Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Kyocera FS-C1020MFP+ Verkorte Handleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor FS-C1020MFP+:

Advertenties

FS-C1020MFP+
Verkorte Handleiding
Namen en locaties
De kopieerfunctie gebruiken
De scannerfunctie gebruiken
De faxfunctie gebruiken
Problemen oplossen
Papierstoringen oplossen
Inktcartridges
Lees deze handleiding aandachtig door voor u dit product in gebruik neemt en bewaar
deze op een handige plaats voor latere naslag. Neem vóór gebruik de "Veiligheidsinforma-
tie" goed door. Hierin wordt beschreven hoe u het apparaat op een veilige en correcte
manier gebruikt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Kyocera FS-C1020MFP+

  • Pagina 1 FS-C1020MFP+ Verkorte Handleiding Namen en locaties De kopieerfunctie gebruiken De scannerfunctie gebruiken De faxfunctie gebruiken Problemen oplossen Papierstoringen oplossen Inktcartridges Lees deze handleiding aandachtig door voor u dit product in gebruik neemt en bewaar deze op een handige plaats voor latere naslag. Neem vóór gebruik de “Veiligheidsinforma- tie”...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoud Namen en locaties • Buitenkant • Binnenkant • Bedieningspaneel De kopieerfunctie ge- • Beginscherm en basisbewerkingen • Geavanceerde kopieerinstellingen bruiken De scannerfunctie • Beginscherm en basisbewerkingen • Geavanceerde scaninstellingen gebruiken • Beginscherm en basisbewerkingen voor De faxfunctie gebruiken het verzenden van een fax • Geavanceerde scaninstellingen • Fout- en statusmeldingen op het scherm Problemen oplossen • Problemen met afdrukken of scannen 27 • Problemen met het verzenden van faxen 28 • Posities van papierstoringen Papierstoringen...
  • Pagina 3: Buitenkant

    Namen en locaties Buitenkant Glasplaat Open het paneel en plaats de originelen hier vel voor vel. ADF-paneel (automatische documentinvoer) Open dit paneel om originelen die in de ADF zijn vastgelopen, te verwijderen. Invoerlade voor de ADF Plaats hier de stapels met originelen. Ze wor- den automatisch ingevoerd. Uitvoerlade voor de ADF CES402 Originelen die met de ADF worden ge- scand, worden hier uitgevoerd. Uitvoerlade/Bovenpaneel Het afgedrukte papier wordt hier uitge- voerd. Open dit paneel om de inkt-...
  • Pagina 4: Binnenkant

    Namen en locaties Binnenkant Inktcartridges Plaatsen vanaf de achterkant van het appa- raat, in deze volgorde: cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en zwart (K). CES406 Tonerafvalfles Hierin wordt tijdens het afdrukken overtollige toner verzameld. Transfereenheid Verwijder deze eenheid als u de tonerafval- fles vervangt. CES141 CES142...
  • Pagina 5: Bedieningspaneel

    Namen en locaties Bedieningspaneel NL CES403 1 Scherm 7 Toets [OK] Deze toont de huidige status en berichten. Druk hierop om de instellingen te be- 2 Scrolltoetsen vestigen of om naar het volgende ni- veau in de menuboom te gaan. Druk hierop om de cursor in de rich- ting van de scrolltoetsen te bewegen. 8 Toets [Escape] Als u in de stand-bymodus van het appa- Druk hierop om de laatste bewerking raat op de toetsen [ ][ ] drukt, wordt...
  • Pagina 6: Eéntoetsknoppen

    Namen en locaties Bedieningspaneel NL CES404 1 Eéntoetsknoppen 8 Selectietoetsen Druk hierop om een snelkiesbestemming Druk op de toets die overeenkomt met voor scannen of faxen te selecteren. een item dat op de onderste regel op 2 Toets [Adresboek] het scherm wordt weergegeven om dit item te selecteren. Druk hierop om een scan- of faxbestem- ming uit het Adresboek te selecteren. 9 Toets [Dichtheid] 3 Toets [Direct Kiezen] Druk hierop om de dichtheid van de afbeelding voor de huidige kopieer-, Druk hierop om tijdens het verzenden scan- of faxtaak aan te passen.
  • Pagina 7: Beginscherm En Basisbewerkingen

    De kopieerfunctie gebruiken Beginscherm en basisbewerkingen Het volgende scherm geeft het beginscherm in de kopieermodus weer. 1. Huidige status of berichten 2. Huidige instellingen 3. Selectietoetsitems Als hier functienamen worden weergegeven, drukt u op een bijbehorende selectietoets om die functie te gebruiken. 4. Aantal kopieën • Als u zowel originelen in de ADF invoert als op de glasplaat legt, heeft het origineel in de ADF voorrang voor het origineel op de glasplaat. Druk op de toets [Kopie]. NL CES174 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat of met de bedrukte zijde naar voren in de ADF.
  • Pagina 8 De kopieerfunctie gebruiken Beginscherm en basisbewerkingen Voer het aantal kopieën in met de cijfertoetsen als u meerdere kopieën wilt maken • U kunt maximaal 99 kopieën maken. Druk op [Z&W Start] of [Kleur Start]. CES169 • Als u de kopieeropdracht wilt annuleren, drukt u op de toets [Kopie] en vervolgens op [Wis/Stop]. Druk daarna op [Ja] om het te bevestigen. • U kunt de papierlade voor de huidige taak wijzigen door op de toetsen [ ][ ] te drukken. Als lade 2 is geïnstalleerd, kunt u selecteren dat de papierlade automatisch moet worden gewijzigd aan de hand van het papierformaat (A4 of Letter). • Als er een papierstoring optreedt, wordt het afdrukken gestopt nadat de huidige pagina is afgedrukt. Nadat het vastgelopen papier is verwijderd, wordt de taak automatisch verder afgedrukt vanaf de vastgelopen pagina.
  • Pagina 9: Geavanceerde Kopieerinstellingen

    De kopieerfunctie gebruiken Geavanceerde kopieerinstellingen v Vergrote of verkleinde kopieën maken U kunt de verkleinings- of vergrotingsfactor voor de huidige taak opgeven. De schaal kan op twee manieren worden ingesteld: met behulp van een vooraf ingestelde factor of handmatig een eigen factor opgeven. 1. Druk op de toets [Verklein./vergrot.]. 2. Druk op [Verkl.] of [Vergrot.]. Druk op de toetsen [ ][ ][ ][ ] om de gewenste factor te selecteren en druk vervolgens op [OK]. 3. Als u [Zoom] hebt geselecteerd, geeft u de gewenste factor op met de cijfertoetsen. Druk vervolgens op [OK]. v Meerdere pagina's op één vel kopiëren •...
  • Pagina 10: Dubbelzijdig Kopiëren

    De kopieerfunctie gebruiken Geavanceerde kopieerinstellingen v Dubbelzijdig kopiëren • Deze functie is alleen beschikbaar als het origineel in de ADF is geplaatst, niet als het origineel op de glasplaat is geplaatst. • Papier moet via lade 1 of lade 2 worden ingevoerd, niet via de handinvoer. Daarnaast moet het papierformaat A4, B5, Letter, Legal, Executive, 8SDSq x 13SDSq, 8 SDSq x 13SDSq, Folio of 16K zijn en het papiertype dun, normaal, middeldun, gerecycled, kleur, voorbedrukt of geperforeerd. U kunt het apparaat instellen op dubbelzijdig kopiëren. 1. Druk op de toets [Kopie]. 2. Druk op de toetsen [ ][ ]. 3. Druk op de toetsen [ ][ ] om [Dubbelzijdig kopiëren] te selecteren en druk vervolgens op [OK]. 4. Druk op de toetsen [ ][ ] om het afdrukformaat te selecteren en druk vervolgens op [OK]. 5. Druk op de toets [Gebruikersinstellingen] om terug te keren naar het basisscherm. Op het scherm wordt “Dubbelzijdig kopiëren” weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat de modus voor dubbelzijdig kopiëren is ingeschakeld. U kunt, afhankelijk van uw voorkeur, de volgende typen afdrukformaten selecteren. Afdrukformaten voor het kopiëren van Boven/boven [Boven/boven [Boven/boven CES125...
  • Pagina 11: De Beelddichtheid Aanpassen

    v De beelddichtheid aanpassen U kunt de beelddichtheid voor de huidige taak aanpassen. 1. Druk op de toets [Dichtheid]. 2. Druk op de toetsen [ ][ ] om het gewenste dichtheidsniveau te selecteren en druk vervolgens op [OK]. (Lichtste) (Donkerste) v Het documenttype selecteren U kunt het beste documenttype voor het origineel dat u wilt scannen, selecteren. 1. Druk op de toets [Beeldkwaliteit]. 2. Druk op de toetsen [ ][ ] om het gewenste documenttype te selecteren en druk ver- volgens op [OK]. Gemngd Tekst Foto...
  • Pagina 12: De Scannerfunctie Gebruiken

    De scannerfunctie gebruiken Beginscherm en basisbewerkingen Het volgende scherm geeft het beginscherm in de scannermodus weer. 1. Huidige status of berichten 2. Huidige scanmodus en instellingen 3. Selectietoetsitems • Als “Geef best. op” wordt weergegeven: u kunt de functies Scannen naar e-mail, Scannen naar PDF en Scannen naar map gebruiken. • Als “Scan op USB opslaan” wordt weergegeven: er is een USB-stick in het apparaat geplaatst en de functie Scannen naar USB kan worden gebruikt. • Als er een USB-stick in het apparaat is geplaatst, zijn alle andere scanbewerkingen behalve Scannen naar USB uitgeschakeld op het bedieningspaneel. • Bestemmingen van Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP en Scannen naar map moeten van tevoren met behulp van COMMAND CENTER worden geregistreerd (bestemmingen van de functie Scannen naar USB hoeven niet te worden geregistreerd). Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie. • Als u bestanden via e-mail wilt verzenden, moet u van tevoren SMTP- en DNS-instellingen configureren. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie. • We raden u aan de ontvanger te bellen om te bevestigen dat u belangrijke documenten gaat verzenden.
  • Pagina 13 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat of met de bedrukte zijde naar voren in de ADF. Til de ADF voorzichtig omhoog zonder de invoerlade vast te houden. Anders kan de ADF beschadigd raken. Glasplaat CES070 CES109 • Indien nodig kunt u geavanceerde scaninstellingen configureren. Raadpleeg “Geavanceerde scaninstellingen” op pagina 22 voor meer informatie. Druk op de toets [Adresboek].
  • Pagina 14 De scannerfunctie gebruiken Beginscherm en basisbewerkingen Druk op [Z&W Start] of [Kleur Start]. CES169 Afhankelijk van de instellingen van het ap- paraat, wordt mogelijk het venster rechts op het scherm weergegeven als u vanaf de glasplaat scant. Ga verder met de volgende stap als u dit venster ziet. Als u meer originelen wilt scannen, plaatst u het volgende origineel op de glasplaat en drukt u op [Ja]. Herhaal deze stap totdat u alle originelen hebt gescand.
  • Pagina 15: Standaardbewerkingen Voor Scannen Naar Usb

    v Standaardbewerkingen voor Scannen naar USB Plaats uw USB-stick in de USB-poort. CES199 • Het gebruik van USB-sticks die op externe USB-hubs zijn aangesloten, wordt niet onder- steund. Plaats uw USB-stick rechtstreeks in de USB-poort. Druk op de [Scanner]-toets. Op het scherm wordt “Bezig met laden...” weergegeven. Wacht totdat het bericht op het scherm wordt gewijzigd in “Scan op USB opslaan” (de snelheid waarmee dit gebeurt, hangt af van uw USB-stick). NL CES175...
  • Pagina 16 De scannerfunctie gebruiken Beginscherm en basisbewerkingen Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat of met de bedrukte zijde naar voren in de ADF. Til de ADF voorzichtig omhoog zonder de invoerlade vast te houden. Anders kan de ADF beschadigd raken. Glasplaat CES070 CES109...
  • Pagina 17 Druk op de van toepassing zijnde selectietoets voor de gewenste bestandsindeling. Afhankelijk van de instellingen van het ap- paraat, wordt mogelijk het venster rechts op het scherm weergegeven als u vanaf de glasplaat scant. Ga verder met stap 6 als u dit scherm ziet. Ga anders verder met stap 8. Als u meer originelen wilt scannen, plaatst u het volgende origineel op de glasplaat en drukt u op [Ja]. Herhaal deze stap totdat u alle originelen hebt gescand.
  • Pagina 18: Geavanceerde Scaninstellingen

    De scannerfunctie gebruiken Geavanceerde scaninstellingen v Het scanformaat opgeven U kunt het scanformaat aan de hand van het formaat van het huidige origineel opgeven. 1. Druk op de toets [Verklein./Vergrot.] of op [Scanform]. 2. Druk op de toetsen [ ][ ] om het formaat van het origineel te selecteren en druk vervolgens op [OK]. Raadpleeg de Gebruikershandleiding als u een aangepast scanformaat wilt opgeven. v De beelddichtheid aanpassen U kunt de beelddichtheid voor de huidige taak aanpassen. 1. Druk op de toets [Dichtheid]. 2. Druk op de toetsen [ ][ ] om het gewenste dichtheidsniveau te selecteren en druk vervolgens op [OK].
  • Pagina 19: Beginscherm En Basisbewerkingen Voor Het Verzenden Van Een Fax

    De faxfunctie gebruiken Beginscherm en basisbewerkingen voor het verzenden van een fax Het volgende scherm geeft het beginscherm in de scanmodus weer. 1. Huidige status of berichten 2. Huidige instellingen 3. Selectietoetsitems 4. Huidige datum en tijd • Zorg van tevoren voor een telefoonlijnverbinding en configureer de instellingen voor faxver- zending. • Als u zowel originelen in de ADF invoert als op de glasplaat legt, heeft het origineel in de ADF voorrang voor het origineel op de glasplaat. • We raden u aan de ontvanger te bellen om te bevestigen dat u belangrijke documenten gaat verzenden. Druk op de toets [Kopie].
  • Pagina 20 De faxfunctie gebruiken Beginscherm en basisbewerkingen voor het verzenden van een fax Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat of met de bedrukte zijde naar voren in de ADF. Til de ADF voorzichtig omhoog zonder de invoerlade vast te houden. Anders kan de ADF beschadigd raken.
  • Pagina 21 Als u meer originelen wilt scannen, drukt u binnen 60 secon- den op [Ja]. Plaats het volgende origineel op de glasplaat en druk op [OK]. Herhaal deze stap totdat u alle originelen hebt gescand. Als u niet binnen 60 seconden op [Ja] drukt, wordt de bestemming gebeld. Als alle originelen zijn gescand, drukt u op [Nee] om de fax te verzenden.
  • Pagina 22: Geavanceerde Scaninstellingen

    De faxfunctie gebruiken Geavanceerde scaninstellingen v De beelddichtheid aanpassen U kunt de beelddichtheid voor de huidige taak aanpassen. 1. Druk op de toets [Dichtheid]. 2. Druk op de toetsen [ ][ ] om het gewenste dichtheidsniveau te selecteren en druk vervolgens op [OK]. Licht Normaal Donker v De resolutie opgeven U kunt de scanresolutie voor de huidige taak opgeven. 1. Druk op de toets [Beeldkwaliteit]. 2. Druk op de toetsen [ ][ ] om de gewenste resolutie te selecteren en druk vervolgens op [OK].
  • Pagina 23: Problemen Oplossen

    Problemen oplossen Fout- en statusmeldingen op het scherm “X” geeft de delen van berichten weer die afhankelijk van een specifieke situatie, zoals de papierformaten of -typen, de namen van lades of tonerkleuren, afwijkend worden weergegeven. Bericht (alfabetische volg- Oorzaken Oplossingen orde) Beschermd tegen De functie Scannen Gebruik een USB-stick zonder naar USB werkt niet, wachtwoord- of schrijfbeveili- schrijvn Druk op omdat het apparaat ging. Wis-knop geen toegang heeft tot de USB-stick. Bestand creeren De functie Scannen Gebruik een USB-stick met naar USB werkt voldoende geheugen. mislukt Druk op niet, omdat er niet Wis-knop voldoende geheugen...
  • Pagina 24: Niet Onderstnd Apparaat Druk Op Wis-Knop

    Problemen oplossen Fout- en statusmeldingen op het scherm Bericht (alfabetische volg- Oorzaken Oplossingen orde) Geheugen bijna vol Het geheugen heeft Als er nog enkele originelen tijdens het sorteren moeten worden gescand, raden van de kopieën bijna we u aan nu met afdrukken te de maximale capaci- beginnen en de resterende ori- teit bereikt. ginelen afzonderlijk te kopiëren. Als u originelen scant vanuit de ADF, moet u resterende pa- gina's uit de ADF verwijderen. I/O time-out De time-outperiode Als [I/O time-out] is ingesteld die u bij [I/O time-out] op 15 seconden, stel dan een hebt ingesteld, ver- langere periode in. Raadpleeg loopt als het afdruk- de Gebruikershandleiding voor proces regelmatig meer informatie.
  • Pagina 25: Storing: Papierlade

    Bericht (alfabetische volg- Oorzaken Oplossingen orde) Niet onderstnd De functie Scannen Gebruik een USB-stick die naar USB werkt niet, compatibel is met de functie apparaat Verwijder omdat er een ander Scannen naar USB. a.u.b. USB-apparaat (geen USB-stick) of omdat er een USB-stick met een niet-ondersteund bestandssysteem is gebruikt. Niet onderstnde De functie Scannen Gebruik een USB-stick die naar USB werkt niet, compatibel is met de functie USB-hub Verwijder omdat er een ander Scannen naar USB. a.u.b. USB-apparaat (geen USB-stick) of omdat er een USB-stick met een niet-ondersteund bestandssysteem is gebruikt. Papier op: X Het papier in de ge- Plaats papier in de genoemde...
  • Pagina 26 Problemen oplossen Fout- en statusmeldingen op het scherm Bericht (alfabetische volg- Oorzaken Oplossingen orde) Storing: Lade 1 Er is papier in de in- Verwijder het vastgelopen voerlade van de ADF papier. Zie “Papierstoringen vastgelopen. verwijderen” op pagina 29. Storing: Lade 2 Er is papier in de uit- Verwijder het vastgelopen voerlade van de ADF papier. Zie “Papierstoringen vastgelopen. verwijderen” op pagina 29. Toner op: X De genoemde toner • Druk op [Nee] om de taak te is op. annuleren en de genoemde Doorgaan met af- inktcartridge te vervangen. Zie drukken? “Inktcartridges” op pagina 37.
  • Pagina 27: Problemen Met Afdrukken Of Scannen

    Problemen oplossen Problemen met afdrukken of scannen v Afbeeldingen op de gekopieerde pagina's of in de gescande bestanden zijn te donker of te licht De belichting is te donker of te licht ingesteld. Pas de beelddichtheid aan. v De gekopieerde pagina's of gescande bestanden zijn vuil De inkt of de correctievloeistof op het origineel is niet droog. Zorg ervoor dat inkt en correctievloeistof droog zijn voordat u originelen op de glasplaat plaatst. v Als ik kopieën maak of bestanden scan, is steeds hetzelfde gebied vuil De glasplaat of ADF is vuil. Maak de glasplaat of ADF schoon. Maak de onderdelen die met een pijl zijn aangegeven, schoon met een vochtige, zachte doek en veeg...
  • Pagina 28: Problemen Met Het Verzenden Van Faxen

    Problemen oplossen Problemen met het verzenden van faxen v Ik kan geen faxen verzenden of ontvangen Mogelijk is de modulaire kabel losgekoppeld. Zorg dat de modulaire kabel op de goede manier is aangesloten. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie. v Ik kan geen faxen ontvangen, maar wel verzenden • Een van de inktcartridges is leeg. Vervang de inktcartridge. Raadpleeg “Inktcartridges” op pagina 36 voor meer informatie. • Een van de lades is leeg. Plaats papier in de lade. Raadpleeg de Gebruikershand- leiding voor meer informatie. v Een door u verzonden fax was leeg bij ontvangst Het origineel is met de bedrukte zijde omhoog geplaatst. Plaats het origineel in de juiste richting. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
  • Pagina 29: Papierstoringen Oplossen

    Papierstoringen oplossen Posities van papierstoringen • Mogelijk zit er toner op vastgelopen papier. Let op dat u geen toner op uw handen of kleding krijgt. • Toner op afdrukken die meteen na het verhelpen van een papierstoring zijn gemaakt, is mogelijk onvol- doende gefuseerd en kan vlekken. Maak net zolang proefafdrukken tot er geen vlekken meer verschijnen. • Trek vastgelopen papier niet met kracht uit het apparaat, aangezien het kan scheuren. Door afgescheurde stukken papier die in het apparaat achterblijven, kunnen nieuwe storingen ontstaan en kan het apparaat beschadigd raken. • Door papierstoringen kunnen pagina's verloren raken. Controleer of er pagina's in uw afdruk- taak ontbreken en druk pagina's die niet zijn afgedrukt opnieuw af. Als er een papierstoring optreedt, kan papier in het apparaat of in de ADF vast- lopen.
  • Pagina 30: Verwijderen Uit De Fuseereenheid

    Papierstoringen oplossen Verwijderen uit de fuseereenheid VOORZICHTIG • De binnenkant van dit apparaat wordt zeer heet. Raak geen onderdelen aan die voorzien zijn van het etiket “ ” (wat wijst op een heet oppervlak). • Sommige interne onderdelen van dit apparaat worden heel erg heet. Let dus op wanneer u vastgelopen papier verwijdert. Als u dat niet doet, kunt u zich branden. • Omdat de temperatuur rond deze geleider hoog is, dient u te wachten tot deze is afgekoeld voordat u controleert of er papier is vastgelopen.
  • Pagina 31 Trek de hendels van de fuseereenheid omhoog. CES258 Duw het voorpaneel voorzichtig met beide handen omhoog totdat het sluit. • Druk terwijl u het voorpaneel sluit het bovenste deel van het paneel stevig aan. Controleer of het probleem is opgelost nadat u het paneel hebt gesloten.
  • Pagina 32: Verwijderen Uit De Lade

    Papierstoringen oplossen Verwijderen uit de lade Trek aan de hendel op het voorpaneel om deze te openen en breng het voorpaneel vervolgens voorzichtig omlaag. Trek het vastgelopen papier er voor- zichtig uit. CES083 Als het papier in de transfereenheid is vastgelopen, houdt u het papier aan beide zijden vast en trekt u het voorzichtig naar voren en naar buiten.
  • Pagina 33: Verwijderen Uit De Transfereenheid

    Papierstoringen oplossen Verwijderen uit de transfereenheid Trek aan de hendel op het voorpaneel om deze te openen en breng het voorpaneel vervolgens voorzichtig omlaag. Verwijder papier dat is vastgelopen onder de transfereenheid voorzichtig. Kijk in het apparaat als u het vastgelopen papier niet kunt vinden. CER046 Duw het voorpaneel voorzichtig met beide handen omhoog totdat het sluit.
  • Pagina 34: Verwijderen Uit De Adf

    Papierstoringen oplossen Verwijderen uit de ADF Open het ADF-paneel. CES100 Trek voorzichtig aan het origineel om dit te verwijderen. Trek niet te hard aan het origineel, omdat het kan scheuren. CES101 Als u het origineel niet gemakkelijk kunt verwijderen, verplaatst u de hendel licht naar de achterkant van het apparaat en trekt u dit omhoog om de papierinvoerrol te ontgren-...
  • Pagina 35 Trek voorzichtig aan het origineel om dit te verwijderen. CES114 Als u het origineel niet gemakkelijk kunt verwijderen, tilt u de invoerlade op om te controleren of het origineel in het uitvoergebied is vastgelopen. CES120 Trek voorzichtig aan het origineel om dit te verwijderen.
  • Pagina 36 Papierstoringen oplossen Verwijderen uit de ADF Duw de hendel omlaag totdat u een klik hoort. CES116 Sluit het ADF-paneel. CES102 Til de ADF op en trek voorzichtig aan eventuele vastgelopen originelen die nog in de ADF zitten om deze te verwijderen. Houd de invoerlade niet vast als u de ADF optilt, hierdoor kan de lade beschadigd raken.
  • Pagina 37: Voordat U Inktcartridges Vervangt

    Inktcartridges Voordat u inktcartridges vervangt WAARSCHUWING • Gebruikte toner of tonercontainers mogen niet worden verbrand. Tonerstof kan in brand vliegen als die aan open vuur wordt blootgesteld. Doe gebruikte tonerhouders weg in overeenstemming met de lokale milieuwetgeving. • Sla toner, gebruikte toner of tonercartridges niet op een plek met open vuur op. De toner kan ontbranden en brandwonden of een brand veroorzaken. VOORZICHTIG • Plet tonercontainers niet of knijp ze niet plat. Als u dat wel doet, kunt u toner morsen. Daardoor kunt u uw huid, uw kleding en de vloer vies maken of kunt u de toner per ongeluk inslikken. • Houd toner (nieuwe of gebruikte), tonercartridges en onderdelen die in contact zijn geweest met toner, buiten het bereik van kinderen. • Als er toner of gebruikte toner wordt ingeademd, gorgel dan met ruime hoeveelheden water en ga in de frisse lucht staan. Ga naar een dokter als dat nodig is. • Let op dat u geen toner (nieuwe of gebruikte) op uw kleding morst wanneer u vastgelopen papier losmaakt of toner vervangt. Indien de toner in contact komt met uw kleding, wast u de vlek met koud water. Met heet water wordt de toner gefixeerd op de stof, waardoor de vlek niet kan worden verwijderd. • Let op dat u geen toner (nieuwe of gebruikte) op uw huid morst wanneer u vastgelopen papier losmaakt of toner vervangt. Komt toner in contact met uw huid, was dan het betreffende deel grondig met water en zeep. • Als er toner of gebruikte toner in uw ogen komt, spoel dan onmiddellijk met grote hoeveelheden water. Ga naar een dokter als dat nodig is.
  • Pagina 38: Inktcartridges Vervangen

    Inktcartridges Inktcartridges vervangen v Berichten voor het klaarleggen van inktcartridges Leg de aangegeven inktcartridge klaar zodra een van de volgende berichten op het scherm wordt weergegeven: • “Toner bijna leeg Vervang. binnk. vereist: tonercartridge (zwart)” • “Toner bijna leeg Vervang. binnk. vereist: tonercartridge (magenta)” • “Toner bijna leeg Vervang. binnk. vereist: tonercartridge (cyaan)” • “Toner bijna leeg Vervang. binnk. vereist: tonercartridge (geel)” • Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u inktcartridges wilt aanschaffen. v Berichten voor het vervangen van inktcartridges Vervang de aangegeven inktcartridge zodra een van de volgende berichten op het scherm wordt weergegeven: • “Toner op: Zwart” • “Toner op: Magenta” • “Toner op: Cyaan” • “Toner op: Geel” • Wees voorzichtig dat er geen paperclips, nietjes of andere kleine metalen voorwerpen in het apparaat vallen. • Stel de inktcartridge zonder het deksel niet gedurende een langere periode bloot aan direct zonlicht. • Raak de fotogleidereenheid van de inktcartridge niet aan. CER088 • Raak de ID-chip op de zijkant van de inktcartridge niet aan (zie afbeelding).
  • Pagina 39 • Raak de laserscaneenheid aan de onderkant van het bovenpaneel niet aan als u inktcartridges verwijdert (zie de positie met pijlaanduiding in de afbeelding). CES137 • Als de cyaan, magenta of gele toner op is, kunt u met de zwarte toner afdrukken in zwart-wit. Wijzig de kleurmodusinstelling in zwart-wit in het stuurprogramma van het apparaat. • Als de zwarte toner op is, kunt u niet in zwart-wit of kleur afdrukken totdat u de zwarte inkt- cartridge vervangt. Til de hendel op het bovenpaneel omhoog en til het bovenpaneel voorzichtig op. Zorg dat de ADF is gesloten. CES138 Haal de inktcartridge voorzichtig ver- ticaal uit het apparaat;...
  • Pagina 40 Inktcartridges Inktcartridges vervangen Haal de nieuwe inktcartridge uit de doos en haal het uit de plastic ver- pakking. CBK123 Houd de inktcartridge vast en schud deze vijf/zes keer heen en weer. Door een gelijkmatige verspreiding van de toner in de fles wordt de afdrukkwaliteit verbeterd. CER236 Verwijder het klepje van de inkt- cartridge.
  • Pagina 41 Houd met beide handen het midden van het bovenpaneel vast en sluit het paneel voorzichtig. Zorg dat uw vingers niet klem komen te zitten. Wacht na het sluiten van het bovenpaneel tot het beginscherm wordt weergegeven. CES140 Plaats het klepje dat u in stap 5 hebt verwijderd op de oude inktcartridge. Plaats de oude inktcartridge vervol- gens in de verpakking en plaats dit in de doos.
  • Pagina 42: Bijlage

    Bijlage Waar kunt u terecht voor meer informatie? Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor meer informatie over de onderwerpen die in deze handleiding worden behandeld of om inlichtingen die niet behandeld worden in deze handleiding. Energie besparen Dit apparaat kent de volgende energiebesparende modi: Energiespaarstandmo- dus 1 en Energiespaarstandmodus 2. In de Energiespaarstandmodus wordt het normale energieverbruik van het apparaat verlaagd. Standaard is ingesteld dat de Energiespaarstandmodus 1 wordt gebruikt als dit apparaat 30 seconden niet is gebruikt. Na nog eens 10.1 minuten wordt Ener- giespaarstandmodus 2 gebruikt. Het duurt ongeveer 10 seconden voordat het ap- paraat na Energiespaarstandmodus 1 weer kan worden gebruikt en ongeveer 30 seconden na Energiespaarstandmodus 2. U kunt voor uw eigen gemak wijzigen hoe lang het duur t voordat Ener- giespaarstandmodus 2 wordt gebruikt door [Energiespaarstandmodus] onder [Beh. Toepas.] te configureren.
  • Pagina 43: Namen En Locaties

    FS-C1020MFP+ Verkorte Handleiding Namen en locaties De kopieerfunctie gebruiken De scannerfunctie gebruiken De faxfunctie gebruiken Problemen oplossen Papierstoringen oplossen Inktcartridges © 2012 5J3KMNL200...

Inhoudsopgave