Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Procedure Voor Evaluatie Van De Geleidbaarheidselektrode; Procedure Voor Evaluatie Van De Ph/Redox-Elektrode; Diagnoselampjes - Walchem Intuition 6 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De FRAM werkt of werkte niet
8.3

Procedure voor evaluatie van de geleidbaarheidselektrode

Probeer eerst de elektrode te reinigen (raad paragraaf 7.1). Voor het controleren van de elektrode controleert u de
aansluitingen van de elektrode naar de aansluitklemmen (raadpleeg figuur 7). Zorg ervoor dat de juiste kleuren naar
de juiste aansluitingen gaan en dat de aansluitingen goed vast zitten. Schakel de spanning weer in en controleer of de
geleidbaarheid weer normaal is. Is dat niet het geval, vervang dan de elektrode.
8.4

Procedure voor evaluatie van de pH/redox-elektrode

De meest voorkomende oorzaak van een kalibratiefout is een elektrodeprobleem. Probeer eerst de elektrode te reini-
gen, herhaal vervolgens de kalibratie. Mislukt dit opnieuw, vervang dan de elektrode en herhaal de kalibratie.
Het meest gebruikelijke probleem zijn natte of slechte verbindingen. Controleer de aansluiting van de elektrode met
de kabel op vocht. Controleer de verbindingen tussen de kabel en de aansluitklemmen. Zorg ervoor dat deze goed
vast zitten, dat de aansluitklem niet om de kunststof mantel klemt en dat de draden naar de juiste aansluitklem zijn
geleid. Als er een verdeeldoos tussen de elektrode en de regelaar is geïnstalleerd, controleert u de bedrading daar
eveneens.
U moet bij de aansluitklemmen een spanning meten van +5VDC ±5% en -5VDC ±5% t.o.v. IN. Is dat niet het geval,
is de regelaar defect. U moet de IN+ t.o.v. IN- (gelijkspanningsschaal) kunnen meten en overeenkomstige waarden
krijgen voor de gebruikte bufferoplossingen. Is dat niet het geval, is de voorversterker of diens bedrading defect.
Als laatste mogelijkheid kunt u proberen de voorversterker te vervangen.
8.5

Diagnoselampjes

Een aantal printplaten in de regelaar zijn uitgerust met diagnoselampjes.
REGELAARKAART D1-LED
Geeft de status van de softwaretoepassing aan. Normale werking is dat 5 seconden na inschakeling de led een lang knippersignaal,
twee korte knippersignalen, een lang knippersignaal geeft en dan dooft. Als dat niet gebeurt:
Mogelijke oorzaak
Regelaarsoftware wordt niet uitgevoerd
Defecte regelaarkaart
REGELAARKAART D3-LED
Geeft de status van de 5 VDC-voeding aan. Normale werking is AAN. Als dat niet gebeurt:
Mogelijke oorzaak
Defecte lintkabel
Defecte voeding
REGELAARKAART D2-LED
Geeft de status van de 3,3 VDC-voeding aan. Normale werking is AAN. Als dat niet gebeurt:
Mogelijke oorzaak
Defecte lintkabel
Defecte voeding
LED SENSORKAART
Geeft de status aan van de sensorkaart. Knippert langzaam gedurende enkele seconden tijdens inschakeling. Normale werking is UIT.
Als dat niet gebeurt:
Mogelijke oorzaak
Sensorkaart vergrendeld
Wanneer een foutmelding vanzelf verdwijnt, is ingrijpen niet nodig.
Wanneer de foutmelding niet verdwijnt, spanning uit- en inschake-
len.
Wanneer de foutmelding niet verdwijnt, de controllerkaart vervan-
gen.
Correctieve maatregelen
Probeer de spanning uit en weer in te schakelen om de
kaart te resetten
Vervang de regelaarkaart
Correctieve maatregelen
Vervang de lintkabel
Vervang de voedings-/relaiskaart
Correctieve maatregelen
Vervang de lintkabel
Vervang de voedings-/relaiskaart
Correctieve maatregelen
Probeer de spanning uit en weer in te schakelen om de
kaart te resetten
116

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave