Verlichting en zicht
Automatische verlichting
De automatische verlichting (volgens uitvoering)
zorgt er bij een geringe lichtsterkte van de
omgeving voor dat automatisch het dimlicht
wordt ingeschakeld.
Bij mist of sneeuw kan de lichtsensor ten
onrechte voldoende licht waarnemen; de
verlichting wordt dan niet automatisch
ingeschakeld. Schakel het dimlicht indien
nodig zelf in.
De verlichting wordt automatisch
uitgeschakeld als de lichtsterkte van de
omgeving weer voldoende is.
Dek de lichtsensor in het midden van de
voorruit niet af.
U kunt zelf de gevoeligheid van de
lichtsensor instellen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de configuratie van de
auto.
Activering
► Draai de ring in deze stand.
De lampen gaan automatisch uit als het contact
wordt afgezet.
50
Follow me
home-verlichting
De functie "follow me home" (volgens uitvoering)
zorgt ervoor dat, als u de auto verlaat, de
dimlichten nog gedurende de ingestelde
tijd blijven branden (bijvoorbeeld op een
parkeerterrein).
Met het contact afgezet of
de sleutel in de stand STOP
► Binnen 2 minuten na het afzetten van de
motor moet u de contactsleutel in de stand
STOP zetten of de sleutel uit het contact
verwijderen.
► Trek de lichtschakelaar naar het stuurwiel.
Op het instrumentenpaneel gaat dit
verklikkerlampje branden.
Telkens als u de lichtschakelaar naar het
stuurwiel toe trekt, wordt de duur van de follow-
me-home verlichting met 30 seconden verlengd.
De maximale duur bedraagt ongeveer 3 minuten.
Zodra de ingestelde duur is verstreken, wordt de
verlichting automatisch uitgeschakeld.
Houd de schakelaar langer dan 2 seconden naar
het stuurwiel toe getrokken om de functie uit te
schakelen.
Autom. inschakelen
groot-/dimlicht
Dit systeem schakelt automatisch over op
grootlicht, afhankelijk van de lichtsterkte van
de omgeving en de aanwezigheid van overig
verkeer op de weg die worden geregistreerd
door een camera aan de bovenzijde van de
voorruit.
Dit systeem is een hulpsysteem bij het
rijden.
De bestuurder blijft zelf verantwoordelijk
voor de verlichting van zijn auto, voor de
aanpassing van de verlichting aan de
lichtsterkte van de omgeving, het zicht en
het verkeer, en voor het naleven van de
verkeersregels.
Activering
► Zet de ring van de lichtschakelaar in
deze stand
► Stel de functie in door op de toets
MODE te drukken: selecteer "AAN" in het
menu "Automatisch groot licht".
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de configuratie van het
voertuig.
► Geef een lichtsignaal (door de schakelaar
voorbij het weerstandspunt te bewegen) om de
functie te activeren.