Kettingspanning afstellen
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Asmoer 1 losdraaien.
Met de stelschroeven 3 links
en rechts de kettingspanning
instellen.
Kettingspanning controleren
(
188).
Erop letten dat links en rechts
dezelfde schaalwaarde 2
wordt afgesteld.
Steekasmoer 1 met koppel
aantrekken.
Steekas achter in achter-
brug
Boutborgmiddel: mechanisch
100 Nm
Controleren of onderlegring 4
compleet tegen boutkop 3
ligt, evt. corrigeren.
Kettingslijtage controleren
Voorwaarde
Kettingspanning is juist inge-
steld.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Controleren of de derde mar-
keringslijn 1 volledig zichtbaar
is.
189