Fase 2
Controle van de voor dia-
gnose geschikte systeemcom-
ponenten tijdens het rijden.
ASC-controle- en waar-
schuwingslampje knippert
langzaam.
ASC-zelfdiagnose beëindigd
Het ASC-controle- en waar-
schuwingslampje dooft.
Opletten of alle waarschu-
wings- en controlelampjes
worden weergegeven.
ASC-zelfdiagnose niet
voltooid
De ASC is niet beschikbaar,
omdat de zelfdiagnose niet is
afgesloten. (Voor de controle
van de wielsensoren moet de
motorfiets een minimumsnel-
heid bereiken: min 5 km/h)
Indien na het afsluiten van de
ASC-zelfdiagnose een ASC-
storing wordt weergegeven:
Verder rijden mogelijk. Houd
er rekening mee dat geen
ASC-functie ter beschikking
staat.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
DTC-zelfdiagnose
De gereedheid van het
BMW Motorrad DTC wordt
door de zelfdiagnose gecon-
troleerd. De zelfdiagnose vindt
automatisch plaats na het
inschakelen van het contact.
Fase 1
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
knippert langzaam.
Fase 2
Controle van de diagnosti-
seerbare systeemcomponen-
ten bij het wegrijden.
knippert langzaam.
DTC-zelfdiagnose afgesloten
Het DTC-symbool wordt niet
meer weergegeven.
Opletten of alle waarschu-
wings- en controlelampjes
worden weergegeven.
DTC-zelfdiagnose niet
voltooid
De DTC-functie is niet be-
schikbaar, omdat de zelf-
diagnose niet is afgesloten.
(Voor de controle van de
wieltoerentalsensoren moet
de motorfiets een minimum-
snelheid met draaiende mo-
tor bereiken: min 5 km/h)
135