Tekens invoeren
In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u tekens kunt invoeren met het bedieningspaneel als u de
instellingen van het apparaat configureert.
Gebruik de toetsen als volgt om tekens in te voeren.
Een cijfer invoeren
Druk op een cijfertoets.
Een teken verwijderen
Druk op [ ].
Een faxnummer invoeren
• Een getal invoeren
Gebruik de cijfertoetsen.
• Andere tekens dan cijfers invoeren
" ": Druk op [ ].
" ": Druk op [ ].
Pauze: druk op de [Pauze/Herhalen]-knop. Er wordt een "P" weergegeven op het scherm.
Spatie: druk op [ ].
Een naam invoeren
Letters, cijfers en symbolen kunnen met de cijfertoetsen worden ingevoerd.
Om twee tekens na elkaar in te voeren die dezelfde cijfertoets gebruiken, dient u even te wachten
na het invoeren van het eerste teken.
Cijfertoets
• De tekens die u kunt invoeren zijn afhankelijk van de instelling die u configureert.
Aantal keer toets indrukken
NL CES164
Tekens invoeren
127