Codekaart
De codekaart wordt u bij aflevering van de auto
samen met de twee sleutels overhandigd.
Op deze kaart staat de identificatiecode
die het -netwerk nodig heeft bij CITROËN
werkzaamheden aan de elektronische
startblokkering. De code is afgedekt, verwijder
de film alleen als dit strikt noodzakelijk is.
Bewaar de codekaart op een veilige plaats
buiten de auto.
Neem de codekaart mee wanneer u een
verre reis maakt en bewaar de kaart bij uw
persoonlijke documenten.
Starten - afzetten van de
motor
Contactslot
Strand STOP: stuurslot.
Het contact is afgezet.
Stand MAR: contact aan.
Verschillende accessoires functioneren.
Stand AVV (Avviemento): startmotor.
De startmotor wordt in werking gezet.
Hang geen zware voorwerpen aan de
sleutel of de afstandsbediening: dit kan
namelijk storingen met het contactslot
veroorzaken.
De motor starten
► Wanneer de parkeerrem is ingeschakeld en
de versnellingsbak of transmissie in neutraal
staat, draai de sleutel in de stand MAR.
► Wacht totdat dit waarschuwingslampje
uit is en zet de sleutel dan in de stand
AVV totdat de motor start.
Hoe lang het waarschuwingslampje brandt, is
afhankelijk van de temperatuur.
Als de motor heet is, brandt het
waarschuwingslampje enkele seconden; u kunt
de motor meteen starten.
► Laat de sleutel los zodra de motor draait.
Waarschuwingslampje
startonderbreker
Als dit waarschuwingslampje gaat branden,
vervang de sleutel en laat de defecte sleutel
door een CITROËN-dealer nakijken.
De motor uitschakelen
► Zet het voertuig stil.
► Zet de sleutel weer in de STOP-stand.
Bij lage temperaturen
In bergachtige en/of koude gebieden
wordt aanbevolen zogenaamde "winter"
brandstof te tanken die speciaal geschikt is
voor (zeer) lage temperaturen.
Rijden
6
71