In geval van pech
► Koppel de slang (I) los en sluit deze direct
aan op het bandventiel; de patroon wordt dan
op de compressor aangesloten en er wordt geen
afdichtmiddel ingespoten.
Als de band leeg moet, sluit de slang (I) aan op
het bandventiel en druk op de gele knop in het
midden van de schakelaar op de compressor.
De patroon vervangen
112
Ga als volgt te werk om de patroon met
afdichtmiddel te vervangen:
► Sluit de slang (I) aan.
► Draai de oude patroon linksom en trek deze
eruit.
► Plaats de nieuwe patroon en draai deze
rechtsom.
► Sluit de slang (I) en de leiding (B) weer in
positie aan.
De patroon bevat ethyleenglycol, wat bij
inslikken schadelijk is en de ogen
irriteert.
Buiten het bereik van kinderen houden.
Gooi de patroon na gebruik niet weg,
maar lever deze in bij een CITROËN-
dealer of een officieel inzamelpunt.
Reservewiel
Parkeerstand
► Zet de auto stil op een plaats waar het
verkeer niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat
de auto op een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond staat.
► Op een hellende of beschadigde ondergrond
moet de auto tegen wegrollen worden beveiligd
(plaats een wielblok achter het wielen).
► Schakel bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak de eerste
versnelling in en zet vervolgens het contact uit
om de wielen te blokkeren.
► Trek de parkeerrem aan en controleer of het
lampje op het instrumentenpaneel brandt.
► Controleer of de inzittenden de auto hebben
verlaten en zich op een veilige plaats bevinden.
► Trek een reflecterende veiligheidsvest aan
en duid aan dat de auto stilstaat door gebruik
te maken van de hiervoor bestemde, wettelijk
verplichte middelen in het land waar u rijdt
(gevarendriehoek, alarmknipperlichten, enz.).
► Voorzie uzelf van het gereedschap.
Speciale functie met pneumatische
ophanging
Wanneer uw voertuig is uitgerust met deze
functie, kunt u de hefmodus voor het voertuig
activeren voordat u het voertuig met een krik
opheft.
Bij voertuigen met het stuur rechts bevinden de
toetsen zich rechts van het stuurwiel.