In het eerste dialoogscherm kunnen de volgende beademingsinstellingen
weergegeven en gewijzigd worden:
– Beademingscategorie (A)
– CPR, SPN-CPAP, Beademing (volume), Beademing (druk)
– Toetsen Vorige, Volgende en Afsluiten (B) voor het navigeren in het
dialoogscherm.
In het tweede dialoogscherm kunnen de volgende beademingsinstellingen
weergegeven en gewijzigd worden:
– Beademing (volume) (A)
– VC-CMV/VC-AC, VC-SIMV, VC-SIMV/PS
– Toetsen Vorige, Volgende en Afsluiten (B) voor het navigeren in het
dialoogscherm.
De volgende dialoogschermen van de beademingsinstellingen zijn afhankelijk van
de geselecteerde beademingscategorie en de geselecteerde beademingsmodus.
Ga voor het weergeven en wijzigen van de vooringestelde waarden altijd als volgt
te werk:
1. Selecteer de patiëntcategorie (Volwassen, Kind of Baby) (A).
2. Selecteer de beademingscategorie (CPR, Beademing (volume), Beademing
(druk) of CPAP) (B).
3. Gebruik Volgende (C) om te navigeren naar het volgende dialoogscherm.
4. Selecteer Beademing (volume) VC-CMV/VC-AC of VC-SIMV/PS (optie).
5. Gebruik Volgende (C) om te navigeren naar het volgende dialoogscherm.
Afhankelijk van de gekozen instellingen, kunnen de beademingsinstellingen nu
worden ingesteld in maximaal 3 dialoogschermen.
6. Tik op de toets Afsluiten (D) om de ingestelde waarden toe te passen en op te
slaan.
|
Gebruiksaanwijzing
A
B
A
C
Oxylog VE300 2.1n
B
D
Configuratie
87