het snelheidsafhankelijke traject
uit.
Tractiecontrole (ASC/
DTC)
ASC/DTC-functie
uitschakelen
Contact inschakelen (
OPMERKING
De ASC/DTC-functie kan
ook tijdens de rit worden
uitgeschakeld.
Toets 1 ingedrukt houden tot
de weergave van het ASC/
DTC-controle- en waarschu-
wingslampje verandert.
Meteen na indrukken van de
toets 1 wordt de ASC/DTC-sys-
teemtoestand ON weergegeven.
Het ASC/DTC-controle-
en waarschuwingslampje
brandt.
60).
Mogelijke ASC-systeemtoestand
OFF! wordt weergegeven.
Toets 1 na het omschakelen
van de ASC/DTC-systeemtoe-
stand loslaten.
Het ASC/DTC-controle- en
waarschuwingslampje blijft
branden.
De nieuwe ASC/DTC-systeem-
toestand OFF! wordt gedurende
korte tijd weergegeven.
De ASC/DTC-functie is uitge-
schakeld.
ASC/DTC-functie
inschakelen
Toets 1 ingedrukt houden tot
de weergave van het ASC/
DTC-controle- en waarschu-
wingslampje verandert.
Meteen na indrukken van de
toets 1 wordt de ASC/DTC-sys-
teemtoestand OFF! weergege-
ven.
ASC/DTC-controle- en
waarschuwingslampje
brandt niet meer, bij een niet
afgesloten zelfdiagnose gaat het
knipperen.
4
73
z