Printermodel met 4,3-inch aanraakscherm gebruiken
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken
beïnvloeden. Raadpleeg "Voorkomen van papierstoringen" op pagina 263 en "Papier bewaren" op pagina 191 voor
meer informatie.
Papierformaat en papiersoort instellen
Blader in het startscherm naar:
>Menu Papier >Papierformaat/-soort > selecteer een lade > selecteer het papierformaat of de papiersoort >
Instellingen voor Universal papier configureren
Het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerde instelling waarmee u kunt afdrukken op
papierformaten die niet vooraf zijn ingesteld in de printermenu's.
Opmerkingen:
•
Het kleinste ondersteunde universele formaat is 70 x 127 mm (2,76 x 5 inch) voor eenzijdig afdrukken en
105 x 148 mm (4,13 x 5,83 inch) voor dubbelzijdig afdrukken (duplex).
•
Het grootste ondersteunde universele formaat is 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) voor eenzijdig en dubbelzijdig
afdrukken.
•
Wanneer u afdrukt op papier dat minder dan 210 mm (8,3 inch) breed is, is het mogelijk dat de printer na
verloop van tijd met een lagere snelheid gaat afdrukken, voor de beste afdrukprestaties.
1
Blader in het beginscherm naar:
>Menu Papier >Universele instellingen >Maateenheden > en selecteer een maateenheid.
2
Raak Breedte staand of Hoogte staand aan.
3
Selecteer de breedte of de hoogte en raak
Papier in de lade voor 250 vel of 550 vel plaatsen
LET OP—KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit van de
apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden gesloten tot u ze nodig hebt.
1
Trek de lade uit de printer.
Opmerkingen:
•
Als u papier van het formaat Folio, Legal of Oficio plaatst, tilt u de lade een klein stukje op en trekt u deze
vervolgens volledig naar buiten.
•
Verwijder een lade nooit tijdens de uitvoering van een afdruktaak of als het bericht Bezig op het
bedieningspaneel verschijnt. Dit kan een papierstoring veroorzaken.
aan.
100