Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal
Handleiding voor papier en speciaal
afdrukmateriaal
Opmerkingen:
•
Controleer of de instellingen voor papierformaat en papiersoort correct zijn ingesteld op de computer of het
bedieningspaneel van de printer.
•
Buig het afdrukmateriaal en maak er een rechte stapel van voordat u het in de printer plaatst.
•
De printer kan mogelijk langzamer werken om schade aan het verhittingsstation te voorkomen.
Speciaal afdrukmateriaal gebruiken
Tips voor het afdrukken op karton
Karton is een zwaar, eenlaags speciaal afdrukmateriaal. Veel variabele kenmerken ervan, zoals vochtgehalte, dikte en
structuur, kunnen de afdrukkwaliteit aanzienlijk beïnvloeden.
•
Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de instellingen voor het formaat, de soort, de
structuur en het gewicht van het papier zodanig in dat deze overeenkomen met het karton dat in de lade is geplaatst.
•
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden karton aanschaft.
•
Stel in de lade-instellingen de structuur en het gewicht van het papier zodanig in dat deze overeenkomen met het
karton dat in de lade is geplaatst.
•
Voorbedrukt, geperforeerd of gekreukt materiaal kan de afdrukkwaliteit aanzienlijk beïnvloeden en hierdoor kan
het papier vastlopen of kunnen er problemen ontstaan met de papierinvoer.
•
Buig het karton en waaier het uit om het van elkaar los te maken voordat u het in de lade plaatst. Maak op een
vlakke ondergrond de stapel recht.
Tips voor het afdrukken op enveloppen
•
Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de instellingen voor het formaat, de soort, de
structuur en het gewicht van het papier zodanig in dat deze overeenkomen met de enveloppen die in de lade zijn
geplaatst.
•
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft.
•
Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
•
Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 90 g/m
katoengehalte van 25%.
•
Gebruik alleen nieuwe, onbeschadigde enveloppen.
•
Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen enveloppen te gebruiken
die:
–
gemakkelijk krullen
–
aan elkaar kleven of beschadigd zijn
–
vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
–
metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
186
2
of met een