166
Verzorging van de auto
Bandenspanning van de aange‐
brachte band controleren 3 187.
Aanhaalkoppel van de wielbout
controleren.
Defecte band zo spoedig mogelijk la‐
ten vervangen of repareren.
Reservewiel
Sommige auto's hebben in plaats van
een reservewiel een bandenrepara‐
tieset 3 161.
Bij het aanbrengen van een reserve‐
wiel met een andere maat dan de an‐
dere wielen kan het wiel worden be‐
schouwd als een tijdelijk reservewiel
en gelden de betreffende maximum‐
snelheden, zelfs als dit niet door een
label wordt aangegeven. Raadpleeg
een werkplaats voor informatie over
de geldende maximumsnelheid.
Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Bij een maximaal beladen auto met
een lekke achterband moet de auto
mogelijk eerst opgekrikt worden om
bij het reservewiel te kunnen.
Wiel verwisselen 3 164.
Het reservewiel zit achter onder de
vloer van de auto en kan worden be‐
vestigd met een veiligheidsbout die
alleen met de meegeleverde wiel‐
boutmof kan worden losgedraaid.
Boordgereedschap 3 155.
9 Waarschuwing
Gezien het gewicht van het wiel
voorzichtig te werk gaan bij het
losmaken van de reservewielhou‐
der. De bout 1 niet verwijderen.
Het reservewiel op passende
wijze ondersteunen om te voorko‐
men dat wiel uit de houder kan val‐
len bij het losdraaien van de klem‐
bouten – risico van verwondingen!
Om de reservewielhouder los te ma‐
ken bout 1 losdraaien, maar nog niet
verwijderen. Bout 2 daarna verwijde‐
ren, de houder naar links trekken zo‐
dat bout 1 vrijkomt en de houder om‐
laagbrengen.
Bij het monteren van het wiel contro‐
leren of de reservewielhouder goed
zit alvorens de bouten aan te halen.
Zomer- en winterbanden
Bij gebruik van winterbanden kan blij‐
ken dat er nog een zomerband om het
reservewiel ligt.