Fase 1
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
knippert.
Fase 2
Controle van de wielsensoren
bij het wegrijden.
knippert.
ABS-zelfdiagnose beëindigd
Het ABS-controle- en waar-
schuwingslampje dooft.
ABS-zelfdiagnose niet
voltooid
De ABS-functie is niet be-
schikbaar, omdat de zelf-
diagnose niet is afgesloten.
(Voor de controle van de
wielsensoren moet de mo-
torfiets een minimumsnelheid
bereiken: min 5 km/h)
Indien na het afsluiten van de
ABS-zelfdiagnose een ABS-sto-
ring wordt weergegeven:
Verder rijden mogelijk. Houd
er rekening mee dat geen
ABS- of Integralfunctie be-
schikbaar is.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
DTC-Zelfdiagnose
De gereedheid van het
BMW Motorrad DTC wordt
door de zelfdiagnose gecon-
troleerd. De zelfdiagnose vindt
automatisch plaats na het
inschakelen van het contact.
Fase 1
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
knippert langzaam.
Fase 2
Controle van de diagnosti-
seerbare systeemcomponen-
ten bij het wegrijden.
knippert langzaam.
DTC-zelfdiagnose afgesloten
Het DTC-symbool wordt niet
meer weergegeven.
Opletten of alle waarschu-
wings- en controlelampjes
worden weergegeven.
DTC-zelfdiagnose niet
voltooid
De DTC-functie is niet be-
schikbaar, omdat de zelf-
diagnose niet is afgesloten.
(Voor de controle van de
wieltoerentalsensoren moet
de motorfiets een minimum-
snelheid met draaiende mo-
tor bereiken: min 5 km/h)
133