Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal
188
Richtlijnen voor papier
Papiereigenschappen
De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer. Houd
rekening met de volgende factoren voordat u afdrukt:
Gewicht
2
De laden en multifunctionele invoer kunnen automatisch papier invoeren met een gewicht tussen 60–176 g/m
en met
de vezel in de lengterichting. De lade voor 2100 vel kan automatisch papier invoeren met een gewicht van maximaal
2
2
60–135 g/m
en met de vezel in de lengterichting. Papier dat lichter is dan 60 g/m
is mogelijk niet stijf genoeg om
correct te worden ingevoerd, waardoor papierstoringen kunnen optreden.
2
Opmerking: Dubbelzijdig afdrukken wordt ondersteund op papier van 60–176 g/m
.
Krullen
Krullen is de neiging van papier om bij de randen om te buigen. Dit kan invoerproblemen veroorzaken. Papier kan
omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Als u papier in hete,
vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking of in de laden bewaart, kan het papier omkrullen
voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken.
Gladheid
De gladheid van papier is rechtstreeks van invloed op de afdrukkwaliteit. Als papier te ruw is, wordt toner er niet goed
op gefixeerd. Te glad papier kan invoerproblemen of problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. Gebruik altijd
papier met een gladheid tussen de 100 en 300 Sheffield-punten. Een gladheid tussen de 150 en 250 Sheffield-punten
geeft de beste afdrukkwaliteit.
Vochtigheidsgraad
De hoeveelheid vocht in papier is van invloed op de afdrukkwaliteit en bepaalt tevens of het papier goed door de printer
kan worden gevoerd. Laat het papier in de originele verpakking tot u het gaat gebruiken. Het papier wordt dan niet
blootgesteld aan de negatieve invloed van wisselingen in de luchtvochtigheid.
Laat het papier gedurende 24 tot 48 uur vóór het afdrukken acclimatiseren in de originele verpakking en in dezelfde
omgeving als de printer. Verleng de acclimatiseringperiode met enkele dagen als de opslag- of transportomgeving erg
verschilde van de printeromgeving. Dik papier kan een langere acclimatiseringsperiode nodig hebben.
Vezelrichting
De vezelrichting heeft betrekking op de uitlijning van de papiervezels in een vel papier. Vezels lopen ofwel in de
lengterichting van het papier of in de breedterichting.
2
Voor een gewicht van 60-176 g/m
kunt u het beste papier met de vezel in de lengterichting gebruiken.
Glasvezelgehalte
Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Dit
materiaal voorziet het papier van een grote mate van stabiliteit, waardoor er minder invoerproblemen optreden en de
afdrukkwaliteit beter is. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen
bij de verwerking.