Technische gegevens
Weerstand van het systeem gedurende apparaatde-
fect
Dode ruimte inclusief flowsensor maar exclusief
accessoires zoals filters, HME's en CO
Dode ruimte van CO
-cuvette
2
Extra functies
Patiëntaansluiting
1) Bij toievoerdruk >450 kPa (65,27 psi).
2) Als u een accessoire met een female aansluiting gebruikt, voegt u 2 mL aan de dode ruimte van het beademings-
circuit toe.
15.6
Weergegeven meetwaarden
De aangegeven nauwkeurigheid geldt alleen voor het opgegeven weergavebereik.
Ademwegdrukmeting
Flowmeting (optioneel)
Minuutvolume MVe
Teugvolume VTe
124
-cuvette
2
Noodluchtventiel
Veiligheidsventiel
Weergavebereik
Resolutie
Nauwkeurigheid
Weergavebereik
Resolutie
Nauwkeurigheid
Weergavebereik
Resolutie
In combinatie met een filter, HME, luchtwegcon-
nector en CO
-cuvette, kan de weerstand van
2
het systeem meer dan 6 mbar (of hPa of cmH
gedurend het apparaatdefect bedragen en een
flow hebben van ≥15 L/min.
ca. 35 mL (herbruikbaar beademingscircuit voor
2)
volwassenen)
circa 35 mL (beademingscircuit voor éénmalig
gebruik voor volwassenen)
circa 15 mL (beademingscircuit voor éénmalig
gebruik voor pediatrische patiënten)
circa 4 mL (CO
-cuvette voor volwassenen)
2
circa 2 mL (CO
-cuvette voor pediatrische pati-
2
ënten)
Opent het beademingssysteem na storing in de
gastoevoer, staat spontane ademhaling toe met
omgevingslucht
Opent het beademingssysteem bij ca. 80 mbar
(80 cmH
O), of als de ademwegdruk de instel-
2
bare bovenste alarmgrens met ten minste
30 mbar (30 cmH
O) overschrijdt.
2
22 mm conische ISO-aansluiting
0 tot 100 mbar (0 tot 100 cmH
1 mbar (1 cmH
O)
2
±(2 mbar [2 cmH
O] + 8 % van gemeten
2
waarde)
0 tot 100 L/min, BTPS
0,1 L/min
±20 % van de gemeten waarde of ±0,4 L/min,
afhankelijk van wat groter is
0 tot 5000 mL, BTPS
1 mL
Gebruiksaanwijzing
O)
2
2)
2)
O)
2
|
Oxylog VE300 2.1n