Download Print deze pagina

Advertenties

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor CITROEN DS5 2012

  • Pagina 2 "Particulieren", internetadres raadplegen: de taal, http://service.citroen.com het model van uw auto, de uitgiftedatum die overeenkomt met de datum van deel 1A op het kentekenbewijs van uw auto. U kunt hier uw instructieboekje in dezelfde lay-out bekijken.
  • Pagina 3 Wij maken u attent op het volgende: Citroën beschikt wereldwijd over een uitgebreid gamma modellen. Uw auto is, afhankelijk van het Modellen die worden gekenmerkt door uitrustingsniveau, de uitvoering en de een geraffineerde mix van hoogwaardige techniek en constante specifieke kenmerken voor het land waarvoor innovatie, evenals een moderne en creatieve benadering uw auto bestemd is, slechts van een deel van van het begrip mobiliteit.
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave IN EEN Symbolen OOGOPSLAG veiligheidswaarschuwing aanvullende informatie TREFWOORDENREGISTER adviezen met betrekking tot de bescherming van het milieu programmeren van een functie via het ZOEKEN OP configuratiemenu AFBEELDING verwijzing naar aangegeven pagina...
  • Pagina 5 CONTROLE TIJDENS TOEGANG TOT COMFORT RIJDEN HET RIJDEN DE AUTO Instrumentenpaneel Elektronische sleutel - Voorstoelen Starten - afzetten van de afstandsbediening motor Verklikkerlampjes Achterbank Elektrische parkeerrem Bagageruimte Meters Spiegels 105 Hill holder Alarm Regelknoppen Stuurwielverstelling 106 Handgeschakelde Elektrisch bedienbare ruiten Klokje Voorzieningen interieur versnellingsbak...
  • Pagina 6 ZICHT VEILIG VERVOEREN VEILIGHEID PRAKTISCHE VAN KINDEREN INFORMATIE 132 Lichtschakelaar 152 Kinderzitjes 164 Richtingaanwijzers 180 Bandenreparatieset 135 Verlichting overdag 158 ISOFIX-kinderzitjes 165 Urgence-oproep of 186 Wiel verwisselen Assistance-oproep 136 Automatische verlichting 161 Kinderbeveiliging 193 Een lamp vervangen 165 Claxon 137 Automatische schakeling 201 Zekeringen vervangen grootlicht/dimlicht 166 Bandenspanningscontrolesysteem...
  • Pagina 7 ONDERHOUD TECHNISCHE AUDIO EN GEGEVENS DATACOMMUNICATIE 219 Openen van de motorkap 232 Benzinemotoren 242 Urgence-oproep of Assistance-oproep 220 Benzinemotoren 233 Gewichten (benzine) 245 eMyWay 221 Dieselmotoren 235 Dieselmotoren 299 Audio-installatie 222 Brandstoftank leeg (Diesel) 236 Gewichten (diesel) 223 Niveaus controleren 238 Afmetingen 226 Controles 239 Identificatie...
  • Pagina 8 In één oogopslag In één oogopslag...
  • Pagina 10 Buitenzijde Stop & Start Dit systeem zet de motor tijdelijk af als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch weer gestart als u weer weg wilt rijden. Het Stop & Start-systeem zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
  • Pagina 11 Eerste kennismaking Buitenzijde Achteruitrijcamera Deze functie, die alleen beschikbaar is op uitvoeringen met navigatie, wordt automatisch Automatische schakeling geactiveerd als u de achteruitversnelling grootlicht/dimlicht inschakelt; het zicht naar achteren wordt vervolgens weergegeven op het kleurenscherm. Dit systeem zorgt ervoor dat, afhankelijk van de verkeerssituatie, automatisch wordt overgeschakeld van grootlicht naar dimlicht en omgekeerd.
  • Pagina 12 Openen Keyless entry and start Brandstoftank Elektronische sleutel Openen Openen van de brandstoftankklep. Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 60 liter. Houd uw hand, terwijl de elektronische sleutel zich in het detectiegebied A bevindt, achter de buitenportiergreep om de auto te ontgrendelen, trek vervolgens aan de portiergreep om het portier te openen.
  • Pagina 13 Eerste kennismaking Interieur Audio- en communicatiesystemen Deze systemen zijn voorzien van de Head-up display nieuwste technologie: autoradio met MP3- Dit systeem projecteert de informatie over de afspeelmogelijkheid, USB-aansluiting, wagensnelheid en de snelheidsbegrenzer/ Bluetooth-handsfree set, navigatiesysteem snelheidsregelaar op een getint scherm in het met kleurenscherm, AUX-aansluitingen, hifi- gezichtsveld van de bestuurder, zodat deze audiosysteem, ...
  • Pagina 14 Schakelaars Het branden van een verklikkerlampje geeft aan of de bijbehorende functie is in- of uitgeschakeld. Uitschakelen parkeerhulp. Inschakelen van Lane Departure Keyless starten en afzetten van de motor. Warning. Uitschakelen van het CDS-systeem. Inbraakalarm uitschakelen. Vergrendelen/ontgrendelen van het interieur. Uitschakelen van het Stop &...
  • Pagina 15 Eerste kennismaking Juiste zitpositie Voorstoelen Handmatig verstellen Hoogte- en hoekverstelling van de hoofdsteun. 2. Rugleuningverstelling. 3. Hoogteverstelling van de zitting. 4. Verstelling in lengterichting van de stoel. 5. Verstelling van de lendensteun van de bestuurdersstoel . Elektrisch Hoek- en hoogteverstelling van de zitting en verstelling in lengterichting.
  • Pagina 16 Cockpit Hendel motorkapontgrendeling. 14. Schakelaars ruiten / elektrisch bediende 27. Airbag bestuurder. 2. Koplampverstelling. kindersloten / centrale vergrendeling. Claxon. 3. Verstelbare en afsluitbare 15. Bedieningspaneel van eMyWay. 28. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer. zijventilatieroosters. 16. Versnellingspook. 29. Schakelaarpaneel (zie vorige pagina). 4. Ontwaseming van de voorportierruiten. 17.
  • Pagina 17 Eerste kennismaking...
  • Pagina 18 Juiste zitpositie Verstellen van de Stuurwiel verstellen Bediening stoelverwarming hoofdsteun Druk de nok A in en druk tegelijkerrtijd de Ontgrendelen van het stuurwiel met de 0 : uit. hoofdsteun naar beneden om deze lager te zetten. hendel. 1: laag. Beweeg om de hoofdsteun hoger te zetten deze 2.
  • Pagina 19 Eerste kennismaking Comfort Buitenspiegels Binnenspiegel Veiligheidsgordels vóór Verstellen Automatisch instellen van de dag- of Selecteren van de linker of rechter nachtstand. buitenspiegel. 2. Verstellen van de binnenspiegel. 2. Verstellen van de buitenspiegel. 3. In de neutraalstand zetten van de selectieschakelaar van de buitenspiegel. 4.
  • Pagina 20 Zicht Verlichting Ruitenwissers Inschakelen van de stand Ring A Schakelaar A: ruitenwissers vóór "AUTO" Hoge snelheid. Uit. Beweeg de hendel één keer omlaag. Normale snelheid. Uitschakelen van de stand Int. Interval. Automatische verlichting. "AUTO" Uit. Parkeerlicht. AUTO Automatische ruitenwissers. Beweeg de hendel nogmaals één keer omlaag of zet de hendel in een andere Een keer wissen: trek de hendel één Dimlicht/grootlicht.
  • Pagina 21 Eerste kennismaking Controle tijdens het rijden Instrumentenpaneel Verklikkerlampjes Wanneer u het contact aanzet, slaan alle C. Als het contact wordt aangezet, wordt op Als het contact wordt aangezet, gaan de oranje en rode waarschuwingslampjes meters uit en keren vervolgens terug naar de het display van het instrumentenpaneel het branden.
  • Pagina 22 Veiligheid voor alle inzittenden Airbag voorpassagier Veiligheidsgordels voor en frontairbag aan passagierszijde A. Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/ E. Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/ losgemaakte veiligheidsgordel linksvoor. losgemaakte veiligheidsgordel linksachter. B. Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/ Verklikkerlampje uitgeschakelde airbag losgemaakte veiligheidsgordel rechtsvoor. vóór aan passagierszijde. C. Verklikkerlampje niet-vastgemaakte/ losgemaakte veiligheidsgordel G.
  • Pagina 23 Eerste kennismaking Veilig rijden Elektronisch bediende parkeerrem Controleer voordat u uitstapt of het parkeerremlampje en het verklikkerlampje P op de bediening A permanent branden. Als u een aanhanger of een caravan trekt en de hellingscondities mogelijk variëren (transport via de boot, vrachtauto, slepen...) trek dan de parkeerrem met de hand maximaal aan - trek de hendel A zo ver mogelijk uit - totdat de auto stilstaat.
  • Pagina 24 Onder het rijden Snelheidsbegrenzer "LIMIT" Snelheidsregelaar Weergave op het instrumentenpaneel "CRUISE" Als de snelheidsregelaar of -begrenzer is ingeschakeld, verschijnen de instellingen van het systeem op het instrumentenpaneel. Schakelindicator Selecteren van de snelheidsbegrenzer. Selecteren van de snelheidsregelaar. 2. Verlagen van de ingestelde snelheid. 2.
  • Pagina 25 Eerste kennismaking Onder het rijden Stop & Start Overgang naar de STOP-stand Overgang naar de START-stand Uit-/inschakelen van de motor van de motor Het verklikkerlampje "ECO" op het Het verklikkerlampje "ECO" gaat uit instrumentenpaneel gaat branden en en de motor wordt gestart. Bij auto's de motor komt in de standby-stand.
  • Pagina 26 Eco-rijden Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO -uitstoot van uw auto verminderen. Maak optimaal gebruik van Gebruik op slimme wijze de elektrische voorzieningen de versnellingsbak Laat de motor vooral 's winters na het starten Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur Als uw auto is voorzien van een in de auto hoog is opgelopen, open dan alle...
  • Pagina 27 Eerste kennismaking Beperk de oorzaken van een Houd u aan de hoger brandstofverbruik onderhoudsvoorschriften Controleer regelmatig de bandenspanning Laat bij het tanken het vulpistool niet meer Verdeel het gewicht evenwichtig over de (bij koude banden), houd u daarbij aan de dan drie keer afslaan;...
  • Pagina 28 Controle van de werking...
  • Pagina 30 Instrumentenpaneel benzine-diesel Meters en displays Bedieningstoetsen Toerenteller (x 1000 t/min of rpm), 6. Opschakelindicator (handgeschakelde A. Dimmer dashboardverlichting en schaalverdeling afhankelijk van de versnellingsbak) of weergave positie verlichting bedieningselementen. motoruitvoering (benzine of diesel). selectiehendel (EGS-versnellingsbak of B. - Herhaaldelijk kort 2.
  • Pagina 31 Controle tijdens het rijden Verklikkerlampjes De verklikkerlampjes geven de bestuurder Zodra de motor wordt gestart, moeten deze Sommige verklikkerlampje kunnen op informatie over de werking van een lampjes weer uitgaan. twee manieren oplichten: permanent of systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of Als het lampje blijft branden, controleer dan knipperend.
  • Pagina 32 Verklikkerlampjes ingeschakelde functies De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld. Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Richtingaanwijzer knippert, met Als u de lichtschakelaar omlaag links geluidssignaal. beweegt.
  • Pagina 33 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Mistachterlichten permanent. De mistachterlichten zijn Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten ingeschakeld. uit te schakelen. Voorgloeien permanent. De startknop "START/STOP" is Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat. Wanneer het lampje uitgaat, wordt de motor dieselmotor ingedrukt (Contact).
  • Pagina 34 Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Automatische permanent. De ruitenwisserschakelaar is naar De automatische stand van de ruitenwissers vóór is ruitenwissers beneden bewogen. geactiveerd. Beweeg om de automatische stand van de ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand. Airbag aan permanent op het De schakelaar in het dashboardkastje...
  • Pagina 35 Controle tijdens het rijden Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display van het instrumentenpaneel. Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Passagiersairbag permanent, op De schakelaar in het dashboardkastje...
  • Pagina 36 Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen. Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display van het instrumentenpaneel wordt weergegeven.
  • Pagina 37 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Elektrische knippert. Het aantrekken van de elektrische Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. parkeerrem parkeerrem is onderbroken. Parkeer de auto op een vlakke, horizonale Het aantrekken/vrijzetten werkt niet. ondergrond, zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
  • Pagina 38 Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Antiblokkeersysteem permanent. Er is een storing in het De normale remwerking blijft behouden. (ABS) antiblokkeersysteem. Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Dynamische knippert. De CDS-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor stabiliteitscontrole een betere koersstabiliteit.
  • Pagina 39 Controle tijdens het rijden Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen Autogordel(s) permanent Een van de autogordels is niet Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de niet vastgemaakt of knippert in vastgemaakt of weer losgemaakt. gesphouder. of weer combinatie met een losgemaakt geluidssignaal.
  • Pagina 40 Koelvloeistoftemperatuurmeter De temperatuur en de druk in het koelcircuit beginnen na enkele minuten rijden te stijgen. Om koelvloeistof bij te vullen: wacht tot de motor is afgekoeld, draai de dop twee omwentelingen los om de druk te laten dalen, verwijder vervolgens de dop, vul bij tot aan het merkteken "MAXI".
  • Pagina 41 Controle tijdens het rijden Onderhoudsindicator De afstand tot de eerstvolgende De afstand tot de eerstvolgende De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel kilometer u nog verwijderd bent van de beurt is meer dan 3000 km beurt is minder dan 1000 km eerstvolgende onderhoudscontrole volgens het Als het contact wordt aangezet, verschijnt er Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsschema van de fabrikant.
  • Pagina 42 De afstand tot de eerstvolgende Op 0 zetten van de Opnieuw weergeven van de beurt is overschreden onderhoudsindicator onderhoudsinformatie Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie 5 seconden de sleutel knipperen om aan te weergeven.
  • Pagina 43 Controle tijdens het rijden Motorolieniveaumeter De motorolieniveaumeter geeft aan of het motorolieniveau in orde is. Bij het aanzetten van het contact wordt eerst de onderhoudsindicator weergegeven en vervolgens gedurende enkele seconden het motorolieniveau. Olieniveau correct Storing motorolieniveaumeter Een controle van het olieniveau is alleen Als de motorolieniveaumeter defect is, Als het motorolieniveau in orde is, wordt wordt een melding op het display van het...
  • Pagina 44 Kilometerteller Dagteller Dimmer dashboardverlichting De kilometerteller geeft de totale De dagteller geeft het aantal gereden U kunt de lichtsterkte van de kilometerstand van de auto aan. kilometers weer nadat de bestuurder de teller dashboardverlichting handmatig aanpassen De kilometerteller en dagteller worden op 0 heeft gezet.
  • Pagina 45 Controle tijdens het rijden Black-panelfunctie Klokje (donker scherm) met eMyWay Met dit systeem kan de verlichting van bepaalde displays worden uitgeschakeld voor Het analoge klokje is niet voorzien van een Raadpleeg voor meer informatie het een rustiger beeld tijdens nachtelijke ritten instelknop.
  • Pagina 46 Boordcomputer Display van het instrumentenpaneel Traject resetten Actuele informatie: ● actieradius, ● actueel brandstofverbruik, ● de teller van het Stop & Start- systeem. Weergave van de informatie Traject "1": ● gemiddelde snelheid, voor het eerste traject. ● gemiddeld brandstofverbruik. Druk zodra het gewenste traject wordt aangegeven de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar langer dan twee seconden in.
  • Pagina 47 Controle tijdens het rijden Enkele definities... Actieradius Momenteel verbruik Gemiddelde snelheid (km of miles) (l/100 km, km/l of mpg) (km/h of mph) De actieradius geeft aan Dit is het gemiddelde Dit is de gemiddelde snelheid brandstofverbruik over de laatste sinds de laatste nulstelling van de hoeveel kilometer u nog met de resterende hoeveelheid seconden.
  • Pagina 48 Toegang tot de auto...
  • Pagina 50 Elektronische sleutel afstandsbediening Openen van de achterklep Selectief ontgrendelen Deze functie kan via het Druk op deze knop tot u hoort configuratiemenu worden ingesteld. dat de achterklep ontgrendeld Standaard is de volledige wordt. De auto is nu geheel ontgrendeling geactiveerd. ontgrendeld.
  • Pagina 51 Toegang tot de auto Systeem "Keyless entry and start" Openen van de auto Selectief ontgrendelen Volledig ontgrendelen U kunt dit instellen via het configuratiemenu. Standaard staat de auto ingesteld op volledig ontgrendelen. Wanneer u de elektronische sleutel op zak hebt en u alleen het bestuurdersportier wilt ontgrendelen, legt u uw hand achter de portiergreep van het bestuurdersportier en trekt u aan de portiergreep om het portier...
  • Pagina 52 Sluiten van de auto Lokaliseren van de auto Met deze functie kunt u uw auto Let erop dat niemand het correcte op afstand lokaliseren, wat vooral sluiten van de ruiten in de weg staat. praktisch is bij weinig licht. De auto Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens dient hiervoor wel vergrendeld te zijn.
  • Pagina 53 Toegang tot de auto Contact aan zonder starten Supervergrendeling van de motor Met keyless entry and start (accessoirestand) De supervergrendeling blokkeert het van buitenaf en van binnenuit openen van de portieren. Als de supervergrendeling Druk, met de elektronische sleutel van het is ingeschakeld, is ook de vergrendelingsschakelaar in het keyless entry and start-systeem in de lezer of in...
  • Pagina 54 Noodprocedure Noodprocedure voor openen/sluiten met de geïntegreerde sleutel Volledig ontgrendelen Volledig vergrendelen Verdraai de sleutel naar de voorzijde van Verdraai de sleutel naar de achterzijde van Met de geïntegreerde sleutel kan de auto de auto om de auto te ontgrendelen. de auto om de auto volledig te vergrendelen.
  • Pagina 55 Toegang tot de auto Storing in en resetten van Batterij van de elektronische sleutel vervangen de afstandsbediening Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels, het vervangen van de batterij van de afstandsbediening of een storing in de afstandsbediening kan de auto niet meer met de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd worden.
  • Pagina 56 Elektronische sleutel verloren Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en, indien mogelijk, met het kaartje voorzien van de sleutelcode naar het CITROËN-netwerk. Het CITROËN-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en een nieuwe bestellen. Elektronische sleutel De radiografische elektronische sleutel is een systeem met een groot bereik.
  • Pagina 57 Toegang tot de auto Bediening centrale vergrendeling Noodbediening Automatische centrale vergrendeling van de portieren Functie die het mogelijk maakt om de portieren (beveiliging tegen agressie) mechanisch te vergrendelen of te ontgrendelen De portieren en de koffer kunnen tijdens het bij een lege accu of in het geval van een storing rijden automatisch worden vergrendeld (bij een in de centrale vergrendeling.
  • Pagina 58 Bagageruimte Openen vanuit het interieur Noodbediening Vergrendelen van het portier aan passagierszijde en de achterportieren Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele Open de portieren. storing in het systeem van de centrale Controleer of de kinderbeveiliging van de vergrendeling de achterklep mechanisch Houd deze knop ingedrukt tot u hoort dat achterportieren niet geactiveerd is (zie het...
  • Pagina 59 Toegang tot de auto Alarm - Wegsleepbeveiliging Het alarmsysteem is geactiveerd: het controlelampje van de knop zal één keer per Dit systeem treedt in werking als er veranderingen seconde knipperen. in de wagenhoogte worden waargenomen. Nadat de vergrendelknop van de Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild, afstandsbediening is ingedrukt of nadat de verplaatst of aangestoten.
  • Pagina 60 Vergrendelen van de auto Opnieuw inschakelen van de Storing afstandsbediening interieur- en wegsleepbeveiliging met alleen de uitwendige Om de alarmsystemen uit te schakelen: beveiliging ingeschakeld Druk op de ontgrendelknop Ontgrendel de auto met de sleutel van de afstandsbediening of (in de afstandsbediening) in het slot Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit ontgrendel de auto met het van het bestuurdersportier.
  • Pagina 61 Toegang tot de auto Elektrisch bedienbare ruiten Handbediening Duw of trek de schakelaar tot het zware punt om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten. Automatische bediening Duw of trek de schakelaar voorbij het zware punt om de ruit te openen of te sluiten.
  • Pagina 62 Antiklemvoorziening Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit, Resetten van de stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk ruitbediening weer open. Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de Als de accu losgekoppeld is geweest, moet de schakelaar om de ruit helemaal te openen en Wanneer tijdens het bedienen van de ruitbediening gereset worden.
  • Pagina 63 Toegang tot de auto Cockpit roof Elektrische zonneschermen U hebt de beschikking over een panoramisch Zowel het openen als het sluiten is op twee oppervlak van getint glas, waardoor de manieren mogelijk: lichtinval en het zicht in het interieur worden vergroot.
  • Pagina 64 Klembeveiliging Als het zonnescherm tijdens het automatisch Meteen nadat het scherm tijdens het sluiten Wanneer tijdens het bedienen van sluiten bijna volledig is gesloten en op een stopt en weer opengaat: het scherm iets bekneld raakt, moet obstakel stuit, stopt het scherm en gaat het bedien de schakelaar tot het scherm het scherm weer worden geopend.
  • Pagina 65 Toegang tot de auto Brandstoftank Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 60 liter. Openen Tanken Steek bij een benzine-uitvoering het vulpistool zo ver mogelijk in de vulopening en druk hierbij de metalen klep A in. Vul de brandstoftank. Laat het vulpistool maximaal drie keer afslaan, aangezien er anders storingen kunnen optreden.
  • Pagina 66 Vulpistoolrestrictie (diesel) * Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om benzine te tanken. Hiermee wordt schade aan motoren, ontstaan door het tanken van de verkeerde Minimumbrandstofniveau brandstof, voorkomen. Deze voorziening, die in de tankopening is ingebouwd, is zichtbaar zodra u de brandstoftankdop verwijdert. Als het minimumbrandstofniveau Werking is bereikt, gaat dit...
  • Pagina 67 Toegang tot de auto Uitschakelen Brandstofkwaliteit voor Brandstofkwaliteit voor benzinemotoren dieselmotoren Om te kunnen tanken bij tankstations met dieselvulpistolen die niet van het juiste Auto's met benzinemotoren kunnen Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloos type zijn (aanwezig in sommige landen), probleemloos rijden op biobrandstoffen van het rijden op biobrandstoffen die aan de huidige is er gereedschap waarmee u tijdelijk de type E10 en E24 (deze bevatten resp.
  • Pagina 68 Comfort...
  • Pagina 70 Voorstoelen Handmatig Hoofdsteun in hoogte verstellen en kantelen Trek de hoofdsteun omhoog om deze hoger te stellen. Houd de pal ingedrukt en druk gelijktijdig op de hoofdsteun om de hoofdsteun lager te stellen. 2. Kantelen van de rugleuning Draai aan de draaiknop om de rugleuning in de gewenste hellingshoek te zetten.
  • Pagina 71 Comfort Elektrisch Zitting kantelen en in hoogte en in lengterichting verstellen Licht de schakelaar aan de voorzijde op of druk deze neer om de zitting van de stoel te kantelen. Licht de schakelaar aan de achterzijde op of druk deze neer om de zitting te verhogen of te verlagen.
  • Pagina 72 Opslaan van zitposities in het geheugen Opslaan van een zitpositie met Oproepen van een opgeslagen de toetsen M / 1 / 2 zitpositie Druk kort op de toets 1 of 2 om de Zet het contact aan. desbetreffende zitpositie op te roepen. Zet uw stoel en de head-up display in de Een geluidssignaal geeft aan dat de gewenste stand.
  • Pagina 73 Comfort Hoogte- en hoekverstelling hoofdsteun Trek de hoofdsteun omhoog om hem hoger Voor de veiligheid is het frame van de hoofdsteun gekarteld om te voorkomen te zetten. Druk op de pal A en trek de hoofdsteun dat de hoofdsteun zakt in het geval van omhoog om hem te verwijderen.
  • Pagina 74 Massagefunctie Bediening stoelverwarming Inschakelen Druk op deze knop. Het verklikkerlampje gaat branden en de massagefunctie wordt voor een tijdsduur van 1 uur ingeschakeld. Gedurende deze tijdsduur wordt de massage in 6 cycli van 10 minuten uitgevoerd (6 minuten massage worden gevolgd door 4 minuten rust). Na een uur wordt de functie uitgeschakeld, het verklikkerlampje gaat dan uit.
  • Pagina 75 Comfort Achterbank U kunt het linkerdeel (2/3) en/of het rechterdeel (1/3) van de rugleuning van de achterbank neerklappen om de bagageruimte te vergroten. Neerklappen van het zitgedeelte en de rugleuning Zet het zitgedeelte 1 via de achterkant rechtop. Trek de hendel 3 naar voren om de Schuif de desbetreffende voorstoel indien nodig naar voren.
  • Pagina 76 Terugplaatsen van de rugleuning en het zitgedeelte Houd de gordelgeleider 2 tegen de zijwand Plaats het zitgedeelte 1 terug. Let erop dat bij het terugplaatsen van om te voorkomen dat de gordel beklemd Laat de geleider van de gordel 2 los. de rugleuning van de achterbank de raakt tijdens het terugplaatsen van het Plaats de veiligheidsgordel terug in de...
  • Pagina 77 Comfort Verwijderen van de zitting Hoofdsteunen achter De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand Verwijder de zitting 1 uit de bevestigingen Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn door de zitting omhoog te trekken. (hoog) en een ingeklapte stand (laag). verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn De hoofdsteunen kunnen ook worden geplaatst en correct zijn afgesteld.
  • Pagina 78 Spiegels Buitenspiegels Inklappen Automatisch: vergrendel de auto met behulp van de elektronische sleutel. Handmatig: draai bij aangezet contact de schakelaar A naar beneden. Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van de schakelaar A , worden ze niet automatisch uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld.
  • Pagina 79 Comfort Stuurwielverstelling Binnenspiegel Zicht Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter de auto. De binnenspiegel is voorzien van een nachtstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder minder hinder ondervindt van de koplampverlichting van achteropkomend verkeer, zon ... (antiverblindingsstand). Automatisch dimmende binnenspiegel Zorg dat de auto stilstaat en trek aan de hendel om het stuurwiel te ontgrendelen.
  • Pagina 80 Voorzieningen interieur Dashboardkastje 2. Opbergvak 3. Opbergvakken (volgens uitvoering) 4. Kaartenvak (volgens uitvoering) 5. Uitneembare asbak / 12V-aansluiting (120 W) Druk op het deksel om de asbak te openen. Asbak legen: trek de asbak omhoog om deze te verwijderen. 6. Middenarmsteun vóór met bergruimte Deze is verlicht, gekoeld en voorzien van bergruimte (fles van 1,5 liter, ...).
  • Pagina 81 Comfort Aansteker / Matten 12V-aansluiting De matten zijn uitneembaar en beschermen de vloerbedekking van de auto. Bevestigen Terugplaatsen Terugplaatsen van de mat aan de bestuurderszijde: leg de mat goed op zijn plaats, druk de bevestigingen vast, controleer of de mat goed vastzit. Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen: gebruik uitsluitend matten die op de...
  • Pagina 82 Middenarmsteun USB-box Voor het comfort en als opbergmogelijkheid Deze aansluitmodule, die bestaat uit een Tijdens het gebruik van de USB-poort kan de voor de bestuurder en voorpassagier. JACK-aansluiting en een USB-poort, bevindt draagbare apparatuur automatisch worden zich in de armsteun vóór (onder het deksel). opgeladen.
  • Pagina 83 Comfort Middenarmsteun achter Skiluik Klap de middenarmsteun achter omlaag Het skiluik kan worden gebruikt voor het vervoeren van lange voorwerpen. voor een optimaal zitcomfort. De armsteun is bij bepaalde uitvoeringen voorzien van bekerhouders. Tevens hebt u, als Openen de armsteun is neergeklapt, toegang tot het Klap de middenarmsteun omlaag.
  • Pagina 84 Voorzieningen van de bagageruimte Hoedenplanken Deze kunnen worden verwijderd zodat grotere voorwerpen vervoerd kunnen worden. 2. Haken (voor tassen) 3. Sjorogen 4. Riemen voor de gevarendriehoek...
  • Pagina 85 Comfort Gevarendriehoek (opbergen) Op de weg plaatsen van de gevarendriehoek Plaats de gevarendriehoek achter de auto op de in de onderstaande tabel aangegeven afstand, afhankelijk van het wegtype en de hoeveelheid buitenlicht. Plaatsingsafstand (in meter) Buiten de bebouwde kom Snelweg Gebruik de op de binnenbekleding van de Raadpleeg voor gebruik van de Overdag...
  • Pagina 86 Verwarming en ventilatie De ventilatie zorgt voor een optimaal comfort en zicht in het interieur. Bedieningspaneel De lucht kan afhankelijk van de instellingen van de bestuurder, voorpassagier of achterpassagiers via verschillende circuits worden toegevoerd. Stel de temperatuurregeling in: de lucht van de verschillende circuits wordt gemengd om het gewenste comfortniveau te bereiken.
  • Pagina 87 Comfort Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning Neem voor een optimale werking van de verwarming, ventilatie en airconditioning de Als de auto lange tijd in de zon heeft volgende gebruiksadviezen in acht: gestaan en de temperatuur in het Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de interieur hoog is opgelopen, zet dan de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, luchtroosters en ruiten enige tijd open.
  • Pagina 88 Automatische airconditioning met gescheiden regeling Automatische werking Om bij koude motor te voorkomen dat er koude wind in uw gezicht geblazen wordt, wordt de aanjagersnelheid in dergelijke situaties geleidelijk verhoogd tot het gewenste niveau is bereikt. Als de temperatuur in de auto bij het instappen veel lager of hoger is dan de ingestelde waarde, heeft het geen zin om voor het gewenste comfort de...
  • Pagina 89 Comfort Handmatig verstellen 4. Automatisch programma 2-3. Regeling bestuurder- Als u dat wenst, kunt u de automatische "zicht" bediening van het systeem handmatig passagier aanpassen. De controlelampjes in de toets De bestuurder en de voorpassagier Zie "Voorruitontwaseming - "AUTO" gaan uit; de overige functies blijven kunnen de temperatuur afzonderlijk Ontdooien".
  • Pagina 90 5. Airconditioning aan/uit 6. Regeling luchtverdeling 8. Toevoer van buitenlucht/ luchtrecirculatie Druk op deze toets om de Druk op één of meer toetsen De luchtrecirculatie dient om de toevoer van buitenlucht bij stank en stofoverlast af te airconditioning uit te schakelen. om de luchtstroom te verdelen sluiten: in geval van detectie van vervuiling van naar:...
  • Pagina 91 Comfort 9. "REST"-functie: maximale Uitschakelen van het airconditioning systeem Als u de interieurlucht snel wilt Draai de knop van de koelen, druk dan op deze toets: luchtopbrengst naar links tot "LO" wordt weergegeven. alle lampjes uitgaan. Om vorige instellingen te hervatten, drukt u Alle functies van de airconditioning en het opnieuw op deze toets.
  • Pagina 92 Ontwasemen - Achterruit- en buitenspiegelverwarming Ontdooien vóór Automatisch programma "Zicht" De achterruitverwarming werkt uitsluitend bij draaiende motor. Selecteer dit programma om de voorruit en de zijruiten snel te Druk op deze toets (op ontwasemen of te ontdooien. Schakel, zodra de omstandigheden het bedieningspaneel van het toelaten, de achterruit- en de airconditioning) om de...
  • Pagina 93 Comfort...
  • Pagina 94 Rijden...
  • Pagina 96 Starten - afzetten van de motor Handgeschakelde versnellingsbak: zet de versnellingshendel in de neutraalstand. EGS-versnellingsbak: zet de selectiehendel in de stand N. Automatische transmissie: zet de selectiehendel in de stand P of N . Starten met de Starten met het keyless Als aan een van de voorwaarden voor elektronische sleutel entry and start-systeem...
  • Pagina 97 Rijden Diefstalbeveiliging Afzetten met de Als de auto niet stilstaat, wordt de motor Elektronische startbeveiliging elektronische sleutel niet afgezet. In de sleutels is een chip aangebracht die over Zet de auto stil. een geheime code beschikt. Om te kunnen starten, moet bij het aanzetten van het contact Druk op de knop "...
  • Pagina 98 Noodprocedure voor het Noodprocedure voor het afzetten Als de elektronische sleutel niet starten met het keyless entry and van de motor wordt herkend door het keyless start-systeem entry and start-systeem In noodgevallen kan de motor geforceerd worden afgezet door de knop "START/STOP" ongeveer drie seconden ingedrukt te houden.
  • Pagina 99 Rijden Elektrische parkeerrem Programmeren van de automatische werking Wij raden u aan de parkeerrem niet te Afhankelijk van het land van bestemming kan gebruiken bij zeer lage temperaturen (vorst) en bij het trekken van een de functie voor het automatisch aantrekken van aanhanger (slepen, caravan, enz.).
  • Pagina 100 Handmatig aantrekken Handmatig vrijzetten Wanneer de auto stilstaat en u bij draaiende of afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken, Extra stevig aantrekken trekt u aan de hendel A. U kunt, indien nodig, de parkeerrem extra De aangetrokken toestand van de parkeerrem stevig aantrekken .
  • Pagina 101 Rijden Automatisch aantrekken, Automatisch vrijzetten motor afgezet De elektrische parkeerrem wordt automatisch geleidelijk vrijgezet bij het wegrijden : Parkeerrem aantrekken, Wanneer de auto stilstaat en u de motor Handgeschakelde versnellingsbak : trap bij draaiende motor afzet, wordt de parkeerrem automatisch het koppelingspedaal volledig in en schakel aangetrokken.
  • Pagina 102 Noodremfunctie Noodontgrendeling Bij een defect aan de elektrische parkeerrem of een lege accu kan de parkeerrem door middel van een mechanische noodontgrendeling worden ontgrendeld. Beveilig de auto tegen wegrollen: - door de eerste versnelling in te schakelen (handgeschakelde versnellingsbak), - bij draaiende motor, door het selecteren van de stand P (automatische Wanneer het rempedaal niet werkt of bij versnellingsbak) of M of R (EGS-...
  • Pagina 103 Rijden Neem in verband met de veiligheid na deze handeling altijd en zo snel mogelijk contact op met het CITROËN- netwerk om het deksel te laten vervangen. De auto kan wegrollen nadat de mechanische noodontgrendeling is uitgevoerd. Als dit gereedschap is aangebracht, kan de handrem niet meer worden aangetrokken.
  • Pagina 104 Storingen Als het storingslampje van de elektrische parkeerrem gaat branden in combinatie met één of meer verklikkerlampjes uit de onderstaande tabel, zet de auto dan op een veilige plaats stil (vlakke ondergrond, met ingeschakelde versnelling) en raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Situaties Gevolgen Weergave van de melding "Storing parkeerrem"...
  • Pagina 105 Rijden Situaties Gevolgen Om de elektrische parkeerrem aan te trekken: parkeer de auto en zet het contact uit, trek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is aangetrokken, zet het contact aan en controleer of de verklikkerlampjes van de en/of elektrische parkeerrem gaan branden.
  • Pagina 106 Bijzondere omstandigheden Onder bepaalde omstandigheden (starten Als de parkeerrem door een storing of bij een van de motor...) kan de kracht waarmee de ontladen accu niet kan worden vrijgezet , is parkeerrem is aangetrokken automatisch een noodontgrendeling mogelijk. worden aangepast. Dit is normaal. Om een goede werking en dus uw veiligheid Trap wanneer u de auto enkele centimeters te waarborgen, kan de parkeerrem maximaal...
  • Pagina 107 Rijden Hill holder Werking Dit systeem houdt bij het wegrijden op een helling uw auto ongeveer 2 seconden op zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen. Deze functie is alleen actief: als de auto volledig stilstaat met het rempedaal ingedrukt, bij bepaalde hellingcondities,...
  • Pagina 108 Handgeschakelde 6-versnellingsbak Inschakelen van de 5 of de versnelling Beweeg de versnellingshendel zo ver mogelijk naar rechts om de 5 of de 6 versnelling in te schakelen. Inschakelen van de achteruitversnelling Trek de ring onder de pookknop omhoog en beweeg de versnellingshendel eerst naar links en dan naar voren.
  • Pagina 109 Rijden Opschakelindicator * Dit systeem adviseert de bestuurder op te schakelen om het brandstofverbruik te verminderen (auto's met handgeschakelde versnellingsbak). Werking Voorbeeld: Het systeem geeft uitsluitend adviezen als u rustig rijdt. Afhankelijk van de rijomstandigheden en de uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren één of meer versnellingen op te schakelen.
  • Pagina 110 Automatische versnellingsbak Schakelpatroon Weergave op het instrumentenpaneel Bij de automatische 6-versnellingsbak kunt u kiezen uit automatische bediening, aangevuld met de programma's Sport en Sneeuw. U kunt met de selectiehendel ook handmatig schakelen. Deze versnellingsbak heeft vier gebruiksmogelijkheden: automatisch schakelen : het schakelen wordt elektronisch aangestuurd, programma Sport : dit schakelprogramma maakt een meer dynamische rijstijl...
  • Pagina 111 Rijden Wegrijden Automatisch schakelprogramma Trap het rempedaal in en selecteer de Selecteer de stand D om automatisch te laten schakelen tussen de zes stand P of N . versnellingen. Start de motor. De versnellingsbak werkt dan in de auto- Als niet aan de bovenstaande voorwaarden adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en te schakelen.
  • Pagina 112 Programma's Sport en Terugkeren naar het Handmatig schakelen Sneeuw automatische programma Selecteer de stand M om sequentieel te Deze twee specifieke programma's vullen de Om terug te keren naar het automatische schakelen in de zes versnellingen. automatische werking aan onder bijzondere programma kunt u het programma Sport Duw de selectiehendel naar het symbool + rijomstandigheden.
  • Pagina 113 Rijden Storing Onjuiste waarde bij handmatige Bij aangezet contact wordt een melding bediening op het display van het instrumentenpaneel weergegeven die duidt op een storing in de Dit symbool verschijnt als een versnellingsbak. versnelling niet goed is ingeschakeld In dit geval werkt de versnellingsbak met een (de selectiehendel bevindt zich noodprogramma en blijft de 3e versnelling tussen twee standen in).
  • Pagina 114 EGS 6-versnellingsbak Selectiehendel Flippers achter het stuurwiel Bij de elektronisch bediende 6-versnellingsbak kunt u kiezen tussen automatische bediening en handmatig schakelen. Deze versnellingsbak heeft twee gebruiksmogelijkheden: automatische bediening, waarbij het op- en terugschakelen volledig automatisch wordt geregeld, handmatige bediening, waarbij de bestuurder zelf sequentieel kan schakelen.
  • Pagina 115 Rijden Weergave op het Starten van de auto Als de motor stationair draait, u niet instrumentenpaneel remt, de parkeerrem is vrijgezet en de Selecteer de stand N. stand R , A of M is geselecteerd, rijdt de Houd het rempedaal ingetrapt. auto zonder dat u gas hoeft te geven.
  • Pagina 116 Handmatig schakelen Handmatig schakelen Het schakelen naar een andere versnelling is alleen mogelijk als de snelheid van de auto en het motortoerental dit toestaan. Het is niet noodzakelijk om bij het schakelen het gaspedaal los te laten. Bij het remmen of het verminderen van de snelheid schakelt de versnellingsbak automatisch terug, zodat de juiste versnelling is geselecteerd op het moment dat u het...
  • Pagina 117 Rijden Sport-stand Stilzetten van de auto Storing Voordat u de motor afzet, kunt u: Als dit waarschuwingslampje Druk na het selecteren van de handbediende of de bij het aanzetten van het de selectiehendel in de stand N bewegen automatische stand op de contact gaat knipperen, om de neutraalstand te selecteren, knop S om de Sport-stand in...
  • Pagina 118 Stop & Start Het Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart (START-stand) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil. Het Stop &...
  • Pagina 119 Rijden Uitschakelen Overgang naar de START-stand Bijzonderheden: automatisch activeren van de START-stand Het verklikkerlampje "ECO" gaat De START-stand wordt automatisch uit en de motor wordt automatisch geactiveerd als: gestart (EGS-versnellingsbak): het bestuurderportier geopend is, de veiligheidsgordel van de bestuurder ● met de selectiehendel in de stand A of M, losgemaakt is, laat het rempedaal los,...
  • Pagina 120 Inschakelen Storing Onderhoud Schakel omwille van de veiligheid het Druk nogmaals op de schakelaar "ECO OFF". Stop & Start-systeem altijd uit als u Het systeem is dan weer ingeschakeld; het handelingen onder de motorkap wilt verklikkerlampje in de schakelaar gaat uit en er uitvoeren.
  • Pagina 121 Rijden Lane Departure Warning System (LDWS) Activering Storing Druk op de knop: het lampje gaat In het geval van een storing knippert het lampje branden. van de knop. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Signalering - waarschuwing U wordt gewaarschuwd door het trillen van de zitting van de bestuurdersstoel: rechts: als de rechter rijstrookmarkering Er kunnen storingen in de signalering...
  • Pagina 122 Head-up display Informatie op het head-up display Systeem dat bepaalde informatie op een Inschakelen/uitschakelen head-up display. doorzichtig scherm projecteert, in het directe 2. Hoogteverstelling weergave. gezichtsveld van de bestuurder, zodat deze zijn 3. Regeling lichtsterkte. ogen niet van de weg hoeft af te wenden. Als de head-up display is ingeschakeld, geeft Dit systeem werkt bij draaiende motor en de deze de volgende informatie weer:...
  • Pagina 123 Rijden Inschakelen / uitschakelen Regelen van de lichtsterkte Het is raadzaam de knoppen uitsluitend bij stilstaande auto te bedienen. Leg nooit voorwerpen rondom het projectiescherm (of op de afdekking) zodat het uitklappen en de goede werking van het scherm niet verhinderd wordt.
  • Pagina 124 Snelheden opslaan U kunt vijf snelheden opslaan in het geheugen van het systeem. Standaard zijn er al enkele snelheden opgeslagen. Via de Autoradio Via de eMyWay Toegang Ga naar het hoofdmenu Ga naar het hoofdmenu Druk op de toets "MEM" op het stuurwiel door op de toets door op de toets "SET om de lijst met opgeslagen snelheden weer...
  • Pagina 125 Rijden Snelheidsbegrenzer Bediening op het stuur Weergave op het display De snelheidsbegrenzer voorkomt dat de wagensnelheid de door de bestuurder ingestelde maximumsnelheid overschrijdt. Als de ingestelde maximumsnelheid is bereikt, heeft het dieper intrappen van het gaspedaal geen effect. Werking Het inschakelen van de snelheidsbegrenzer geschiedt handmatig: de ingestelde snelheid dient minimaal 30 km/h te bedragen.
  • Pagina 126 Programmeren Uitschakelen van de functie Draai de knop 1 in de stand "LIMIT": de Draai de knop 1 in de stand "0" : de snelheidsbegrenzer is geselecteerd, maar selectie van de snelheidsbegrenzer nog niet ingeschakeld (Pause). wordt ongedaan gemaakt. De Er kan een snelheid worden ingesteld zonder snelheidsbegrenzer wordt niet meer op het de begrenzer in te schakelen.
  • Pagina 127 Rijden Snelheidsregelaar Bediening op het stuur Weergave op het display Met behulp van de snelheidsregelaar kan de bestuurder met een ingestelde constante snelheid rijden zonder gas te hoeven geven. Werking Het inschakelen van de snelheidsregelaar geschiedt handmatig: daarvoor moet de auto met een snelheid van minstens 40 km/h en in de volgende versnelling rijden: De functies van de snelheidsregelaar worden...
  • Pagina 128 Programmeren Storing Draai de knop 1 in de stand "CRUISE": In het geval van een storing in de de snelheidsregelaar is geselecteerd, snelheidsregelaar wordt de ingestelde snelheid maar nog niet ingeschakeld (Pause). gewist en knipperen de streepjes op het Stel de snelheid in door de display.
  • Pagina 129 Rijden Parkeerhulp Parkeerhulp achter De functie wordt geactiveerd zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Hierbij klinkt een geluidssignaal. Zodra de achteruitversnelling wordt uitgeschakeld, is de functie niet meer actief. Deze functie signaleert met behulp van sensoren in de bumper obstakels in de nabijheid van de auto (personen, auto's, bomen, slagbomen, enz.) die binnen het detectiebereik vallen.
  • Pagina 130 Parkeerhulp vóór Storing Uitschakelen/activeren van de parkeerhulp vóór en achter De parkeerhulp vóór is een aanvulling op Als er een storing optreedt, de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd gaat bij het inschakelen van zodra er bij een wagensnelheid van maximaal de achteruitversnelling dit 10 km/h vóór de auto een obstakel wordt verklikkerlampje op het instrumentenpaneel...
  • Pagina 131 Rijden Achteruitrijcamera De achteruitrijcamera wordt automatisch De groene strepen geven de rijrichting van de De rode strepen geven een ruimte van geactiveerd wanneer de versnellingsbak in de auto weer. 30 cm direct achter de achterbumper van uw achteruit staat. auto weer. Het geluidssignaal wordt continu De beelden van de camera worden in hoorbaar als een obstakel binnen deze ruimte kleur weergegeven op het scherm van het...
  • Pagina 132 Zicht...
  • Pagina 134 Lichtschakelaar Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting en signalering van de auto selecteren en inschakelen. Hoofdverlichting Aanvullende verlichting Automatische functies Uw auto is voorzien van verschillende Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting Het verlichtingssysteem van uw auto heeft verlichtingsfuncties: voor specifieke rijomstandigheden: verschillende extra automatische functies die...
  • Pagina 135 Zicht Ring voor de selectie van de stand van de hoofdverlichting Draai aan de ring om het symbool van de gewenste stand tegenover het merkteken te zetten. Lichten uit. Automatische verlichting. Alleen parkeerlicht. Grootlichtschakelaar Dimlicht of grootlicht. Trek de hendel naar u toe om over te schakelen van dim- naar grootlicht en terug.
  • Pagina 136 De mistverlichting werkt in combinatie met het dimlicht en het grootlicht. Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts, zijn de mistlampen vóór en de mistachterlichten verblindend voor medeweggebruikers en daarom niet toegestaan. Gebruik de mistlampen vóór en de mistachterlichten uitsluitend bij mist of sneeuwval.
  • Pagina 137 Zicht Verlichting overdag (LED-verlichting) Vergeten verlichting Als het contact is afgezet, de verlichting handmatig is ingeschakeld en een van de voorportieren wordt geopend, klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt. Het geluidssignaal stopt zodra de verlichting wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 138 Automatische verlichting Storing Koppeling met de automatische follow me home-verlichting automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte Bij een storing in de van de omgeving onvoldoende is of in De koppeling van de automatische follow lichtsensor gaat de bepaalde gevallen dat de ruitenwissers worden me home-verlichting aan de automatische verlichting branden, ingeschakeld.
  • Pagina 139 Zicht Automatische schakeling grootlicht/dimlicht Uitschakelen Inschakelen Zet de ring van de Druk op de toets; het lampje van lichtschakelaar in de stand de toets gaat uit. De status van "AUTO". de koplampen blijft onveranderd. Druk op de toets; het lampje van de toets gaat branden.
  • Pagina 140 Handbediende follow me Parkeerlichten home-verlichting Er kunnen storingen in de werking van het systeem optreden: als het zicht slecht is (bijvoorbeeld bij sneeuwval, zware regenval of dichte mist, ...), als het gedeelte van de voorruit voor de camera vuil, beslagen of bedekt is (bijvoorbeeld met een sticker), als de verlichting van uw auto wordt...
  • Pagina 141 Zicht Instapverlichting Verlichting buitenzijde buitenspiegels Programmeren De instapverlichting wordt afhankelijk van de De duur van het branden door de lichtsensor gesignaleerde hoeveelheid van de instapverlichting kan licht geactiveerd om op donkere plaatsen het worden geselecteerd via het lokaliseren van de auto en het instappen te configuratiemenu van de auto.
  • Pagina 142 Halogeen Automatische koplamphoogteverstelling bij koplampen xenonlampen handmatig verstellen Verstel de koplampen met halogeenlampen Om verblinding van andere weggebruikers Raak in het geval van een storing de te voorkomen corrigeert dit systeem bij afhankelijk van de belading van uw auto xenonlampen niet aan. Raadpleeg stilstaande auto automatisch de hoogte van de om verblinding van medeweggebruikers te het CITROËN-netwerk of een...
  • Pagina 143 Zicht Meedraaiende koplampen Programmeren Als het dimlicht of grootlicht is ingeschakeld, volgen de lichtbundels van de meedraaiende koplampen de richting van de weg. U kunt deze functie Deze functie is alleen mogelijk in combinatie desgewenst uitschakelen via met xenonlampen en zorgt voor een aanzienlijk het configuratiemenu op het beter zicht in bochten.
  • Pagina 144 Statische bochtverlichting Statische bochtverlichting ingeschakeld De bochtverlichting wordt in de volgende gevallen ingeschakeld: bij het inschakelen van een richtingaanwijzer, als het stuurwiel ver genoeg wordt verdraaid. Statische bochtverlichting werkt Tijdens het rijden met dim- of grootlicht wordt de met statische bochtverlichting niet mistlamp vóór ingeschakeld om de binnenkant De verlichting werkt in de volgende gevallen...
  • Pagina 145 Zicht Ruitenwisserschakelaar Handmatige functies De ruitenwissers voor en achter zorgen voor een optimaal zicht voor de bestuurder, De bestuurder schakelt de ruitenwissers ongeacht de weersomstandigheden. handmatig in. Ruitenwissers vóór Instellen Wissnelheid: Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende automatische functies van de ruitenwissers hoge snelheid (hevige neerslag), mogelijk: automatische werking van de...
  • Pagina 146 Ruitensproeiers vóór en koplampsproeiers Ring voor de selectie van de ruitenwisser achter: uit, interval, wissen en sproeien (gedurende enige tijd). Achteruitversnelling Schakel de automatische werking van Trek de ruitenwisserschakelaar naar u de ruitenwisser achter uit bij sneeuwval Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld toe.
  • Pagina 147 Zicht Automatische ruitenwissers vóór De ruitenwissers worden automatisch ingeschakeld als de sensor achter de binnenspiegel regen detecteert. De snelheid van de ruitenwissers wordt aangepast aan de hoeveelheid neerslag. Inschakelen Uitschakelen Duw de hendel één keer omlaag. Duw de hendel nog een keer omlaag Elke keer als het contact meer Dit verklikkerlampje op het of zet de hendel in een andere stand...
  • Pagina 148 Speciale stand van de ruitenwissers voor Storing In het geval van een storing in de automatische werking van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand. Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Deze stand maakt het mogelijk de ruitenwissers Om een goede werking van de flat- Dek de regensensor, die zich los te zetten van de voorruit.
  • Pagina 149 Zicht Plafonniers Plafonnier vóór - achter Kaartleeslampjes vóór - achter In deze stand gaat de Druk bij aangezet contact op de interieurverlichting geleidelijk branden: desbetreffende schakelaar. als de auto wordt ontgrendeld, als de elektronische sleutel uit de lezer Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in wordt verwijderd, contact zijn met de plafonniers.
  • Pagina 150 Sfeerverlichting Verlichting beenruimte De gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere omgeving bevindt. Inschakelen Instellen van de lichtsterkte van de plafonnier De gedempte verlichting van de beenruimte verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere omgeving bevindt.
  • Pagina 151 Zicht...
  • Pagina 152 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen...
  • Pagina 154 Algemene informatie met betrekking tot kinderzitjes Hoewel CITROËN bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf. Volg voor een optimale veiligheid de volgende CITROËN beveelt u aan kinderen op adviezen op: de zij achterzitplaatsen van uw auto conform de Europese wetgeving dienen...
  • Pagina 155 Veilig vervoeren van kinderen Kinderzitje op de passagiersstoel voor "Met de rug in de rijrichting" "Met het gezicht in de rijrichting" Passagiersstoel in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren. Wanneer een kinderzitje voor het Wanneer een kinderzitje met het gezicht in vervoeren met de rug in de rijrichting op de rijrichting op de passagiersstoel voor de passagiersstoel voor wordt geplaatst,...
  • Pagina 156 Airbag aan passagierszijde OFF Raadpleeg de voorschriften op de sticker die Schakel voor de veiligheid van uw kind zich aan beide zijden van de zonneklep aan de airbag aan passagierszijde altijd uit passagierszijde bevindt: als u een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst.
  • Pagina 157 Veilig vervoeren van kinderen Door CITROËN aanbevolen kinderzitjes CITROËN levert een complete reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een driepuntsveiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt: Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg "KIDDY Comfort Pro"...
  • Pagina 158 Bevestiging kinderzitjes met veiligheidsgordel Conform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een universeel gehomologeerd kinderzitje, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto: Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie Minder dan 13 kg Van 9 tot 18 kg Van 15 tot 25 kg...
  • Pagina 159 Veilig vervoeren van kinderen Adviezen voor kinderzitjes De onjuiste bevestiging van een kinderzitje Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet Laat uit veiligheidsoverwegingen: brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij met het gezicht in de rijrichting op de geen kinderen zonder toezicht achter in een aanrijding.
  • Pagina 160 ISOFIX-bevestigingen Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX- Elke zitplaats is voorzien van drie De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een bevestigingsringen: veilige, degelijke en snelle montage van het normen. De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn twee bevestigingsringen A, die zich tussen kinderzitje in uw auto. uitgerust met de voorgeschreven de rugleuning en de zitting van de zitplaats De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over...
  • Pagina 161 Veilig vervoeren van kinderen ISOFIX-kinderzitje aanbevolen door CITROËN en gehomologeerd voor uw auto "RÖMER Duo Plus ISOFIX" (gewichtsgroep B1) Groep 1: van 9 tot 18 kg Dit wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst. Het is voorzien van een bovenste riem voor verankering aan de bovenste bevestiging B , de TOP TETHER.
  • Pagina 162 Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjes Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter (A t/m G).
  • Pagina 163 Veilig vervoeren van kinderen Elektrische kinderbeveiliging De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat beide achterportieren van binnenuit kunnen worden geopend en blokkeert de bediening van de achterportierruiten. Als het lampje een ander signaal geeft, wijst dit op een storing in de elektrische kinderbeveiliging.
  • Pagina 164 Veiligheid...
  • Pagina 166 Richtingaanwijzers Alarmknipperlichten Automatisch inschakelen van de alarmknipperlichten Bij een noodstop, en afhankelijk van de mate van remvertraging, en als het ABS ingrijpt of als een aanrijding wordt gesignaleerd, worden de alarmknipperlichten automatisch ingeschakeld. Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de alarmknipperlichten uit.
  • Pagina 167 Veiligheid Urgence-oproep of Claxon Assistance-oproep Systeem om uw medeweggebruikers met een geluidssignaal te waarschuwen voor direct gevaar. Hiermee kunt u een noodoproep of Druk op het middelste gedeelte van het hulpoproep doen naar de hulpdiensten of de stuur met bedieningstoetsen. desbetreffende CITROËN-helpdesk.
  • Pagina 168 Bandenspanningscontrolesysteem Alle reparaties aan een wiel dat met dit systeem is uitgerust en het vervangen Dit systeem controleert automatisch de bandenspanning tijdens het rijden. van een band moeten worden Lekke band uitgevoerd door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Dit verklikkerlampje en Wanneer bij het verwisselen een wiel is het verklikkerlampje...
  • Pagina 169 Veiligheid Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP) Begrippen Elektronisch stabiliteitsprogramma dat de volgende systemen omvat: Antiblokkeersysteem (ABS) en Antislipregeling (ASR) het antiblokkeersysteem (ABS) en de elektronische remdrukregelaar elektronische remdrukregelaar (EBD), De ASR past de aandrijfkracht aan om het (EBD) de noodremassistentie (AFU), doorspinnen van de wielen te voorkomen de antislipregeling (ASR), Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor via de remmen van de aangedreven wielen...
  • Pagina 170 Intelligente Tractiecontrole Werking ("Snow motion") Antiblokkeersysteem (ABS) en Zorg er bij vervanging van de wielen Deze auto is uitgerust met een systeem dat elektronische remdrukregelaar (banden en velgen) voor dat wielen zorgt voor extra tractie op besneeuwde wegen: (REF) worden gemonteerd die voor uw auto intelligente tractiecontrole.
  • Pagina 171 Veiligheid Het is echter aanbevolen het systeem zo snel Het CDS-systeem zorgt voor meer mogelijk weer in te schakelen. veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder mag zich echter nooit laten Druk op de knop. verleiden tot het nemen van meer risico's of te hard rijden.
  • Pagina 172 Veiligheidsgordels Veiligheidsgordels vóór Veiligheidsgordels achter De achterzitplaatsen zijn voorzien van een Omdoen driepuntsveiligheidsgordel met oprolautomaat Trek aan de gordel en steek de gesp in de en spankrachtbegrenzer (met uitzondering van De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van gordelsluiting. de middelste zitplaats achter). een pyrotechnische gordelspanner en een Controleer of de gordel goed is spankrachtbegrenzer.
  • Pagina 173 Veiligheid Pictogram(men) veiligheidsgordel(s) vóór Bij het aanzetten van het contact gaat het pictogram 1 op het instrumentenpaneel en de pictogrammen 2 en/of 3 op het pictogrammendisplay van de veiligheidsgordels en passagiersairbag rood branden als de desbetreffende veiligheidsgordel niet is vastgemaakt of weer is losgemaakt. Pictogram(men) veiligheidsgordel(s) achter Hoogteverstelling vóór Pictogram(men) veiligheidsgordel(s)
  • Pagina 174 Voorschriften voor kinderen Alvorens te gaan rijden dient de bestuurder Voor een effectieve werking van de veiligheidsgordel: te controleren of alle passagiers hun Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan dient deze strak om het lichaam te worden veiligheidsgordel goed hebben omgedaan en 1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje.
  • Pagina 175 Veiligheid Airbags Frontairbags De airbags zijn speciaal ontworpen om de veiligheid van de inzittenden (uitgezonderd de middelste passagier achter) bij ernstige aanrijdingen te verbeteren. Ze vormen een aanvulling op de werking van de veiligheidsgordels met spanbegrenzers (behalve bij de middelste passagier achter). De elektronische schoksensoren registreren de frontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan de registratiezones voor een aanrijding worden...
  • Pagina 176 Storing Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uit Als dit lampje op het instrumentenpaneel gaat branden in combinatie met een als u een kinderzitje met de rug in de geluidssignaal en een melding op het rijrichting op de voorstoel plaatst.
  • Pagina 177 Veiligheid Zijairbags Activering De windowairbag wordt gelijktijdig met de zijairbag aan de desbetreffende zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse aanrijding binnen (een gedeelte van) de impactzone opzij (B ), waarbij de krachten loodrecht op de lengterichting van de auto en vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van de auto worden uitgeoefend.
  • Pagina 178 Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags: Airbags vóór Zijairbags Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten. Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor Houd het stuurwiel niet aan de spaken Draag altijd een correct afgestelde goedgekeurde stoelhoezen, die in vast en laat uw handen niet op het...
  • Pagina 179 Veiligheid...
  • Pagina 180 Praktische informatie...
  • Pagina 182 Bandenreparatieset Overzicht gereedschap De volledige set voor de reparatie van een band bestaat uit een compressor en een flacon Al het gereedschap is specifiek bestemd met afdichtmiddel. Hiermee kunt u de band voor uw auto; gebruik het niet voor andere tijdelijk repareren, zodat u de dichtstbijzijnde doeleinden.
  • Pagina 183 Praktische informatie Beschrijving van de set Op deze sticker staat de bandenspanning A. Schakelaar stand "Reparatie" of "Op Flacon met afdichtmiddel. aangegeven. spanning brengen". G. Witte slang met dop voor de reparatie. B. Aan/uit schakelaar "I/O" . H. Zwarte slang voor het op spanning C.
  • Pagina 184 1. Afdichting van het lek Rol de witte slang G volledig uit. Sluit de stekker van de compressor aan op Draai de dop van de witte slang los. de 12V-aansluiting in de auto. Zet het contact af. Sluit de witte slang aan op het ventiel van Start de motor en laat deze draaien.
  • Pagina 185 Praktische informatie Activeer de compressor door de schakelaar Verwijder de set en draai de dop van de B in de stand "I" te zetten, tot de witte slang vast. bandenspanning 2,0 bar bedraagt. Zorg ervoor dat restanten van de vloeistof Het afdichtmiddel wordt onder druk in niet op of in de auto terecht kunnen komen.
  • Pagina 186 2. Op spanning brengen Sluit de stekker van de compressor weer Breng de band met behulp van de aan op de 12V-aansluiting in de auto. compressor op de voorgeschreven Zet de schakelaar A in de stand Start de motor opnieuw en laat de motor spanning (spanning verhogen: "Bandenspanning".
  • Pagina 187 Praktische informatie Uitnemen van de flacon Controle / aanpassen bandenspanning Berg de zwarte slang op. Neem het gebogen aansluitstuk van de witte slang los. Houd de compressor rechtop. U kunt de compressor, zonder inspuiting van Sluit de stekker van de compressor aan op Draai de flacon aan de onderzijde los.
  • Pagina 188 Wiel verwisselen In het geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap verwisselen volgens de onderstaande procedure. Toegang tot het gereedschap Beschikbaar gereedschap Dit gereedschap is specifiek voor uw auto en kan, afhankelijk van de uitvoering van uw auto, verschillen.
  • Pagina 189 Praktische informatie Toegang tot het reservewiel Verwijderen van het wiel Het reservewiel wordt met een lier tegen de Til de vloerplaat op om de moer van de lier Verwijder het reservewiel via de achterzijde bodem van de bagageruimte vastgeklemd. te kunnen bereiken. van de auto.
  • Pagina 190 Terugplaatsen van het wiel Plaats de haak en het verbindingsstuk in Monteer het wiel onder de auto door de Draai de bout tot de aanslag en controleer het wiel, zoals op de afbeelding. moer van de lier tegen de wijzers van de of het wiel goed vlak tegen de bodem aan klok in te draaien met de wielsleutel 1 en ligt.
  • Pagina 191 Praktische informatie Demonteren van het wiel Stilzetten van de auto Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat. Trek de parkeerrem aan (tenzij deze geprogrammeerd is in de automatische stand), zet het contact af en schakel de eerste versnelling * in om de wielen te...
  • Pagina 192 Plaats de krik 2 onder één van de twee Draai de krik 2 uit tot het voetstuk op de Krik de auto op tot er voldoende ruimte steunpunten aan de voorzijde A of grond staat. Zorg ervoor dat het voetstuk tussen het wiel en de grond is om het achterzijde B (bij het te verwisselen wiel).
  • Pagina 193 Praktische informatie Monteren van het wiel Bevestiging van het noodreservewiel Indien uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen is het normaal dat bij het monteren van het noodreservewiel de ringen van de bouten de velg niet raken. Als de bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt het conische draagvlak van de bouten voor de bevestiging van het reservewiel.
  • Pagina 194 Laat de krik zakken. Draai de slotbout vast met de wielsleutel Vouw de krik 2 op en verwijder hem. 1 en de dop 5. Draai de overige wielbouten vast met alleen de wielsleutel 1. Bevestig de doppen op de overige wielbouten (volgens uitvoering).
  • Pagina 195 Praktische informatie Een lamp vervangen Verlichting vóór Uitvoering met xenonlampen Grootlicht (H1-35W). 2. Dimlicht/bochtverlichting Elektrocutiegevaar (D1S-35W). Het vervangen van een xenonlamp 3. Verlichting overdag/parkeerlicht (D1S-35W) moet worden uitgevoerd (LED's). door het CITROËN-netwerk of door een 4. Richtingaanwijzers (HY21-21W). gekwalificeerde werkplaats. 5.
  • Pagina 196 De koplampunits zijn voorzien van glas van polycarbonaat met een speciale vernislaag: reinig de koplampen nooit met een droge of schurende doek en gebruik geen oplosmiddelen, gebruik een spons met zeepwater, wanneer u met een hogedrukreiniger hardnekkig vuil probeert te verwijderen, houd de straal dan nooit langdurig op de koplampen, de achterlichten en de randen ervan gericht, om...
  • Pagina 197 Praktische informatie Grootlicht Dimlicht (uitvoering met halogeenlampen) (uitvoering met halogeenlampen) Trek aan de borglip om de plastic Trek aan de borglip om de plastic Duw op de bovenzijde van de stekker en beschermkap te verwijderen. beschermkap te verwijderen. kantel het geheel vervolgens omlaag. Verwijder de stekker met de lamp door op Verwijder de stekker met de lamp.
  • Pagina 198 Verlichting overdag / parkeerlicht Richtingaanwijzers Neem voor het vervangen van dit type lamp Voer voor de montage dezelfde handelingen in Als een controlelampje (rechts of met LED’s en lichtgeleiders contact op met omgekeerde volgorde uit. links) van de richtingaanwijzers sneller het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde U kunt voor het vervangen van deze knippert, is een van de lampen aan de...
  • Pagina 199 Praktische informatie Instapverlichting in de Geïntegreerde Mistlampen zijknipperlichten buitenspiegels Voor het vervangen van de LED dient u het Voor het vervangen van deze lampen dient u Verwijder de spatplaat aan de onderzijde CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde van de carrosserie.
  • Pagina 200 Achterlichten Richtingaanwijzers en remlichten Parkeerlichten (op de schermen) (LED). 2. Richtingaanwijzers (PY21W Open de achterklep en verwijder Verwijder de lamp voorzichtig via amberkleurig). vervolgens het afdekplaatje. de buitenzijde van de auto. De 3. Achteruitrijlichten (P21W). Neem de stekker van de lamp los. bevestigingsklemmen gaan automatisch 4.
  • Pagina 201 Praktische informatie Achteruitrijlichten (achterklep) Mistlamp Open de achterklep. Verwijder de lamp voorzichtig via De mistlamp is vanaf de onderzijde van de bumper bereikbaar. Maak de achterlichtlijst los. de buitenzijde van de auto. De Draai de fitting een kwart omwenteling en Verwijder het deksel en draai de bevestigingsklemmen worden automatisch bevestigingsmoer van de lamp los.
  • Pagina 202 Derde remlicht (LED's) Kentekenplaatverlichting Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een Steek een kleine schroevendraaier in de gekwalificeerde werkplaats. spleet van het lampglas. Duw de schroevendraaier naar buiten om het lampglas los te maken. Verwijder het lampglas. Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.
  • Pagina 203 Praktische informatie Zekeringen vervangen In het geval van een storing in een bepaalde functie kunt u de desbetreffende defecte zekering vervangen volgens de onderstaande procedure. Toegang tot het Vervangen van een zekering gereedschap Montage van elektrische accessoires Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto is reeds rekening gehouden met de montage van zowel de standaarduitrusting als eventuele opties.
  • Pagina 204 Zekeringen dashboard Zekering Ampère Functies De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde F6 A of B Autoradio. van het dashboard (linkerzijde). Inbraakalarm. Aansteker vóór, 12V-aansluiting vóór. 12V-aansluiting achter. Kaartleeslampen achter. Make-upspiegel. F28 A of B Autoradio. Ruitenwisser achter. Audioversterker. Toegang tot de zekeringen Trek de klep los.
  • Pagina 205 Praktische informatie Zekeringen motorruimte Zekering Ampère Functies N° Ruitensproeierpomp voor en achter. Pomp koplampsproeiers. Claxon. Grootlicht rechts. Grootlicht links. Afschermklep koplamp links. Afschermklep koplamp rechts. De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap, naast de accu. Toegang tot de zekeringen Maak het deksel los. Vervang de zekering (zie de desbetreffende paragraaf).
  • Pagina 206 12V-accu Procedure voor het opladen van de accu en het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels. Toegang tot de accu Accukabels loskoppelen Deze sticker geeft aan dat er een speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of vervangen mag worden bij het CITROËN-netwerk of bij een gekwalificeerde werkplaats.
  • Pagina 207 Praktische informatie Starten van de motor met Laden met behulp van een een hulpaccu en startkabels acculader Voor het opladen van de accu van het Stop & Start-systeem hoeven de accukabels niet losgenomen te worden. Maak indien nodig de accupoolklemmen los.
  • Pagina 208 Spaarfase De spaarfase stuurt de elektrische functies van de auto aan om het ontladen van de accu te voorkomen. Tijdens het rijden kunnen in verband met de Vóór het loskoppelen van de laadtoestand van de accu enkele functies Accu's bevatten schadelijke stoffen, accukabels (airconditioning, achterruitverwarming, ...) zoals zwavelzuur en lood.
  • Pagina 209 Praktische informatie Eco-mode Inschakelen van de Uitschakelen van de De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te eco-mode eco-mode voorkomen dat de accu ontladen raakt. Vervolgens geeft een melding op het display De functies worden automatisch weer Nadat de motor is afgezet, kunt u een van het instrumentenpaneel aan dat de eco- ingeschakeld als de motor gestart wordt.
  • Pagina 210 Wisserbladen vervangen Voordat u een wisserblad Monteren demonteert Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast. Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen Zet de ruitenwisserarm voorzichtig terug. één minuut na het afzetten van het contact om de ruitenwissers naar het midden van de voorruit te verplaatsen.
  • Pagina 211 Praktische informatie Slepen van uw auto Slepen van Slepen van een andere uw auto auto U kunt uw auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het sleepoog. Toegang tot het gereedschap Maak het klepje in de voorbumper los door Trek het klepje in de achterbumper aan de op de onderkant ervan te drukken.
  • Pagina 212 Trekken van een aanhanger Wij raden u aan gebruik te maken van De trekhaak bestaat uit een mechanisch een speciaal door CITROËN geteste systeem voor het aankoppelen van een en goedgekeurde trekhaak inclusief aanhanger en een elektrische aansluiting voor bedrading en deze door het CITROËN- de verlichting en signalering.
  • Pagina 213 Praktische informatie Adviezen Gewichtsverdeling Koeling Remmen Verdeel het gewicht in de caravan/ Het trekken van een aanhanger op Het trekken van een aanhanger verlengt de aanhanger gelijkmatig, plaats zware een helling veroorzaakt een hogere remweg. voorwerpen zo dicht mogelijk bij de as en koelvloeistoftemperatuur.
  • Pagina 214 Allesdragers monteren Houd u bij het monteren van de dwarsdragers Gebruik door CITROËN goedgekeurde aan hun montageplaats: op allesdrager, bij een maximale accessoires en houd u aan de laadhoogte van 40 cm (m.u.v. aanwijzingen en instructies in de fietsendrager): 70 kg. montagehandleiding van de fabrikant Pas bij een belading hoger dan om beschadiging van de carrosserie...
  • Pagina 215 Praktische informatie Accessoires Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het CITROËN-netwerk. Deze accessoires en onderdelen zijn getest en goedgekeurd ten aanzien van bedrijfszekerheid en veiligheid. Ze zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de garantie van CITROËN.
  • Pagina 216 "Multimedia": In het CITROËN-netwerk kunt u ook reinigings- en onderhoudsproducten kopen (interieur en audio-installaties, stuurkolombediening voor de buitenkant) - waaronder milieuvriendelijke autoradio, luidsprekers, HiFi-module, Bluetooth producten uit de serie "TECHNATURE" - handsfree-set, losse navigatiesystemen bijvulmiddelen (ruitensproeiervloeistof...), met houder, radarverklikker, USB-box, stiften en spuitbussen voor het bijwerken achteruitrijcamera, los videoscherm met steun, van lakschades voor de exacte kleur...
  • Pagina 217 Praktische informatie...
  • Pagina 218 Controles...
  • Pagina 220 TOTAL & CITROËN...
  • Pagina 221 Onderhoud Openen van de motorkap Schakel het Stop&Start-systeem altijd uit als u handelingen onder de motorkap wilt uitvoeren, om letsel door het automatisch activeren van de START-stand te voorkomen. Openen In het interieur : trek de handgreep links Aan de buitenzijde : beweeg de hendel omhoog en til de motorkap op.
  • Pagina 222 Benzinemotoren Dit overzicht is een hulpmiddel bij het controleren van de verschillende vloeistofniveaus en het vervangen van bepaalde onderdelen. Reservoir stuurbekrachtiging. 2. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers. 3. Reservoir koelvloeistof. 4. Reservoir remvloeistof. 5. Accu/zekeringen. 6. Zekeringkast. Luchtfilter. 8. Oliepeilstok. THP 155 Automaat 6 Motorolie (bij)vullen.
  • Pagina 223 Onderhoud Dieselmotoren Dit overzicht is een hulpmiddel bij het controleren van de verschillende vloeistofniveaus, het vervangen van bepaalde onderdelen en het ontluchten van het brandstofcircuit. Reservoir stuurbekrachtiging. 2. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers. 3. Reservoir koelvloeistof. 4. Reservoir remvloeistof. 5. Accu/zekeringen. 6.
  • Pagina 224 Brandstoftank leeg (Diesel) 1.6 HDi-motor 2.0 HDi-motor een lege brandstoftank noodzakelijk om het brandstofsysteem te ontluchten: raadpleeg de afbeelding van de motorruimte in de paragraaf "Dieselmotoren". Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter Als de tank van uw auto is voorzien van diesel.
  • Pagina 225 Onderhoud Niveaus controleren Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Controleer de onderstaande niveaus regelmatig en vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven. Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden).
  • Pagina 226 Koelvloeistofniveau Remvloeistofniveau Het remvloeistofniveau dient zich zo dicht mogelijk bij het merkteken Koelvloeistof verversen Het koelvloeistofniveau dient zich "MAXI" te bevinden. Controleer indien zo dicht mogelijk bij het merkteken De koelvloeistof behoeft niet te worden dit niet het geval is of de remblokken "MAXI"...
  • Pagina 227 Onderhoud Niveau vloeistof ruitensproeiers/ Niveau brandstofadditief koplampsproeiers (diesel met roetfilter) Een te laag additiefniveau wordt aangegeven door het verklikkerlampje Service in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel. Bijvullen Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
  • Pagina 228 Controles Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering 12V-accu van uw auto voor het laten controleren De accu is onderhoudsvrij. van bepaalde onderdelen volgens het Niettemin is het raadzaam om onderhoudsschema van de constructeur. regelmatig te controleren of de Laat de controles eventueel uitvoeren door accupolen en -klemmen schoon zijn,...
  • Pagina 229 Onderhoud Luchtfilter en interieurfilter Roetfilter (diesel) Laat de filters periodiek vervangen Als het roetfilter vervuild is, volgens de in het onderhoudsboekje wordt u hierop geattendeerd Ga om het roetfilter te regenereren, aangegeven intervallen. door het tijdelijk branden van zodra de omstandigheden het toelaten, Als de omgeving (veel stof...) en dit lampje in combinatie met een melding op het met een snelheid van minimaal 60 km/h...
  • Pagina 230 Handgeschakelde versnellingsbak Remblokken Elektrische parkeerrem De versnellingsbak is onderhoudsvrij De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral (olie verversen niet noodzakelijk). Dit systeem hoeft niet apart bij stadsverkeer en veel korte ritten. Raadpleeg het onderhoudsboekje gecontroleerd te worden. Als er Hierdoor kan het noodzakelijk blijken voor het interval van de zich toch een probleem voordoet,...
  • Pagina 231 Onderhoud...
  • Pagina 232 Technische gegevens...
  • Pagina 234 MOTOREN EN VERSNELLINGSBAKKEN Benzinemotoren 155 BVA6 200 BVM6 Automaat Handgeschakeld Versnellingsbak (6 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoering Cilinderinhoud (cm 1598 1598 Boring x slag (mm) 77 x 85,8 77 x 85,8 Max.vermogen: ECE-norm (kW) Toerental bij max.vermogen (t/min) 6000 5800 Max.koppel: ECE-norm (Nm) Toerental bij max.koppel (t/min)
  • Pagina 235 Technische gegevens GEWICHTEN EN AANHANGERGEWICHTEN (in kg) Benzinemotoren 155 BVA6 200 BVM6 Automaat Handgeschakeld Versnellingsbak (6 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoering Ledig gewicht Gewicht rijklaar * 1495 1505 Maximum technisch toegestane massa 2035 2050 totaal Maximum toegestaan treingewicht 3335 2800 helling max.
  • Pagina 236 GEWICHTEN EN AANHANGERGEWICHTEN (kg) - N1-UITVOERINGEN Benzinemotoren 155 BVA6 200 BVM6 Automaat Handgeschakeld Versnellingsbak (6 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoering Ledig gewicht Gewicht rijklaar * 1495 1505 Maximum technisch toegestane massa 2170 2195 totaal Maximum toegestaan treingewicht 3320 2795 helling max.
  • Pagina 237 Technische gegevens MOTOREN EN VERSNELLINGSBAKKEN e-HDi HDiF HDiF Dieselmotor 110 BMP6 160 BVM6 160 BVA6 Handgeschakeld Automaat Versnellingsbak (6 versnellingen) (6 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoering Cilinderinhoud (cm 1560 1997 Boring x slag (mm) 75 x 88,3 85 x 88 Max.
  • Pagina 238 GEWICHTEN EN AANHANGERGEWICHTEN (in kg) e-HDi HDiF HDiF Dieselmotoren 110 BMP6 160 BVM6 160 BVA6 Handgeschakeld Automaat Versnellingsbak (6 versnellingen) (6 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoering Ledig gewicht Gewicht rijklaar * 1495 1605 1615 Maximaal technisch toegestane massa 2020 2130 2125 totaal...
  • Pagina 239 Technische gegevens GEWICHTEN EN AANHANGERGEWICHTEN (kg) - N1-UITVOERINGEN e-HDi HDiF HDiF Dieselmotoren 110 BMP6 160 BVM6 160 BVA6 Handgeschakeld Automaat Versnellingsbak (6 versnellingen) (6 versnellingen) (6 versnellingen) Type Variant Uitvoering Ledig gewicht Gewicht rijklaar * 1495 1605 1615 Maximaal technisch toegestane massa 2150 2265 2255...
  • Pagina 240 Afmetingen (in mm)
  • Pagina 241 Technische gegevens Identificatie De auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en registratie van de auto. En bevat de volgende informatie: bandenspanning zonder en met volle belading, velgmaat en bandenmaat, door de constructeur aanbevolen bandenmerken, bandenspanning van het reservewiel, kleurcode van de lak.
  • Pagina 242 Audio en telematica...
  • Pagina 244 URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP...
  • Pagina 245 MyCITROEN op de CITROËN-internetsite voor uw land. Surf hiervoor naar www.citroen.com. Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht voor om op elk * Deze diensten zijn afhankelijk van bepaalde voorwaarden en beschikbaarheid.
  • Pagina 247 eMyWay GPS-NAVIGATIE MULTIMEDIA-AUTORADIO/BLUETOOTH- TELEFOON INHOUD 01 Basisfunctie - Bedieningspaneel blz. 02 Stuurkolomschakelaars blz. 03 Werking blz. Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend in uw auto functioneert. 04 Navigatie blz. 05 Verkeersinformatie blz. 06 Telefoneren blz. 07 Index - ADDR BOOK blz.
  • Pagina 248 01 BASISFUNCTIES Kort indrukken: selecteren Weergave van de lijst met ontvangen van een in het geheugen radiozenders, nummers of CD/MP3/ opgeslagen radiozender. Apple®-speellijsten. Lang indrukken: de Lang indrukken: beheer van de structuur Functie TA radiozender waar u op dat van de MP3/WMA-bestanden/bijwerken (verkeersinformatie) moment naar luistert opslaan Draaien: volumeregeling...
  • Pagina 249 BASISFUNCTIES Annuleren van de bewerking, omhoog in de menustructuur. Lang indrukken: terug naar de permanente weergave. Toegang tot het menu "Telefoon" en weergave van de laatste Weigeren van een inkomend gesprekken of aannemen van een gesprek of gesprek beëindigen. inkomend gesprek. Toegang tot het menu Toegang tot het menu "Navigatie"...
  • Pagina 250 Draaien. Radio: automatische selectie van vorige/ volgende zender. Media: volgende/vorige track. Drukken en draaien: naar 6 opgeslagen voorkeurzenders. Geluidsbron wijzigen. Toets TEL (kort indrukken): Binnenkomend gesprek aannemen. Tijdens een telefoongesprek: toegang tot het menu Telefoon: Gesprek beëindigen, privé-modus, handsfree functie. Toets TEL (even ingedrukt houden): Binnenkomend gesprek weigeren of telefoongesprek beëindigen.
  • Pagina 251 ALGEMENE WERKING Druk een paar keer achter elkaar op de toets MODE om naar de volgende menu's te gaan: " KAART OP VOLLEDIG "RADIO/MEDIA" SCHERM " "KAART OP VERKLEIND "TELEFOON" SCHERM" (tijdens communicatie) (tijdens navigatie) Geluidsbron veranderen: SETUP : INSTELLINGEN: RADIO : radio als geluidsbron.
  • Pagina 252 ALGEMENE WERKING WEERGAVE AFHANKELIJK VAN DE CONTEXT MULTIMEDIASPELERS, CD Bestemming kiezen OF USB Door de draaiknop OK in te drukken krijgt Adres invoeren (afhankelijk van media): u toegang tot de snelkeuzemenu's. Adresboek GPS-coördinaten RADIO: Afspeelwijze: Alternatieve route TA in-/uitschakelen Normaal Kaart verplaatsen RDS in-/uitschakelen Willekeurig...
  • Pagina 253 NAVIGATIE Naar het menu "NAVIGATIE" " " " " " " " " " " " " Navigatie Navigatie Navigatie Navigatie Navigatie Navigatie Navigatie Navigatie Navigatie Navigatie Navigatie Navigatie Navigatie g g g g g i " " " " " " " " " " " " Raadpleeg het CITROËN-netwerk om updates voor de...
  • Pagina 254 NAVIGATIE EEN BESTEMMING KIEZEN Selecteer een plaats uit de lijst en bevestig uw keuze. U kunt ook een lijst met plaatsen in het opgegeven land opvragen door een paar letters op te geven en dit te bevestigen met "Lijst" . EEN NIEUWE BESTEMMING KIEZEN Draai aan de draaiknop en selecteer OK om uw keuze te bevestigen.
  • Pagina 255 NAVIGATIE EEN BESTEMMING KIEZEN NAAR EEN VAN DE LAATSTE BESTEMMINGEN NAAR EEN CONTACT UIT HET ADRESBOEK Navigeren naar een uit het adresboek van de telefoon Druk op NAV voor het menu geïmporteerd adres is alleen mogelijk als het adresbestand "Navigatie". compatibel is met het systeem.
  • Pagina 256 NAVIGATIE GPS-COÖRDINATEN ALS BESTEMMING INVOEREN NAAR EEN PUNT OP DE KAART Druk, als de kaart op het scherm wordt weergegeven, op OK om naar het Druk op NAV voor het menu contextmenu te gaan. Selecteer dan "Navigatie". "Kaart verplaatsen" en bevestig uw keuze.
  • Pagina 257 NAVIGATIE Points of interest (POI) zijn openbare gebouwen en diensten in de NAAR POINTS OF INTEREST (POI) omgeving (hotels, bedrijven, vliegvelden...). Selecteer " Zoeken op Naam" om POI's op naam in plaats van op Druk op NAV voor het menu afstand te zoeken.
  • Pagina 258 Interest in hetzelfde gebied bevinden. Door op dit pictogram in te zoomen kunt u de verschillende Points of Interest bekijken. POI-LIJST * Afhankelijk van De exacte procedure voor het updaten van POI's is beschikbaar op de website "citroen.navigation.com". beschikbaarheid in het land.
  • Pagina 259 De gedetailleerde procedure voor het updaten van de risicogebieden Druk op NAV voor het menu is beschikbaar op de website www.citroen.com. "Navigatie". Selecteer " Opties" en bevestig uw keuze, selecteer vervolgens " Risicogebieden instellen"...
  • Pagina 260 NAVIGATIE EEN ETAPPE TOEVOEGEN ETAPPES BEHEREN Herhaal de handelingen 1 en 2, selecteer Druk op NAV voor het menu "Etappes Ordenen/Wissen " en bevestig "Navigatie ". uw keuzes om etappes te beheren. Selecteer "Etappes en routes " en Selecteer de etappe die u wilt bevestig uw keuze.
  • Pagina 261 NAVIGATIEOPTIES CRITERIA VOOR DE BEREKENING Selecteer " Rekencriteria definiëren " en bevestig uw keuze. Met deze functie kunt u de verschillende criteria voor het berekenen van de route instellen: Druk op NAV voor het menu de soort route (" Snelste route ", "Navigatie".
  • Pagina 262 NAVIGATIE KAARTEN BEHEREN POINTS OF INTEREST OP DE KAART KIEZEN Selecteer één of meer categorieën die u Druk op NAV voor het menu op het scherm wilt zien. "Navigatie ". Selecteer " Standaard " om alleen " Tankstations, garages " en Selecteer "Kaartbeheer"...
  • Pagina 263 NAVIGATIE ORIËNTERING VAN DE KAART Selecteer: "Op auto georiënteerd " om de kaart op de auto te richten, Druk op NAV voor het menu "Op noorden georiënteerd " om "Navigatie". de kaart altijd naar het noorden te richten, "Perspectief" om de kaart in perspectief te zien.
  • Pagina 264 NAVIGATIE GESPROKEN NAVIGATIEBERICHTEN INSTELLEN Het volume van de instructies kunt u ook instellen via het menu VOLUMEREGELING/UITSCHAKELEN "SETUP" / " Spraaksynthese ". Het instellen van het volume is mogelijk door de volumeknop te Selecteer de volumeweergave en bedienen tijdens de weergave van een route-aanwijzing. bevestig uw keuze.
  • Pagina 265 NAVIGATIE MANNENSTEM/VROUWENSTEM Druk op SETUP voor het configuratiemenu. Selecteer " Spraaksynthese " en bevestig uw keuze. Selecteer " Mannenstem kiezen " of " Vrouwenstem kiezen" en bevestig uw keuze met " Ja ". Het systeem wordt vervolgens opnieuw opgestart.
  • Pagina 266 05 VERKEERSINFORMATIE Naar het menu "VERKEERSINFORMATIE" " " " " " " " e ee s Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC Verkeersinformatie TMC at e...
  • Pagina 267 VERKEERSINFORMATIE INSTELLEN VAN DE FILTERS EN DE WEERGAVE VAN TMC-BERICHTEN Een TMC-bericht (Trafic Message Channel) is informatie met betrekking tot het verkeer en het weer die in real time wordt ontvangen en doorgestuurd naar de bestuurder in de vorm van gesproken berichten en visuele waarschuwingen op de navigatiekaart. Het navigatiesysteem kan in dat geval een alternatieve route voorstellen.
  • Pagina 268 VERKEERSINFORMATIE BELANGRIJKSTE PICTOGRAMMEN TMC VERKEERSBERICHTEN BELUISTEREN De functie TA (Traffic Announcement) geeft voorrang aan het luisteren Zwart-blauwe driehoek: algemene informatie, bijvoorbeeld: naar verkeersberichten. Om te worden geactiveerd moet deze functie een radiozender die deze berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen. Zodra een verkeersbericht wordt uitgezonden, wordt de geluidsbron die op dat moment wordt weergegeven (Radio, CD, USB, ...) automatisch onderbroken en wordt het verkeersbericht weergegeven.
  • Pagina 269 TELEFONEREN Naar het menu "TELEFOON" In de bovenbalk wordt steeds " " " " " " " " Telefoon Telefoon Telefoon Telefoon Telefoon Telefoon Telefoon Telefoon Telefoon Telefoon Telefoon Telefoon Telefoon Telefoon T l f T l f T l f T l f T l f "...
  • Pagina 270 EERSTE KOPPELING uitgevoerd als de auto stilstaat . Ga voor meer informatie (compatibiliteit, extra hulp, enz.) naar Selecteer "Randapparatuur zoeken" en www.citroen.nl. bevestig uw keuze. Er verschijnt een overzicht van de apparatuur die waargenomen is. Wacht tot de knop "Verbinden" verschijnt.
  • Pagina 271 TELEFONEREN De beschikbaarheid van diensten hangt af van het GSM-netwerk, de simkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur. Controleer in de gebruiksaanwijzing van uw telefoon en informeer bij uw provider welke diensten voor u toegankelijk zijn. Accepteer een automatische verbinding met de telefoon als u wilt Kies het profiel "Handsfree functie "...
  • Pagina 272 06 TELEFONEREN Gebruik de telefoon liever niet onder het rijden. Stop op een veilige BELLEN plaats of gebruik de toetsen op het stuur. EEN NIEUW NUMMER BELLEN EEN CONTACT BELLEN Druk op deze toets of houd TEL/SRC op het stuurwiel ingedrukt. Druk op deze toets.
  • Pagina 273 TELEFONEREN EEN GESPREK BEËINDIGEN LAATSTE NUMMERS BELLEN Druk op GESPREK BEËINDIGEN. Druk op deze toets of houd TEL/SRC Houd de toets TEL/SRC op het ingedrukt, selecteer " Gesprekkenlijst " stuurwiel even ingedrukt. en bevestig uw keuze. Selecteer het gewenste nummer en bevestig uw keuze.
  • Pagina 274 06 TELEFONEREN EEN GESPREK AANNEMEN Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt een pop- upvenster op het scherm. Houd deze toets of TEL/SRC langer Standaard is het systeem ingesteld op ingedrukt "Ja" om het gesprek aan te nemen. of druk op OPHANGEN om een gesprek Druk op "...
  • Pagina 275 TELEFONEREN OPTIES TIJDENS EEN GESPREK * Selecteer "DTMF-tonen " om het numerieke toetsenbord te kunnen gebruiken voor het kiezen van eventuele opties die u in een gesprek worden Druk tijdens het gesprek een paar keer aangegeven. op de toets MODE om het telefoonmenu te selecteren en druk vervolgens op "...
  • Pagina 276 TELEFONEREN BEHEER VAN TELEFOONVERBINDINGEN BELTONEN INSTELLEN Druk op deze toets. Selecteer "Telefoonopties" en bevestig uw keuze. Selecteer "Bluetooth-functies". Selecteer "Opties beltonen " en bevestig uw keuze. Selecteer " Lijst met gekoppelde randapparatuur " en bevestig uw keuze. U kunt nu: verbinding maken met de U kunt het volume en het type beltoon geselecteerde telefoon via "Verbinden "...
  • Pagina 277 INDEX - ADDR BOOK Toegang tot het menu "CONTACTEN" " " " " " " " " Contacten Contacten Contacten Contacten Contacten Contacten Contacten Contacten Contacten Contacten Contacten Contacten Contacten Contacten " " " " " " " " " " " " " " " " " " Co tacte Contacten weergeven Contacten weergeven...
  • Pagina 278 INDEX - ADDR BOOK ADRESBOEK / SYNCHRONISEREN CONTACTEN Selecteer " Synchronisatie-opties" en bevestig uw keuze: ADDR BOOK en Geen synchronisatie: alleen de in het selecteer vervolgens "Nieuw contact" geheugen van het systeem opgeslagen om een nieuw contact op te slaan. contacten (altijd aanwezig).
  • Pagina 279 INDEX - ADDR BOOK CONTACTEN BEHEREN Selecteer "Importeren " om één contact Druk twee keer op ADDR BOOK , naar het systeem te kopiëren. selecteer vervolgens "Contacten weergeven" en bevestig uw keuze. Selecteer "Verwijderen " om een opgeslagen contact uit het systeem te Selecteer het gewenste contact en verwijderen.
  • Pagina 280 08 RADIO Naar het menu "RADIO" " " " " " " " " FM / AM band FM / AM band FM / AM band FM / AM band FM / AM band FM / AM-band FM / AM-band FM / AM-band FM / AM-band FM / AM band...
  • Pagina 281 RADIO SELECTEREN VAN EEN ZENDER EEN ZENDER OPSLAAN Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio. De kwaliteit van de ontvangst wordt aangegeven door het Houd, nadat u een zender hebt aantal actieve golven in dit symbool.
  • Pagina 282 RADIO RDS INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijven luisteren zonder dat u zelf de frequentie hoeft te wijzigen. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele land dekken.
  • Pagina 283 Naar het menu "MUZIEK-MEDIA" " " " " " " " " MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA MEDIA" " " " " " " " Druk op MEDIA. Wisselen van de lijst in het menu (links/rechts).
  • Pagina 284 CD, MP3-CD, USB-SPELER INFORMATIE EN ADVIEZEN De autoradio speelt bestanden met de extensie "m4a, .wma, .m4b, Het systeem is geschikt voor externe geluidsdragers .aac, .flac, .ogg, .mp3" met een bitrate van 32 kbps tot 320 kbps af. (USB of iPod via USB-kabel - niet meegeleverd). Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden U kunt deze apparatuur bedienen via de afgespeeld.
  • Pagina 285 MULTIMEDIASPELERS CD-, MP3-, USB-SPELER GELUIDSBRON KIEZEN Plaats de CD in de speler, steek de USB-stick in de Via de toets SOURCE of SRC op het stuur kunt u van de ene naar USB-poort of sluit de USB-apparatuur via een kabel de andere geluidsbron overschakelen.
  • Pagina 286 MULTIMEDIASPELERS EEN TRACK SELECTEREN LIST: Overzicht van tracks en Vorige track. afspeellijsten op USB of CD Volgende track. Omhoog en omlaag in de lijst. Vorige afspeellijst. Bevestigen, verder in de menustructuur. Volgende afspeellijst. Snel vooruit. Even ingedrukt houden Terug in de menustructuur. Snel achteruit.
  • Pagina 287 MULTIMEDIASPELERS APPLE®-SPELER AANSLUITEN STREAMING AUDIO Sluit een Apple®-speler met behulp van een geschikte kabel (niet Streaming audio biedt de mogelijkheid om muziekbestanden op de meegeleverd) aan op de USB-aansluiting. telefoon via de audio-installatie in de auto af te spelen. Het afspelen begint automatisch. Maak een verbinding met de telefoon: zie het hoofdstuk De bediening gebeurt via de audio-installatie in de auto.
  • Pagina 288 MULTIMEDIASPELERS AUX-INGANG GEBRUIKEN Audio-kabel niet meegeleverd Sluit het externe apparaat (MP3-speler enz.) met een geschikte kabel Druk op MEDIA voor weergave van het aan op de JACK-aansluiting. menu "MEDIA". Selecteer "AUX-ingang inschakelen/ uitschakelen " en bevestig uw keuze. Stel eerst het volume van het externe apparaat in (luid).
  • Pagina 289 AUDIO-INSTELLINGEN Arkamys©: de geluidskwaliteit in de auto wordt benadeeld door de eisen die aan auto's worden gesteld op het gebied van veiligheid en binnenruimte. De luidsprekers zijn in de portieren aangebracht, waardoor het geluid voor de bestuurder en de passagiers te veel van Deze zijn op te vragen met de toets de zijkanten (ofwel van links, ofwel van rechts) lijkt te komen.
  • Pagina 290 WEERGAVE INSTELLEN DATUM EN TIJD INSTELLEN Druk op SETUP voor het menu "Configuratie". Druk op SETUP voor het menu "Configuratie". Selecteer "Configuratie display " en bevestig uw keuze. Selecteer "Configuratie display" en bevestig uw keuze. Selecteer "Datum en tijd instellen" en bevestig uw keuze.
  • Pagina 291 CONFIGURATIE MENU "SETUP" CONFIGURATIE VAN DE AUTO Parameters auto SETUP voor het menu Hulp bij het rijden "Configuratie". Inschakelen ruitenwisser achter bij inschakelen achteruitversnelling Automatische parkeerrem Selecteer " Parameters auto" en bevestig uw keuze. Opgeslagen snelheden Toegang auto Selectiviteit van de opengaande delen Verander de instellingen één voor één.
  • Pagina 292 MENUSTRUCTUUR DISPLAY BASISFUNCTIE Laatste bestemmingen MENU "TRAFFIC" Etappes Ordenen / Wissen KEUZE A Geografisch filter Alternatieve route keuze A1 Bewaar alle berichten Gekozen bestemming keuze A2 Bewaar de berichten Opties KEUZE B... Rondom de auto Definiëren rekencriteria MENU "Navigatie" Op de route Instellen gesproken berichten TMC-zender kiezen Laatste bestemmingen wissen...
  • Pagina 293 MENUSTRUCTUUR DISPLAY MENU "Telefoon" MENU "Contacten" MENU "RADIO" Bellen Contacten weergeven Volgende band Contacten Openen Opties (radio) Telefoonopties Importeren TA inschakelen / uitschakelen Opties beltonen Wissen RDS inschakelen / uitschakelen Bluetooth-functies Nieuw contact Audio-instellingen Lijst met gekoppelde randapparatuur Configuratie Omgeving Verbinden Alle contacten wissen Geen...
  • Pagina 294 12 MENUSTRUCTUUR DISPLAY MENU "MEDIA" MENU "SETUP" Lage tonen Hoge tonen Volgende medium Configuratie display Volume USB-medium uitwerpen Kies de kleur Verdeling Afspeelmodus Harmonie Bestuurder Normaal Cartografie Alle passagiers Willekeurig Dagstand Balans L-R Willekeurig op hele medium Nachtstand Balans V-A Herhalen Dag/Nacht auto Autom.
  • Pagina 295 De POI's zijn niet geselecteerd. Selecteer de POI's in de lijst met POI's. aangegeven. De POI's zijn niet gedownload. Download de POI's van de website: "citroen.navigation.com ". Het geluidssignaal van Het geluidssignaal is niet geactiveerd. Activeer het geluidssignaal in het menu de flitspalen functioneert "Navigatie"\"Opties"\"Risicogebieden instellen".
  • Pagina 296 VEELGESTELDE VRAGEN VRAAG ANTWOORD OPLOSSING Sommige files op de Bij het opstarten heeft het systeem enkele minuten nodig om de Wacht tot de verkeersinformatie goed wordt route worden niet direct verkeersinformatie te ontvangen. ontvangen (weergave van de icoontjes van de gemeld.
  • Pagina 297 VEELGESTELDE VRAGEN VRAAG ANTWOORD OPLOSSING Sommige contacten Bij het synchroniseren worden de contacten op de SIM-kaart en/of die Kies "Contacten van SIM-kaart weergeven" of komen dubbel voor in in het geheugen van de telefoon overgenomen. Als beide geheugens "Contacten van telefoon weergeven". de lijst.
  • Pagina 298 VEELGESTELDE VRAGEN VRAAG ANTWOORD OPLOSSING Soms wordt de informatie De audio-installatie kan sommige karakters niet weergeven. Gebruik standaard karakters voor de benaming tijdens de weergave van van nummers en afspeellijsten. een mediaspeler niet correct weergegeven. Bij streaming audio start De aangesloten randapparatuur biedt geen mogelijkheid om het lezen Start het afspelen via de aangesloten het lezen van bestanden automatisch te starten.
  • Pagina 299 VEELGESTELDE VRAGEN VRAAG ANTWOORD OPLOSSING Na het instellen van de De geluidssfeer is gekoppeld aan de bassen en hoge tonen. Wijzig de instelling van de bassen en de hoge bassen en hoge tonen is tonen of de geluidssfeer om de gewenste Het is niet mogelijk deze afzonderlijk van elkaar in te stellen.
  • Pagina 300 VEELGESTELDE VRAGEN VRAAG ANTWOORD OPLOSSING Na het afzetten van Als de motor is afgezet, blijft het systeem nog werken zolang de Start de motor om de accu op te laden. de motor wordt het laadtoestand van de accu dat toestaat. systeem na enkele Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-mode van het minuten automatisch...
  • Pagina 301 AUDIO-INSTALLATIE/BLUETOOTH INHOUD blz. 01 Basisfuncties Het systeem is zodanig gecodeerd dat het alleen in uw blz. 02 Bediening op het stuurwiel auto werkt. blz. 03 Hoofdmenu blz. 04 Audio blz. 05 Telefoon blz. 06 Audio-instellingen blz. 07 Configuratie Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren blz.
  • Pagina 302 BASISFUNCTIES Instellen van de audio-opties: Selecteren van Weergave van de lijst met ontvangen een opgeslagen radiozenders, nummers of CD/MP3- klankkleur, hoge tonen, bassen, voorkeuzezender. speellijsten. loudness, geluidsverdeling, balans links/rechts, voor/ Lang indrukken: Lang indrukken: ordenen van MP3-/ achter, snelheidsafhankelijke opslaan van een zender WMA-bestanden / bijwerken van de Aan/uit.
  • Pagina 303 STUURKOLOMSCHAKELAARS Draaien. Radio: automatische selectie van vorige/volgende zender. Media: volgende/vorige track. Drukken en draaien: naar 6 opgeslagen voorkeurzenders. Geluidsbron wijzigen. Toets TEL (kort indrukken): Binnenkomend gesprek aannemen. Tijdens een telefoongesprek: toegang tot het menu Telefoon: Gesprek beëindigen, privé-modus, handsfree functie. Toets TEL (even ingedrukt houden): Binnenkomend gesprek weigeren of telefoongesprek beëindigen.
  • Pagina 304 HOOFDMENU > DISPLAY C "Bluetooth-verbinding": " Multimedia ": Parameters media, Verbindingen beheren, Extern Radio-instellingen. apparaat zoeken. "Persoonlijke instellingen - Configuratie ": " Telefoon ": Bellen, Beheer Parameters van auto definiëren, Taalkeuze, adresboek, Beheer telefoon, Configuratie display, Keuze van eenheden, Datum Ophangen .
  • Pagina 305 AUDIO RADIO SELECTEREN VAN EEN ZENDER De omgeving waarin u rijdt (bergen, hoge gebouwen, bruggen, Druk op LIST voor een overzicht van tunnels enz.) kan leiden tot een slechte ontvangst, ook als de RDS- de opgeslagen zenders in alfabetische functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft volgorde.
  • Pagina 306 AUDIO VERKEERSINFORMATIE BELUISTEREN De functie TA (Traffic Announcement) geeft voorrang aan het luisteren Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar naar verkeersberichten. Om te worden geactiveerd moet deze functie een de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijven radiozender die deze berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen.
  • Pagina 307 AUDIO TEKSTBERICHTEN WEERGEVEN Tekstberichten worden door een radiozender tijdens het luisteren naar de muziek meegestuurd. DISPLAY C Druk als de radiogegevens op het scherm worden weergegeven op OK om naar het contextmenu te gaan. Selecteer " RadioText (TXT) " en bevestig uw keuze met OK.
  • Pagina 308 AUDIO AUDIO-CD EEN CD AFSPELEN Gebruik alleen ronde CD's met een diameter van 12 cm. Druk op de toets LIST om de lijst met Bepaalde beveiligingssystemen op de originele CD of zelfgebrande nummers van de CD weer te geven. CD's kunnen storingen veroorzaken, ongeacht de kwaliteit van de CD-speler.
  • Pagina 309 AUDIO CD, USB INFORMATIE EN TIPS Op deze schijf kunt u ook 255 MP3-bestanden zetten, verdeeld over 8 niveaus. Wij raden echter aan om ze over hooguit 2 niveau's te De autoradio speelt uitsluitend bestanden met de extensie ".mp3" of verdelen om de duur van het lezen van de CD beperkt te houden.
  • Pagina 310 AUDIO CD, USB EEN PLAYLIST AFSPELEN Druk op een van de toetsen om het vorige of volgende nummer te selecteren. Plaats een MP3-CD in de speler of sluit een USB-apparaat rechtstreeks of met een kabeltje aan op de USB-aansluiting. Het systeem leest alle afspeellijsten en slaat ze op in het tijdelijke Druk op een van de toetsen om de geheugen;...
  • Pagina 311 AUDIO USB-STICK - AFSPEELLIJSTEN INDELEN Selecteer een regel uit de lijst. Druk even op LIST of op MENU , selecteer " Multimedia", dan " Parameters media" en ten slotte " Indeling afspeellijst kiezen" om de indelingen weer te geven. Selecteer een nummer of een bestand. Druk na het kiezen van de indeling ("Per map"/"...
  • Pagina 312 04 AUDIO APPLE -SPELERS of MASS STORAGE ® DEVICE U kunt bestanden op een Mass Storage Device * via Zorg voor een regelmatige update van de software van de de luidsprekers van de audio-installatie in de auto Apple -speler om zeker te zijn van een goede verbinding. ®...
  • Pagina 313 AUX-INGANG (AUX) JACK-AANSLUITING De Jack AUX-aansluiting is bedoeld om een extern (Non Mass Storage) apparaat of een Apple ® -speler aan te sluiten als die Druk een paar keer op SOURCE of SRC niet via de USB-poort herkend wordt. en selecteer " AUX". Stel eerst het geluidsvolume op het externe Sluit eenzelfde extern apparaat niet tegelijkertijd aan via de apparaat in.
  • Pagina 314 AUDIO STREAMING-AUDIO VIA BLUETOOTH AFSPEELMETHODE Er zijn verschillende afspeelmethodes: Afhankelijk van de technische specificaties van de telefoon Normaal: de tracks worden in de normale volgorde volgens de afspeellijst afgespeeld. Shuffle: de tracks van een album of een map worden in een Met streaming-audio kunt u muziekbestanden op uw telefoon via willekeurige volgorde afgespeeld.
  • Pagina 315 Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-systeem van uw autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met aangezet contact. Ga voor meer informatie (compatibiliteit, extra hulp, enz.) naar www.citroen.nl. Activeer de functie Bluetooth van uw telefoon en controleer of uw telefoon "voor elk apparaat...
  • Pagina 316 TELEFONEREN Accepteer de koppeling op de telefoon. Soms verschijnt de referentie van de telefoon of het Bluetooth-adres in plaats van de naam van de telefoon. Op het scherm verschijnt een bericht ter bevestiging van de koppeling. Op het scherm wordt een toetsenbord weergegeven: voer een code van minimaal 4 cijfers in en bevestig uw U kunt ook via de telefoon de koppeling tot stand brengen door naar...
  • Pagina 317 TELEFONEREN STATUS VAN DE TELEFOON Druk voor het opvragen van de status van de telefoon op MENU. Selecteer " Telefoonstatus " en bevestig uw keuze. Selecteer " Telefoon" en bevestig uw keuze. Op het scherm verschijnt: de naam van de telefoon, de naam van het netwerk, de ontvangstkwaliteit en een bevestiging van de Bluetooth- c.q.
  • Pagina 318 TELEFONEREN VERBINDINGEN BEHEREN De verbinding met de telefoon is automatisch ook geschikt voor Geeft aan dat een apparaat is verbonden. Bleutooth en Streaming audio. De mogelijkheid van het systeem om één profiel te koppelen hangt af van de telefoon. Het is mogelijk dat standaard beide profielen worden Geeft aan dat er een geschikte verbinding voor Streaming audio is.
  • Pagina 319 TELEFONEREN BELLEN - NUMMER KIEZEN BELLEN - LAATST GEKOZEN NUMMERS * Naar het menu " TELEFOON ": Houd SOURCE of SRC even ingedrukt. Herhaal de vorige stap 1 om het menu Of druk op OK om naar het "TELEFOON" op te vragen. contextmenu te gaan.
  • Pagina 320 BELLEN - VANUIT HET ADRESBOEK EEN GESPREK AANNEMEN Herhaal de vorige stap 1 om het menu "TELEFOON" op te vragen. Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt een pop-upvenster op het display van het instrumentenpaneel. Standaard is het systeem ingesteld op "JA"...
  • Pagina 321 TELEFONEREN Privé-gesprek GESPREKKEN BEHEREN (de gesprekspartner kan niet meeluisteren) In het contextmenu: vink "Micro OFF" aan om de Druk tijdens het gesprek op OK om microfoon uit te schakelen. naar het contextmenu te gaan. vink "Micro OFF" uit om de microfoon weer in te schakelen.
  • Pagina 322 05 TELEFONEREN Spraakserver Selecteer in het contextmenu "DTMF- tonen " en bevestig uw keuze om het digitale toetsenbord te kunnen gebruiken om door het menu van de interactieve spraakserver te surfen. Wisselgesprek Selecteer in het contextmenu "Wisselgesprek" en bevestig uw keuze om een in de wacht gezet gesprek weer voort te zetten.
  • Pagina 323 TELEFONEREN CONTACTENLIJST De contactenlijst van de telefoon wordt, als de telefoon compatibel Selecteer " Contacten" voor een is, naar de audio-installatie in de auto gestuurd. overzicht van alle contacten. De contactenlijst is tijdelijk en de kwaliteit is afhankelijk van de Bleutooth-verbinding.
  • Pagina 324 AUDIO-INSTELLINGEN DISPLAY C De verdeling (of de ruimtelijke verdeling dankzij het Arkamys©- systeem) van het geluid is een audio-instelling die zorgt voor een optimale geluidsweergave afgestemd op het aantal inzittenden in de auto. De audio-instellingen Klankkleur, Hoge tonen en Bass zijn andere instellingen, die u voor elke geluidsbron apart kunt verrichten.
  • Pagina 325 CONFIGURATIE DATUM EN TIJD INSTELLEN DISPLAY C Selecteer met de pijltjestoetsen Druk op MENU. Datum en tijd instellen en bevestig uw keuze. Selecteer de parameter die u wilt wijzigen. Bevestig uw keuze Selecteer met de pijltjestoetsen door op de toets OK te drukken, Persoonlijke instellingen - verander dan de waarde en Configuratie en bevestig uw keuze.
  • Pagina 326 08 MENUSTRUCTUUR DISPLAY DISPLAY C BASISFUNCTIE KEUZE A Per map Beheer contactenlijst Item raadplegen Keuze A1 Per artiest Item verwijderen Keuze A2 Per genre KEUZE B Alle items verwijderen Per playlist Beheer telefoon Radio-instellingen Multimedia Telefoonstatus Parameters media Telefoon Gesprek beëindigen Bellen Afspeelmodus kiezen Nummer kiezen...
  • Pagina 327 MENUSTRUCTUUR DISPLAY Persoonlijke instellingen - Configuratie Parameters van auto definiëren Comfortverlichting Configuratie beeldscherm Instapverlichting Keuze van eenheden Toegang tot de auto Follow me home-verlichting Afstandsbed. Datum en tijd instellen Taalkeuze Instellingen display Instel. bestuurdersplaats Lichtsterkte Alleen a.klep ontgrendelen Geluidkeuze Hulp bij het rijden Autom wissen achter in acheruit.
  • Pagina 328 VEELGESTELDE VRAGEN In de volgende tabellen vindt u een antwoord op veelgestelde vragen. VRAAG ANTWOORD OPLOSSING Er is een verschil in Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume, Controleer of de audio-instellingen (volume, geluidskwaliteit tussen bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) voor elke geluidsbron bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) zijn de verschillende afzonderlijk instellen.
  • Pagina 329 VEELGESTELDE VRAGEN VRAAG ANTWOORD OPLOSSING De ontvangstkwaliteit De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostation Activeer de functie RDS om het systeem te laten van de beluisterde of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt. controleren of er een sterkere zender in het radiozender neemt gebied aanwezig is.
  • Pagina 330 VEELGESTELDE VRAGEN VRAAG ANTWOORD OPLOSSING De CD wordt steeds De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen, Controleer of de CD met de juiste zijde boven uitgeworpen of kan niet bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de in de speler is geplaatst.
  • Pagina 331 VEELGESTELDE VRAGEN VRAAG ANTWOORD OPLOSSING Een telefoon wordt Automatisch verbinding maken heeft voorrang op handmatig verbinding Verander de instellingen van de telefoon om het automatisch aangesloten maken. automatisch verbinding maken uit te schakelen. als een verbinding met een andere telefoon wordt verbroken.
  • Pagina 334 Index Trefwoordenregister- Zoeken via afbeeldingen...
  • Pagina 336 Aanhanger........... Asbak (uitneembaar)........78 Benzinemotor....... 65, 220, 232 Aanhangergewichten ......233, 236 ASR .............167 Bestuurdersplaats (instellingen) ....70 Aansluiting 12V ........78, 79 Audio-aansluitingen ......80, 309, 311 Binnenspiegel ..........77 Aansteker ............Automatische ruitenwissers ....143, 145 Black panel ............43 ABS .............167 Automatische schakeling grootlicht/ Bluetooth (handsfree set) ....268, 313 Accessoires........
  • Pagina 337 Trefwoordenregister Controlelampjes....... 29, 33, 34 Follow-me-home-verlichting ....136, 138 Identificatie (stickers) ........239 Controlelampjes (status)......31, 35 Follow-me-home verlichting .......136 Identificatie auto..........239 Controles ......220, 221, 226-228 Functie snelweg (richtingaanwijzers) ..164 Identificatiegegevens ........239 Identificatieplaatjes constructeur....239 Instapverlichting..........139 Instrumentenpanelen ........28 Intelligente tractiecontrole ......168 Dagrijverlichting ....135, 193, 196, 197 Geheugen instellingen Interieurfilter..........
  • Pagina 338 Kinderzitjes (conventioneel) .......156 Mat verwijderen ..........79 Onderhoudscontroles ........24 Klembeveiliging..........61 Menustructuren display ....290, 324, 325 Onderhoudsintervalindicator ......Milieu ............24, 53 Kleurcode lak ..........239 Onderhoudsintervalindicator resetten ..40 Milieubewust rijden ........24 Kleurendisplay met kaartweergave DT ..249 Ontdooien............90 Mistachterlicht........134, 198 Klokje ............43, 288 Ontgrendelen ..........48, 49 Mistlampen..........193 Klokje (instellen) ....
  • Pagina 339 Trefwoordenregister Spaarfase............206 Reservewiel ..........186 Veiligheidsgordels........170-172 Richtingaanwijzers..138, 164, 193, 196, 198 Spraaksynthese ..........262 Veiligheidsvoorzieningen Riem ..............82 Startblokkering, elektronische....54, 95 voor kinderen ....152, 159, 160, 173 Starten van de auto ....94, 96, 108, 112 Risicozones (update) ........256 Ventilatie..........24, 84, 85 Roetfilter..........225, 227 Stilzetten van de auto .....94, 96, 108, 112 Ventilatieroosters ..........84...
  • Pagina 340 Zekeringen ..........201 Zekeringentabel ..........201 Zekeringen vervangen ........201 Zekeringkast dashboard ......201 Zekeringkast motorruimte ......201 Zicht...............90 Zij-airbags ........... 175, 176 Zijknipperlicht..........197 Zijspots..........139, 197 Zijverlichting ..........139 Zuinig rijden ..........24...
  • Pagina 341 Zoeken op afbeelding Exterieur Elektronische sleutel/Keyless entry and start 48-54, 94-95 openen / sluiten diefstalbeveiliging batterij Instapverlichting starten Dynamische bochtverlichting Cockpit roof 61-62 Statische bochtverlichting Allesdragers Koplampverstelling Accessoires 213-214 Ruitenwissers 143-145 Lampen vervangen 193-197 Ruitenwisserbladen koplampen vervangen 146, 208 mistlampen vóór zijknipperlichten Bagageruimte 48, 56...
  • Pagina 342 Cockpit Plafonniers Pictogrammendisplay eMyWay 245-298 veiligheidsgordels / airbag Datum/tijd instellen aan passagierszijde 171, 174 Binnenspiegel Cockpit roof 61-62 Buitenspiegels Bediening head-up display 120-121 Urgence- of Assistance-oproep 165, 243 Autoradio 299-330 Datum/tijd instellen Zekeringen dashboard 201-202 Verwarming, ventilatie 84-85 Automatische airconditioning 86-89 Motorkapontgrendeling Ontwasemen / ontdooien...
  • Pagina 343 Zoeken op afbeelding Cockpit (vervolg) START/STOP, contact, motor starten/afzetten 94-96 Stop & Start 116-118 Head-up display 120-121 Instrumentenpaneel 28, 38-43 Accessoirestand check/onderhoudsindicator/dagteller Klokje dimmer dashboardverlichting / black panel Verklikkerlampjes 29-37 Kleurendisplay 249, 290-292 Meters 38-41 Display C 302, 324-325 Opschakelindicator Lichtschakelaar 132-138 Automatische schakeling...
  • Pagina 344 Interieur Voorstoelen 68-72 hoofdsteunen stoelverwarming handmatig verstelbaar elektrisch verstelbaar massage Matten Airbags 173-176 Indeling bagageruimte Gevarendriehoek Indeling interieur Aansteker / accessoire-aansluiting Uitschakeling passagiersairbag 154, 174 Achterzitplaatsen 73-75 ISOFIX-kinderzitjes 158-160 Veiligheidsgordels 170-172 Middenarmsteun achter Skiluik Conventionele kinderzitjes 152-157 Elektrische kinderbeveiliging...
  • Pagina 345 Zoeken op afbeelding Onderhoud - Gegevens 12V-accu 204-206 Spaarfase accu, eco-mode 206, 207 Niveaus controleren 223-225 Zekeringen motorruimte 201, 203 olie Onder de motorkap (benzine) remvloeistof Onder de motorkap (diesel) stuurbekrachtigingsvloeistof Benzinemotoren koelvloeistof Dieselmotoren ruitensproeier-/ koplampsproeiervloeistof Controle van onderdelen 226-228 luchtfilter interieurfilter oliefilter...
  • Pagina 347 Dit instructieboekje behandelt alle beschikbare Automobiles CITROËN verklaart dat, door uitrustingen van dit model. toepassing van de voorschriften in de Europese regelgeving (Richtlijn 2000/53) met betrekking tot Uw auto is, afhankelijk van het uitrustingsniveau, de autowrakken, wordt voldaan aan de in deze richtlijn uitvoering en de specifieke kenmerken voor het land gestelde doelen en dat recycleerbare materialen waarvoor de auto bestemd is, slechts van een deel...
  • Pagina 348 12DS5.0070 Néerlandais 2012 – DOCUMENTATION DE BORD 4Dconcept Diadeis Edipro CRÉATIVE TECHNOLOGIE...