Bediening
4. Pas op hetUitgebreide instellingen scherm (F) de volgende parameters en
instellingen aan:
A Non-invasieve beademing NIV (Aan of Uit)
B Drukondersteuning ΔPsupp
C Triggergevoeligheid Trigger
D Drukstijgtijd Ramp
Succesvolle triggering bij de patiënt wordt kort aangegeven met een asterisk (*)
in het midden van het curveveld bovenin.
De drukstijgtijd Ramp beïnvloedt de slag van PC-BIPAP en de
drukondersteuning ΔPsupp als een waarde van > 0 mbar wordt ingesteld voor
ΔPsupp:
– Vlakke drukstijgtijd = trage drukopbouw
– Matige drukstijgtijd = matige drukopbouw
– Steile drukstijgtijd = snelle drukopbouw
7.3.4
SPN-CPAP, SPN-CPAP/PS (optioneel)
SPN-CPAP
Spontaneous Continuous Positive Airway Pressure (spontane ademhaling met
continue positieve beademingsdruk)
WAARSCHUWING
Risico voor de patiënt door hypoventilatie
Er bestaat risico op hypoventilatie bij gebruik van CPAP bij patiënten met
onvoldoende spontane ademhaling.
► Gebruik CPAP alleen bij patiënten met voldoende spontane ademhaling.
Voor patiënten met voldoende spontane ademhaling.
Als de drukondersteuning (PS) niet is geactiveerd, wordt de spontane ademhaling
van de patiënt alleen door een verhoogde PEEP ondersteund.
64
A
B
C
D
E
F
|
Gebruiksaanwijzing
Oxylog VE300 2.1n