182
TECHNIEK IN DETAIL
met rijmodi Pro
In de rijmodi RACE PRO: De
demperkarakteristiek kan spe-
cifiek worden ingesteld.
Omschakelen
Rijmodi kunnen gewijzigd wor-
den als het voertuig stilstaat
en het contact ingeschakeld is.
Onder de volgende voorwaar-
den is een wijziging ook tijdens
het rijden mogelijk:
Geen aandrijfkoppel op het
achterwiel.
Geen remdruk in het remsys-
teem.
Voor een wijziging tijdens het
rijden moeten de volgende
stappen doorlopen worden:
Gashendel terugdraaien.
Remhendel niet bedienen.
Cruise Control deactiveren.
De gewenste rijmodus wordt
eerst voorgeselecteerd. De om-
schakeling vindt pas plaats, als
de betreffende systemen zich
in de benodigde toestand be-
vinden.
Pas na de omschakeling van
de rijmodus wordt het selectie-
menu op het display gesloten.
SU
DYNAMIC BRAKE CONTROL
met rijmodi Pro
Functie van de Dynamic
Brake Control
De functie Dynamic Brake
Control is in alle rijmodi
actief. Deze kan alleen in de rij-
modi RACE PRO door specifiek
instellen van het ABS worden
gedeactiveerd.
De functie van de Dynamic
Brake Control ondersteunt de
rijder bij een noodstop.
Herkenning van een noodstop
Een noodstop wordt herkend
als de voorwielrem snel en
krachtig wordt bediend.
Gedrag bij een noodstop
Als bij een snelheid van meer
dan 10 km⁄h een noodstop
wordt uitgevoerd, is naast de
ABS-functie ook de Dynamic
Brake Control actief.
Bij gedeeltelijk remmen met
hoge remdrukgradiënten ver-
hoogt de Dynamic Brake Con-
trol de integrale remdruk op
het achterwiel. De remweg
wordt korter en er kan gecon-
troleerd worden geremd.
SU