1.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
Het dialoogvenster [Afdrukken] wordt weergegeven.
2.
Selecteer de printer die u wilt gebruiken in de lijst [Printer selecteren] en klik op
[Voorkeuren].
• De procedure voor het openen van [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] is afhankelijk van de
toepassing. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van de toepassing die u gebruikt.
• De instellingen die u in bovenstaande procedure configureert, zijn alleen geldig voor de huidige
toepassing.
• Algemene gebruikers kunnen de eigenschappen wijzigen die worden weergegeven in het
dialoogvenster [Afdrukken] van een toepassing. De instellingen die hier worden geconfigureerd,
worden standaard gebruikt voor het afdrukken vanuit deze toepassing.
Mac OS X
1.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
3.
Selecteer in de lijst [Printer:] de printer die u wilt gebruiken.
De printereigenschappen openen
139