WAARSCHUWING
Gevaarlijk rijgedrag
Gevaar voor ongevallen on-
danks DTC
Een aangepaste rijstijl blijft
altijd de verantwoordelijk-
heid van de berijder.
Het extra veiligheidspoten-
tieel niet door een riskante
rijstijl weer beperken.
Bijzondere situaties
Bij toenemende scheefstand
wordt het acceleratievermo-
gen overeenkomstig de natuur-
kundige wetten steeds verder
ingeperkt. Daardoor is het mo-
gelijk dat vanuit scherpe boch-
ten vertraagd wordt geaccele-
reerd.
Om een doordraaiend of weg-
glijdend achterwiel te herken-
nen worden bij DTC onder an-
dere de toerentallen van voor-
en achterwiel vergeleken en
rekening gehouden met de
scheefstand.
Als deze waarden voor de
scheefstand gedurende
langere tijd als onaannemelijk
worden herkend, wordt een
vervangingswaarde voor de
scheefstand gebruikt en/of
wordt de DTC uitgeschakeld.
In deze gevallen wordt een
DTC-storing weergegeven.
Voorwaarde voor een sto-
ringsmelding is een afgesloten
zelfdiagnose.
Bij de volgende bijzondere rij-
situaties is het mogelijk dat de
BMW Motorrad tractieregeling
automatisch wordt uitgescha-
keld.
Ongebruikelijke rijsituaties:
Gedurende langere tijd op het
achterwiel rijden (wheelie).
Het achterwiel laten draaien
bij bediende voorwielrem
(burn out).
Warmdraaien op een hulp-
standaard met ingeschakelde
neutraalstand of ingescha-
kelde versnelling.
Op een gladde ondergrond
moet de gashendel nooit plot-
seling volledig worden terug-
gedraaid, zonder tegelijkertijd
de koppeling te bedienen. Het
motorremkoppel kan tot een
glijdend achterwiel en daar-
mee tot een instabiele rijtoe-
stand leiden. Dit kan door de
BMW Motorrad DTC niet ge-
controleerd worden.
179