Printer onderhouden
3
Pak de nieuwe tonercartridge uit, verwijder het verpakkingsmateriaal en schud de cartridge heen en weer om de
toner te verdelen.
4
Plaats de tonercartridge in de printer door de rails aan de zijkant van de cartridge uit te lijnen met de pijlen op de
rails aan de binnenkant van de printer.
Opmerking: Zorg ervoor dat de cartridge volledig naar binnen is geduwd.
Let op—Kans op beschadiging: Stel bij het vervangen van een tonercartridge de beeldverwerkingseenheid niet
gedurende langere tijd bloot aan direct licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de
afdrukkwaliteit leiden.
5
Sluit de klep van de universeellader en de voorklep.
254