5.1
Menu Alarmmeldingen
Raak het Alarmen-pictogram aan om een lijst met actieve alarmen weer te geven. Als er meer dan zes actieve alarmen
zijn, wordt het PageDown-pictogram getoond; raak dit pictogram aan om de volgende pagina met alarmen te laten
weergeven.
Raak het Hoofdmenu-pictogram aan om terug te gaan naar het vorige scherm.
5.2
Menu Ingangen
Raak het Ingangen-pictogram aan om een lijst met alle sensor- en digitale ingangen weer te geven.
Raak de ingang aan om de details van de ingang, kalibratie (mits van toepassing) en de instellingen te openen.
Sensoringangsgegevens
De gegevens voor elk type sensoringang omvatten de huidige waarden, alarmmeldingen, het ongekalibreerde signaal,
het sensortype, de kalibratiewaarden voor versterking (gain) en afwijking (offset). Als de sensor met automatische
temperatuurcompensatie is uitgerust, worden ook de temperatuurwaarde en temperatuuralarmmeldingen, de afgele-
zen temperatuurweerstand en het benodigde type temperatuurelement op het display getoond onder een apart senso-
ringangsmenu.
Kalibratie
Raak het Kalibratie-pictogram aan om de sensor te kalibreren. Selecteer de uit te voeren kalibratie: water/monster-ka-
libratie, eenpuntstoegang, eenpuntsbuffer, tweepuntsbuffer, driepuntsbuffer, eenpunts analoge of tweepunts analoge
kalibratie. Niet alle kalibratie-opties zijn beschikbaar voor alle sensortypes.
Water/monster-kalibratie
Begin kalibratie
OK om sturing uit te schakelen?
Raak Bevestigen aan om door te gaan of Annuleren om af te breken.
Verwijder sensor
Voorzie de sensor van een watermonster
Plaats de dompelsensor in schoon tapwater of gedeïoniseerd water of circuleer door de doorstroomsensor. Raak
Bevestigen aan om door te gaan of Annuleren om af te breken.
Stabiliseren
Wanneer het signaal van de sensor stabiel zijn, gaat de regelaar automatisch door naar de volgende stap. Als het
niet stabiel wordt, kunt u manueel doorgaan naar de volgende stap door op de Bevestig-toets te drukken.
Procesmonster
Voer de waarde van de te gebruiken procesoplossing in om te kalibreren en raak Bevestig aan.
Procesmonster
Voorzie de sensor van een procesmonster
Plaats de dompelsensor in de procesmonster of circuleer het door de doorstroomsensor. Raak Bevestigen aan om
door te gaan of Annuleren om af te breken.
Stabiliseren
Wanneer het signaal van de sensor stabiel zijn, gaat de regelaar automatisch door naar de volgende stap. Als het
niet stabiel wordt, kunt u manueel doorgaan naar de volgende stap door op de Bevestig-toets te drukken.
Kalibratie succesvol of Kalibratie mislukt
Als de kalibratie geslaagd is, moet u Bevestigen aanraken om de nieuwe kalibratie in het geheugen op te slaan.
De kalibratie past de offset en helling van het water aan, en geeft de nieuwe helling en de mV in water weer
49