet definitief vast. 3 - Draai de krik in en verwijder hem.
Pagina 90
V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Terugplaatsen van het reservewiel in de drager - breng de drager aan op het wiel, - zet de borgbout vast, - plaats het wiel onder de auto, - draai de sleutel rechtsom zodat het wiel volledig omhoog wordt gebracht.
Pagina 91
S L E P E N – G E S L E E P T W O R D E N Advies Het slepen op lage snelheid Slepen Gesleept worden over een geringe afstand is uitzondering toegestaan Gebruik geschikte sleep- Breng het sleepoog aan.
A L G E M E E N Motor 2.2 HDI Motor 2.2 HDI DIESELMOTOREN 100 pk 120 pk Cilinderinhoud (cm 2198 2198 Fiscaal vermogen Maximum theoretische snelheid (km/h): Belading en aanhangergewichten Raadpleeg uw kentekenbewijs. Daklast: 25 kg per bevestigingspunt. Houd u aan het toegestane aanhangergewicht van uw auto.
Pagina 95
A F M E T I N G E N Uw Jumper is verkrijgbaar in 4 verschillende lengtes en 3 verschillende hoogtes. Lengte Hoogte Wielbasis (A) 3000 3450 4035 4035 Overhang, voor (C) Overhang, achter (D) 1015 1015 1015 1015 1015 1015 1015...
I D E N T I F I C A T I E Constructeursplaatje 1 : Nummer Europese typegoedkeuring. 2 : VIN-nummer. 3 : Totaal toelaatbaar gewicht. 4 : Totaal treingewicht. 5 : Maximumaslast vooras. 6 : Maximumaslast achteras. De lakcode staat vermeld op een sticker die onder de motorkap is aangebracht. Elk vervangingsonderdeel is exclusief voor het merk CITROËN.
Pagina 98
T R E F W O O R D E N R E G I S T E R B Bandenspanning ..85-XV-XVI E Elektronische Batterij vervangen ....71 startbeveiliging ....26 Bediening verlichting ..11-12 ESP ........43 Belading en aanhanger ..XVI Bescherming van kinderen ....
Pagina 99
T R E F W O O R D E N R E G I S T E R K Katalysator ......XVII O Onderhoud carrosserie ..XXI S Sleepoog ......87 Kinderen veilig Onderhoud interieur ..XXII Slepen ......87-XVI vervoeren ....58-VIII-IX Ontdooiing - Sleutel gecodeerde Kinderstoeltjes ..
Pagina 100
T R E F W O O R D E N R E G I S T E R V Ventilatie ....20-21-48 51 Ventilatieroosters ....4-5 Verbruik ........92 Vergrendeling, automatisch ....24-45 Verlichting ....11-12-X Versnellingsbak, handbediend .......39 Vervangen van de batterij van de afstandsbediening ....25...