30
Sleutels, portieren en ruiten
Bediening met fysieke sleutel
Deuren handmatig vergrendelen of
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien.
Centrale vergrendelingstoets
Vergrendelt of ontgrendelt de portie‐
ren en de bagageruimte vanuit de
passagiersruimte.
Druk op de schakelaar e om de auto
te vergrendelen. De activering wordt
aangeduid door de LED in de toets.
Bij het sluiten van een open deur
wordt de deur automatisch vergren‐
deld.
Druk nogmaals op e om de auto te
ontgrendelen.
Bij het rijden met een open bagage‐
ruimte kunnen de voordeuren (en de
zijschuifdeuren) nog steeds worden
vergrendeld. Met ingeschakeld con‐
tact de schakelaar e gedurende on‐
geveer 5 seconden ingedrukt hou‐
den. Bij het sluiten van de achterdeu‐
ren/achterklep worden ze automa‐
tisch vergrendeld.
Automatisch vergrendelen 3 31.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de cen‐
trale vergrendelingstoets e wordt in‐
gedrukt. Start de motor om de han‐
denvrije bediening weer te activeren.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23.
Deurvangers
Bij bepaalde modellen worden de slo‐
ten van de laadruimte apart bediend
voor meer veiligheid.
Bij deurvangers dient de bagage‐
ruimte met de hand te worden ge‐
opend door de sleutel in het slot te
steken en om te draaien, ofschoon de
deuren met de handzender of de
elektronische sleutel kunnen worden
vergrendeld en ontgrendeld.
Achterdeuren 3 32.