Configuratie
In dialoogscherm 2/2 kunnen de volgende systeeminstellingen worden
weergegeven en gewijzigd:
– Alarmvolume (H)
– 25 %, 50 %, 75 %, 100 %
– Minimum alarmvolume (I)
– 25 %, 50 %, 75 %, 100 %
– Helderheid scherm (J)
– 25 %, 50 %, 75 %, 100 %
– Screenshots (K)
– Aan, Uit
– Bluetooth (L)
– Aan, Uit
– Toetsen Vorige, Volgende en Afsluiten (D) voor het navigeren in het
dialoogscherm.
9.9.8
Beademingsinstellingen
Hier kunnen de beademingsinstellingen waarmee het apparaat opstart worden
opgegeven.
WAARSCHUWING
Risico op lichamelijk letsel bij de patiënt
Bij gebruik van meerdere beademingsapparaten in dezelfde omgeving moeten op
alle beademingsapparaten dezelfde beademingsinstellingen worden gebruikt om
de kans op letsel bij de patiënt te voorkomen.
► Zorg ervoor dat op alle beademingsapparaten dezelfde beademingsinstellingen
en alarmgrenzen zijn ingesteld.
De start-modus kan worden geselecteerd in de eerste twee dialoogschermen voor
de beademingsinstellingen.
86
H
I
J
K
D
A
B
L
Gebruiksaanwijzing
|
Oxylog VE300 2.1n