2. Snel aan de slag
7.
Duw lade 1 voorzichtig recht in het apparaat.
Zorg om papierstoringen te voorkomen, dat de lade stevig is geplaatst.
• De bovenste limiet verschilt afhankelijk van het soort papier; dun papier of dik papier. Controleer
de sticker aan de binnenkant van de lade om de bovengrens te bevestigen.
• Het indicatielampje voor overgebleven papier aan de rechter voorkant van de papierlade laat
zien hoeveel papier er ongeveer over is.
• Voor details over papiersoorten die door het apparaat ondersteund worden, raadpleeg Pag.84
"Papiertype".
• Voor details over de papierinstellingen, raadpleeg Pag.118 " Papiertype en -formaat opgeven".
Plaatsen van papier langer dan A4
Dit onderdeel legt uit hoe u papier in het apparaat kunt plaatsen dat langer is dan A4 (297 mm).
• Zorg voor het afdrukken op al het papier behalve enveloppen dat de fuseereenheidshendels
achter de voorklep omhoog staan. Als de hendels omlaag blijven, kan dit problemen veroorzaken
met de adrukkwaliteit op ander papier dan enveloppen.
102
CER077
CES062