8.1.6
Desinfectiesensoren
De kalibratie mislukt als de aanpassing van de versterking ("gain") buiten het bereik 0,2 – 10,0 ligt, of als de bere-
kende offset buiten het bereik -40 tot 40 ligt.
Mogelijke oorzaak
Ontoereikende conditionering
Ontoereikend monsterdebiet
Luchtbellen op membraan
Luchtbellen in elektrolyt
Vuil membraan
Membraankap zit los
Defect membraan
Te hoge druk
Geen elektrolytoplossing in membraankap
Fout in de bedrading tussen de sensor en de regelaar
Defecte sensor
Defecte analyseapparatuur of reagens
Het monster is verontreinigd met een molecule die de meting
verstoort (zie de gevoeligheidsspecificatie in de instructies
bij de sensor)
8.1.7
Analoge ingangen
De kalibratie mislukt als de aanpassing van de versterking ("gain") buiten het bereik 0,5 – 2,0 ligt, of als de bere-
kende offset buiten het bereik -2 tot 2 mA ligt.
Mogelijke oorzaak
Fout in de bedrading tussen de sensor en de regelaar
Defecte sensor
8.1.8
Temperatuursensoren
De kalibratie mislukt als de berekende offset buiten het bereik -10 tot 10 ligt.
Mogelijke oorzaak
Fout in de bedrading tussen de sensor en de regelaar
Temperatuuringang is ingesteld op het verkeerde element
Defecte sensor
8.2
Alarmmeldingen
NO SAMPLE
Geen monster wordt weergegeven wanneer de metingssignalen overtollige lucht in het monster aangeven. In het menu Inputdetails,
liggen zowel de monstermeting als de monsterreferentie mV tussen 0,4 en 0,7 keer wat de meetwaarden waren in het water tijdens de
laatste water/monster-kalibratie (watermeting en waterreferentie mV).
Vloeistofpeil te laag voor dompelsensor
Bemonsteringspomp defect
Lek of blokkering in de bemonsteringsleiding
Correctieve maatregelen
Wacht zolang als voorgeschreven vooraleer u een nieuwe kali-
bratiepoging onderneemt.
Verhoog het debiet tot tussen 30 en 100 liter/uur.
Verwijder de luchtbellen. Verhoog het debiet, indien nodig.
Vul de membraankap opnieuw met elektrolyt.
Reinig het membraan
Draai de membraankap aan.
Vervang de membraankap.
Verlaag de druk tot minder dan 1 atmosfeer en vul de kap
opnieuw met elektrolyt
Vul de membraankap met elektrolyt. Vervang de membraankap
als deze de oplossing niet vasthoudt.
Correcte bedrading
Vervang de sensor
Raadpleeg de instructies bij de testapparatuur
Verwijder de vervuilingsbron
Correctieve maatregelen
Correcte bedrading
Vervang de sensor
Correctieve maatregelen
Correcte bedrading
Programmeer opnieuw om af te stemmen op het aangesloten
temperatuurelement
Vervang de sensor
Verhoog het niveau of verlaag de sensor
Repareer of vervang de bemonsteringspomp
Repareer de bemonsteringsleiding
110