Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kyocera FS-C1020MFP+ Gebruikershandleiding pagina 232

Verberg thumbnails Zie ook voor FS-C1020MFP+:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.
Om een bestemming op te geven via het LAN-fax adresboek, selecteert u een
bestemming uit [Lijst Gebruiker:] en klikt u op [Aan Lijst toevoegen].
Herhaal deze stap om meer bestemmingen toe te voegen.
5.
Om rechtstreeks een faxnummer in te voeren, klikt u op het tabblad [Geef de
bestemming op], voert u een faxnummer in (maximaal 40 cijfers) in [Fax nummer:] en
klikt u vervolgens op [Aan Lijst toevoegen].
Herhaal deze stap om meer bestemmingen toe te voegen.
6.
Voor het bijvoegen van een faxvoorblad klikt u op [Voorblad bewerken] op het tabblad
[Geef de bestemming op] en vinkt u het vakje [Een voorblad bijvoegen] aan.
Bewerk het voorblad indien nodig en klik vervolgens op [OK].
7.
Klik op [Verzenden].
• Een faxnummer mag uit de volgende tekens bestaan: 0 tot en met 9, "P" (pauze), " ", " ", "-" en
spatie.
• Voer indien nodig een pauze in in het faxnummer. Het apparaat pauzeert kort voordat het de
cijfers na de pauze kiest. U kunt de pauzetijd bepalen via de instelling [Pauzetijd] onder de
instellingen voor het versturen van faxen.
• Om toondiensten op een pulslijn te gebruiken, voert u een " " in het faxnummer in. "Met
schakelt u tijdelijk van puls naar kiestoon.
• Voor het verwijderen van een ingevoerde bestemming, selecteert u de bestemming in
[Bestemmingslijst:] en klikt u op [Verwijder van lijst].
• U kunt het faxnummer dat u heeft ingevoerd, opslaan op het tabblad [Geef de bestemming op] in
het LAN-fax adresboek. Klik op [Sla op in Adresboek] om het dialoogvenster te openen voor het
registreren van een bestemming.
• Uit de lijst [Bekijken:] kunt u de soorten bestemmingen selecteren die moeten worden
weergegeven.
• [Alles]: Geeft alle bestemmingen weer.
• [Groep]: Geeft alleen groepen weer.
• [Gebruiker]: Geeft alleen individuele bestemmingen weer.
• Als het versturen van faxen via LAN-fax beperkt is, dient u een gebruikerscode in de eigenschap
van het LAN-faxstuurprogramma in te voeren voordat u een fax kan sturen.
• Voor meer informatie over het configureren van de instellingen voor verzenden raadpleegt u Pag.
235 "De verzendinstellingen configureren".
• Zie voor meer informatie over [Pauzetijd] Pag.264 "Instellingen voor het versturen van faxen".
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax)
"
231

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave