5. De scanfunctie gebruiken
• Als er geen informatie wordt ingevoerd in de tijd die is opgegeven bij [Automatische reset
systeem] terwijl het beginscherm wordt weergegeven.
• Als er op de [Wis/Stop]-knop wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven.
• Als de modus van het apparaat wordt veranderd.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld.
• Als de standaardinstelling van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd.
• Voor meer informatie over [Dichtheid], zie Pag.261 "Scannerinstellingen".
• Voor meer informatie over [Automatische reset systeem], zie Pag.297 "Beheerdersinstellingen".
Resolutie opgeven
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de scanresolutie voor de huidige taak kunt opgeven.
Er zijn zes instellingen voor de resolutie. Hoe hoger de resolutie, hoe hoger de kwaliteit en hoe groter
het bestand.
1.
Druk op de [Afbeeldingskwaliteit]-knop.
2.
Druk op [ ][ ][ ][ ] om de gewenste resolutie te selecteren en druk vervolgens op de
[OK]-knop.
• Druk op de [Escape]-knop om de huidige wijziging te annuleren en terug te keren naar het
beginscherm.
• U kunt de standaardinstelling [Resolutie] van het apparaat zo instellen dat er altijd wordt gescand
met een bepaald resolutieniveau.
• Tijdelijke taakinstellingen worden in de volgende gevallen gewist:
• Als er geen informatie wordt ingevoerd in de tijd die is opgegeven bij [Automatische reset
systeem] terwijl het beginscherm wordt weergegeven.
• Als er op de [Wis/Stop]-knop wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven.
192
NL CES179