naasthogere versnelling moet
worden geschakeld.
Schakelindicator knippert met
de ingestelde frequentie: scha-
keltoerental is bijna bereikt
Schakelindicator gaat uit: scha-
keltoerental bereikt
De toerentaldrempels en het
brandgedrag van de schakelflits
kunnen in het menu Instel-
lingen, Voertuiginstel-
lingen worden aangepast (zie
ook hoofdstuk "Bediening").
Remmen
Hoe wordt de kortst
mogelijke remweg
bereikt?
Bij een remprocedure veran-
dert de dynamische lastverde-
ling tussen voor- en achterwiel.
Hoe sterker wordt afgeremd, hoe
zwaarder het voorwiel wordt be-
last. Hoe hoger de belasting van
het wiel, hoe hoger de remkracht
die kan worden overgedragen.
Om de kortst mogelijke remweg
te bereiken, moet de voorwielrem
krachtig en progressief worden
bediend. Daardoor wordt de dy-
namische belastingsverhoging op
het voorwiel optimaal benut. Te-
gelijkertijd moet ook de koppeling
worden bediend. Bij de vaak ge-
oefende "noodstop", waarbij de
remdruk zo snel mogelijk en met
alle kracht wordt opgewekt, kan
de dynamische aslastverdeling
de vertraging niet volgen en kan
de remkracht niet volledig op het
wegdek worden overgebracht.
Het voorwiel kan blokkeren.
Het blokkeren van het voorwiel
wordt door het BMW Motorrad
ABS verhinderd.
Noodstop
Als bij een snelheid boven
50 km/h een noodstop
wordt gemaakt, wordt het
achteropkomende verkeer
bovendien gewaarschuwd door
het snel knipperen van het
remlicht.
Als daarbij tot beneden 15 km/h
wordt afgeremd, wordt de
alarmlichtinstallatie ingeschakeld.
Vanaf een snelheid van 20 km/h
worden de alarmknipperlichten
automatisch weer uitgeschakeld.
7
131
z