Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ............... 101
Luchtroosters ............................. 110
Onderhoud ................................. 111
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
■ Temperatuur
■ Luchtdebiet
■ Luchtverdeling
Verwarmbare achterruit Ü 3 42.
Temperatuur
Rood bereik = warm
Blauw bereik = koud
Klimaatregeling
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtdebiet
Luchtdebiet instellen door de ventila‐
torknop in de gewenste stand te zet‐
ten.
Luchtverdeling
= naar de hoofdruimte
M
L = naar de hoofd- en voeten‐
ruimte
= naar de voetenruimte
K
J = naar de voorruit, de voorste
zijruiten en de voetenruimte
V = naar de voorruit en de voorste
zijruiten
Tussenstanden zijn mogelijk.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien
■ Draaiknop voor temperatuur in
hoogste stand zetten.
■ Ventilatorsnelheid op hoogste
stand zetten.
■ Luchtverdeelschakelaar op V zet‐
ten.
101