Ergonomie en comfort
► Druk tegelijkertijd op een van de toetsen (1).
De tijd en het controlelampje voor het instellen
van het scherm branden.
► Houd de toets (3) ingedrukt.
► Druk tegelijkertijd weer op een van de
toetsen (1).
De geprogrammeerde werkingsduur wordt
weergegeven en het controlelampje voor de
verwarmings- of ventilatiecyclus knippert.
► Stel de duur in door op een van de toetsen
(1) te drukken.
De duur verdwijnt van het scherm om het
opslaan te bevestigen of druk nog een keer op
de toets (3).
De verwarming uitschakelen
Bij vertraagd starten wordt de verwarming
automatisch uitgeschakeld na de
geprogrammeerde duur.
► Druk bij direct starten nog een keer op de
toets (2) om handmatig uit te schakelen.
Het controlelampje voor de verwarmingscyclus
en het scherm gaan uit.
Laat de standkachel ten minste 1 keer
per jaar aan het einde van de herfst
controleren. Onderhoud en reparaties aan het
systeem mogen alleen worden uitgevoerd
door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Gebruik uitsluitend originele
vervangingsonderdelen.
40
Om het risico van vergiftiging of
verstikking te vermijden, mag de
standkachel niet worden gebruikt, ook niet
voor korte perioden, in afgesloten ruimten,
zoals een garage of een werkplaats zonder
een uitlaatgasafvoersysteem.
De standkachel wordt uitgeschakeld als de
accuspanning laag is, zodat het starten van
de motor niet in gevaar komt.
De standkachel wordt gevoed door brandstof
uit de brandstoftank van de auto. Controleer,
voordat u de standkachel programmeert of
inschakelt, of er nog voldoende brandstof in
de tank aanwezig is.
Schakel de standkachel altijd uit tijdens het
tanken om elk risico van brand of explosie te
vermijden.
De temperatuur bij het verwarmingssysteem
mag niet hoger zijn dan 120 °C. Een hogere
temperatuur (bijv. Bij het laten uitharden van
de lak) kan tot schade aan componenten van
elektronische circuits leiden.
De standkachel is voorzien van een
thermische beveiliging die in het geval
van oververhitting van de motor als gevolg
van een gebrek aan koelvloeistof de
verbranding onderbreekt. Controleer het
koelvloeistofniveau en vul het indien nodig bij.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus.
Druk vervolgens op de
programmaselectietoets alvorens de
standkachel weer in te schakelen.
Ontwasemen - ontdooien
voorruit en zijruiten
Deze opdruk op het bedieningspaneel
geeft aan in welke stand de knoppen
moeten staan om de voorruit en de zijruiten snel
te ontwasemen of te ontdooien.
Met handbediende
airconditioning
► Zet de knoppen van de luchtstroom en
luchtverdeling in de juiste stand.
Als u de voorruit sneller wilt ontdooien en
ontwasemen, doet u het volgende:
► Zet de luchtstroom in een hogere stand;
► Zet de luchttoevoer van buitenaf
tijdelijk naar luchtrecirculatie.
Met automatische
airconditioning
► Druk op deze toets. Het
controlelampje gaat branden.
Het systeem regelt de airconditioning,
de luchtstroom en luchtinlaat, en de
achterruitverwarming, en verdeelt de lucht
optimaal naar de voorruit en zijruiten voorin.