met Dynamic ESA
4
De onderstelinstelling past zich
ook aan de geselecteerde scena-
82
rio's aan.
Rijmodus instellen
Contact inschakelen (
z
Toets 1 indrukken.
OPMERKING
Meer informatie over de te selec-
teren rijmodi is te vinden in het
hoofdstuk "Techniek in detail".
SU
58).
De selectiepijl 2 en de actieve
rijmodus 1 worden weergegeven.
De toets 1 zo vaak indrukken
tot de gewenste rijmodus naast
de selectiepijl staat.
U kunt kiezen tussen de vol-
gende rijmodi:
RAIN: voor ritten op een natge-
regend wegdek.
ROAD: voor ritten op een droog
wegdek.
met rijmodi Pro
SU
Daarbij kunt u nog de volgende
rijmodus selecteren:
DYNA: voor dynamische ritten
op een droog wegdek.
Als de motorfiets stilstaat wordt
de gekozen rijmodus na circa 2
seconden geactiveerd.
De nieuwe rijmodus wordt tij-
dens het rijden geactiveerd, als
aan de volgende voorwaarden
is voldaan:
Gashendel staat in de statio-
naire stand.
Rem wordt niet bediend.
Rijsnelheidsregeling is niet ac-
tief.
Na het activeren van de nieuwe
rijmodus worden weer de sym-