3.
Selecteer voor elk veld een passend item uit de lijst.
Selecteer [*leeg*] voor velden waarvoor geen te importeren gegevens bestaan. Let op dat
[*leeg*] niet kan worden geselecteerd voor de velden [Naam] of [Fax].
4.
Klik op [OK].
Als tijdens het importeren een bestemming met dezelfde naam wordt gevonden, dient u één
van de volgende bewerkingen te selecteren:
• [Overslaan]: Hiermee wordt de bestemming overgeslagen en worden de overige
gegevens geïmporteerd.
• [Sla op als nw. gebr.]: Importeert de huidige bestemming als een aparte bestemming
onder dezelfde naam als een bestaande bestemming.
• [Sla allen op als nw. gebr.]: Importeert de huidige en opeenvolgende bestemmingen als
aparte bestemmingen onder dezelfde naam als bestaande bestemmingen.
• [Overschrijven]: Importeert de bestemming en overschrijft daarmee de gegevens die al
in het LAN-fax adresboek aanwezig zijn.
• [Overschrijf alles]: Importeert de huidige en volgende bestemmingen onder dezelfde
namen als bestaande bestemmingen en overschrijft daarmee de gegevens die al in het
LAN-fax adresboek aanwezig zijn.
• [Annuleren]: Annuleert het importeren.
Als een bestemming geen naam bevat of als er ongeldige tekens in het telefoon- of
faxnummer worden gebruikt, dient u één van de volgende bewerkingen te selecteren:
• [Overslaan]: Hiermee wordt de bestemming overgeslagen en worden de overige
gegevens geïmporteerd.
• [Opslaan]: Importeert de bestemming zoals die is.
• [Alles opslaan]: Importeert de huidige en opeenvolgende bestemmingen zoals die zijn.
• [Annuleren]: Annuleert het importeren.
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax)
229